De Griekse premier Alexis Tsipras wil op het nippertje nog een deal sluiten met Europese leiders om een bankroet van Griekenland te voorkomen. Maar zonder het Internationaal Monetair Fonds zal dat lastig worden. Hoofdeconoom Olivier Blanchard legt uit waar de grenzen van het IMF liggen.

Slecht nieuws afgelopen zondagavond. Na een kort gesprek met de Griekse onderhandelaars, meldde de Europese Commissie dat de partijen nog veel te ver uit elkaar liggen voor een overeenkomst.

Al maanden steggelen de linkse Syriza-regering van Griekenland en diens belangrijkste schuldeisers over dezelfde kwestie: het afronden van een oud steunpakket voor Griekenland, waarbij er nog 7,2 miljard euro aan noodsteun op de plank ligt, in ruil voor bezuinigingen en hervormingen.

Op 30 juni moet Griekenland ongeveer 1,5 miljard euro aan oude leningen terugbetalen aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Zonder een nieuw akkoord en vers geld lukt dat niet.

Kettingreactie bij wanbetaling Griekenland

Bij wanbetaling aan het IMF ligt een kettingreactie op de loer. Dan is de kans groot dat Griekse staatsschuld door de Europese Centrale Bank (ECB) niet meer als volwaardig onderpand kan worden geaccepteerd.

Griekse banken hebben fors belegd in Griekse staatsschuld en als de ECB die schuld als 'junk' kwalificeert, volgt onvermijdelijk de conclusie dat Griekse banken insolvabel zijn. Op dat moment moet de ECB zijn steun aan het Griekse bankenstelsel intrekken en komt het gedwongen vertrek van Griekenland uit de eurozone erg dichtbij.

Er zijn nog twee data waarop er wat geregeld kan worden: op donderdag 18 juni komen de ministers van Financiën van de eurozone bij elkaar en op 25 juni is er een EU-top met alle regeringsleiders. De Griekse premier Tsipras lijkt er nog altijd op te gokken dat bij zo'n politiek onderonsje een deal gemaakt kan worden.

Positie IMF

Griekenland heeft echter niet alleen met de andere eurolanden te maken als schuldeisers, maar ook met het IMF. Eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem heeft telkens benadrukt dat een deal met Griekenland zonder het IMF uitgesloten is.

Maar waar liggen de grenzen nu precies voor het IMF? In een opvallende blogpost bood hoofdeconoom Olivier Blanchard van het IMF afgelopen zondagavond een inkijkje in de denkwijze van dit instituut, dat geld uitleent namens vrijwel alle landen in de wereld en de VS als belangrijkste financier kent.

Blanchard stelt dat in het onderhandelingsspel sprake is van een uitruil. De oorspronkelijk afspraak was dat Griekenland in 2015 een overschot op de begroting zou realiseren van 3 procent, exclusief rentebetalingen. Door de recente economische en en politieke ontwikkelingen realiseert iedereen zich dat dat niet haalbaar is.

Het aanbod aan Griekenland is dat het land dit jaar een lager overschot mag realiseren, van pakweg één procent van het nationaal inkomen. Blanchard benadrukt dat dit aanbod de facto al neer komt op een vorm van schuldverlichting - niet door officieel af te schrijven op schulden, maar doordat een lager overschot betekent dat schuldeisers meer geld voor langere tijd aan Griekenland ter beschikking stellen, tegen relatief lage rentes.

Uitruil: pensioenen en btw

De tegenprestatie moet volgens Blanchard zijn dat Griekenland geloofwaardige toezeggingen doet om een 'primair begrotingsoverschot' te realiseren. Het IMF en de eurolanden hebben voorgesteld de btw te uniformiseren (meer producten onder een hoger btw-tarief) en een nieuwe ingreep in de pensioenen te doen.

Waarom de pensioenen? Blanchard stelt dat 75 procent van primaire uitgaven van de Griekse regering opgaat aan lonen en pensioenbetalingen. Publiek gefinancierde pensioenen maken 16 procent van het nationaal inkomen uit, wat internationaal gezien zeer hoog is. Volgens de IMF-econoom is een reductie met één procentpunt mogelijk, zonder de armste groepen in Griekenland te raken.

Juist op het vlak van verder snijden in de pensioenen en aanpassing van de btw ligt de Griekse regering dwars. Maar zo stelt Blanchard expliciet:   "We staan open voor alternatieve manieren om de btw- en pensioenhervormingen in te richten, maar die alternatieven moeten bij elkaar de vereiste fiscale aanpassing opleveren."

Aan de andere kant moet daar van de kant van de schuldeisers een financieringspakket tegenover staan dat de Griekse schuld draagbaar maakt, erkent Blanchard.

Soevereiniteit opgeven

De politieke oplossing die Tsipras bij de andere EU-leiders hoopt te vinden, kan bovengenoemd spanningsveld niet negeren. Anders gezegd: het accepteren van noodfinanciering door andere eurolanden en het IMF betekent dat de Griekse regering soevereiniteit moet opgeven - dus accepteren dat je zelf niet de baas bent over het economische beleid.

Als Tsipras die stap de komende dagen niet zet, wordt het ook voor de Duitse bondskanselier Merkel lastig om het land binnen de eurozone te houden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl