Het Indiase moederbedrijf van Tata Steel in IJmuiden onttrekt via financiële constructies structureel geld aan de Nederlandse vestiging.
Tot deze conclusie komt het Noordhollands Dagblad op basis van onderzoek in samenwerking met een onafhankelijke registeraccountant.
De Europese vestigingen van Tata in Nederland en het VK hebben onder meer structureel hogere prijzen betaald voor de inkoop van ijzererts en steenkool.
Het Indiase moederbedrijf van Tata Steel in IJmuiden en het VK onttrekt al jaren via financiële constructies miljarden aan de Europese dochters. Dat stelt het Noordhollands Dagblad in een artikel, op basis van een analyse van jaarverslagen met behulp van een onafhankelijke registeraccountant, én naar aanleiding van gesprekken met ingewijden en ex-werknemers bij Tata Steel in IJmuiden.
De vestigingen van Tata in IJmuiden en het VK ondervinden volgens de krant op een aantal manieren financieel nadeel van boekhoudkundige constructies die gunstig uitpakken voor het moederbedrijf in India.
Zo wordt er vanuit een dochterbedrijf van Tata in Singapore centraal ijzererts en steenkool ingekocht. Deze grondstoffen worden vervolgens doorverkocht aan de staalbedrijven in Nederland en het VK. Daarbij is sprake van grote prijsverschillen. De Europese fabrieken betaalden sinds 2007 liefst 20,7 miljard euro meer voor de inkoop van ijzererts en staal, vergeleken met de prijzen die Tata in Singapore zelf betaalde, blijkt uit het onderzoek.
Verder blijkt Tata in IJmuiden als bank te fungeren voor operaties van andere Tata-bedrijven en heeft IJmuiden in dit verband voor 685 miljoen euro aan leningen uitstaan.
De IJmuidense vestiging was de afgelopen acht jaar volgens het Noordhollands Dagblad operationeel winstgevend. Echter, doordat Tata Steel forse leningen in de boeken heeft gehouden die zijn afgesloten bij de overname van de vestiging in IJmuiden, zijn er ook aanzienlijke rentelasten. Hierdoor hoeft er per saldo geen vennootschapsbelasting te worden betaald in Nederland.