De Tweede Kamer reageert verbijsterd op het nieuws dat minister Cora van Nieuwenhuizen wist dat de elektrische bolderkar stint nooit de weg op had gemogen. Partijen eisen uitleg van de minister.
RTL Nieuws meldt dat bij de keuring van de stint verkeerde eisen zijn gebruikt. Hoewel keuringsinstantie RDW en de toenmalige minister daarvan wisten, is de stint in het voorjaar van 2011 toch de weg op gegaan.
Van Nieuwenhuizen was daarvan op de hoogte, maar hield het document met daarin de verkeerde eisen achter voor de Tweede Kamer. Dit terwijl de Kamer na het ongeluk met de stint in Oss vorig jaar juist vroeg om alle documenten over de keuring van de stint. Partijen willen dan ook uitleg.
“Dit is geen fraai beeld. Deze handelwijze van het ministerie destijds vraagt opnieuw om uitleg van de minister”, aldus CDA-Kamerlid Wytske de Pater-Postma. Je moet ervan op aan kunnen dat veiligheid een absolute prioriteit is bij de toelating van dit soort voertuigen.”
“Ik schrik van deze berichten”, zegt Stieneke van der Graaf van de ChristenUnie. “Ze roepen veel nieuwe vragen op. Waarom is de stint na het ontdekken van de fout in de concept-eisen niet opnieuw gekeurd?”
Volgens SP’er Cem Laçin was het al duidelijk dat het keuringsproces niet deugde. Dit bericht "bevestigt dat". "Als de minister documenten heeft achtergehouden is dat echt een kwalijke zaak. Ze heeft wat uit te leggen, want dit zou onacceptabel zijn." Vervolgens moet de Kamer volgens Laçin kijken of de verklaring van Van Nieuwenhuizen "stand houdt".
Ook Rutger Schonis, Kamerlid van D66, ziet dat de hele procedure "onzorgvuldig is verlopen". Volgens hem blijkt "keer op keer" dat het ministerie het toezicht niet op orde heeft.
Minister: Kamer wist van probleem stint-keuring
Volgens minister Van Nieuwenhuizen was de Tweede Kamer wel degelijk op de hoogte van de gebrekkige keuring voor nieuwe elektrische voertuigen.
De eisen waaraan de stint moest voldoen om de weg op te kunnen, waren helder, aldus de minister. De wijze waarop moest worden getoetst of het voertuig wel voldeed aan deze eisen, was onduidelijk. Dat schreef ze al in antwoorden op vragen van Kamerleden in januari van dit jaar.
De "formulering van de wijze van keuren had eenduidiger gemoeten", schreef de minister aan de Kamer. Ook uitte ze toen al haar verwachting dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) dit zal meenemen in het rapport dat naar verwachting in oktober zal uitkomen. "De resultaten daarvan wachten we af."
Aangepaste stint afgekeurd
De fabrikant van de stint heeft het afgelopen jaar aanpassingen gedaan aan de elektrische bolderkar. Toch heeft de RDW de aangepaste stint afgekeurd, zo meldde Van Nieuwenhuizen eerder deze maand aan de Kamer.
Het voertuig voldoet volgens de RDW "nu op de meeste hoofdonderdelen (zoals de remmen, stuurinrichting en gordels) aan de eisen". Volgens de dienst is de fabrikant Stintum Holding B.V. "op de goede weg", maar zijn er nog tien openstaande punten. Stintum had drie aanvragen ingediend.
In de aangepaste versie heeft de stint tien zitplaatsen, terwijl maximaal acht zijn toegestaan. Verder heeft de RDW kritiek op een van de geteste voertuigen omdat die 20 kilometer per uur kan. Dat moet maximaal 17 kilometer per uur zijn. Ook mist er nog een onderbouwing voor de afwezigheid van beschermingsstructuren aan de voor- en achterzijde.
De hoop was dat de stint weer op de openbare weg mocht aan het begin van het nieuwe schooljaar. Het voertuig wordt namelijk vooral gebruikt in de kinderopvang. Die moeten nu verder met alternatief vervoer. Dat kan extra kosten betekenen.
De directeur van de fabrikant van de stint, Edwin Renzen, noemt de beslissing een tussenstap in het proces. Hij zal in september een nieuwe aanvraag indienen. "En het goeie nieuws is: de hele aanvraag is doorlopen en alle punten die nog aandacht nodig hebben zijn nu duidelijk. En die gaan we aanpassen."