Voor het gros van de Britten was de ‘flashcrash’ van het pond afgelopen week vrijdag iets dat van ver kwam. Een curiositeit uit Azië. Zoals een bliksemflits in de verte. Interessant, maar niet iets om je echt over op te winden.
Het Britse pond fungeert echter als alarmsignaal, de kanarie in de kolenmijn. De koersval is een teken dat slechte tijden in aantocht zijn.
Normaal gesproken is het al opvallend als een munt een daling van een half procent doormaakt. Een valuta representeert immers de hele economie van een land. Het is lastig om zo’n brede belegging flink te laten bewegen op één dag. Als een munt één procent zakt, is er doorgaans opvallend negatief nieuws.
“Sinds het referendum, hebben we een daling van 14 procent gezien in de effectieve wisselkoers van het Britse pond, waarvan 3 procent in de afgelopen week”, schreef Credit Suisse-analist Sonali Punhani onlangs in een rapport.
De Britse media berichten vaak simplistisch over de waardedaling van het pond: vakantie in het buitenland wordt duurder! Maar onze export stijgt want onze producten zijn nu goedkoper in het buitenland!
Deze effecten zijn echter tijdelijk. Stilte voor de storm. De winter is in aantocht.
De opleving van de export zegt weinig, want de Brexit is nog geen feit. Het pond is goedkoper, maar het Verenigd Koninkrijk heeft nog steeds volledige toegang tot de EU. Als het VK vertrekt verandert dat, en niet ten goede.
In een 'harde Brexit' moet het Verenigd Koninkrijk handel drijven buiten de interne Europese markt. De EU-landen leggen in dit geval waarschijnlijk importtarieven op om die Britse producten duurder maken, om hun eigen producten te bevoordelen. Dat kan betekenen dat er een heffing van 15 procent op Britse exportproducten komt. Tegelijkertijd moet het Verenigd Koninkrijk proberen te concurreren met een verzwakte munt. Dat gevecht valt niet te winnen.
Een verzwakt pond creëert inflatie. De prijs van dingen die Britten willen importeren, zal stijgen. Doorsnee burgers in Swansea, Leicester en de talloze andere kleinere steden van het land zullen aan koopkracht inleveren. Een lagere koopkracht leidt tot voorzichtige consumenten - een golfeffect dat uiteindelijk tot stilstand komt bij een lager bruto binnenlands product.
Het rendement op buitenlandse investeringen vermindert met een lagere pond. Kapitaal zal hoogstwaarschijnlijk het Verenigd Koninkrijk ontvluchten. Het effect daarvan toont deze grafiek van Sky News en Bloomberg waarin de FTSE 100-bedrijven weergegeven zijn. Gemeten in ponden ziet het er prima uit. Maar zet je dat af tegen een investering in dollars, dan verlies je als buitenlandse investeerder juist geld omdat het pond minder waard is.
Voeg die zaken samen en de bliksem van de afgelopen week is een duidelijk aanzwellende storm: de Britten zijn straks afgesneden van de vrije EU-markt en kunnen dus slechts moeizaam handelen. De munt is zwakker en daardoor vermindert de koopkracht. De inflatie stijgt en hand in hand dalen de consumentenuitgaven. Ten slotte drogen investeringen op, want wie wil er geld steken in een munt en economie die minder waard is?
Volgens analisten van de Bank of America Merrill Lynch kan het land buiten de EU 2,5 procent van z'n bruto binnenlands product inleveren.
"Wij blijven pessimistisch over de toekomst na de korte termijn. De val van de pond zal inhakken op reële inkomens en de toenemende onzekerheid zorgt voor een daling in investeringen. Wat ons betreft zijn de risico's voor toekomstige handelsovereenkomsten ook toegenomen. Niettemin gaan we er nog steeds vanuit dat het Verenigd Koninkrijk en de EU een vrijhandelsverdrag gaan sluiten, wat we 'een harde Brexit' zouden noemen."
"Zo'n 'harde Brexit' zou je ons basisscenario kunnen noemen, en daarbij nemen we aan dat het Britse bbp met 2,5 procent zal krimpen. Maar recente opmerkingen van de regering stuwen het risico voor schadelijkere uitkomsten, bijvoorbeeld een terugval op de WTO-regels. Samenvattend geloven wij dat de voorbije week waarschijnlijk een venster biedt op de volatiele economische omgeving die normaal gaat worden voor Groot-Brittannië de komende jaren. Een dergelijke situatie zou groei niet bepaald aanmoedigen."