De Tweede Kamer is er voorstander van dat de wet zodanig wordt veranderd dat de stille bewindvoerder een wettelijke basis krijgt. Als het slecht gaat met je bedrijf, kan een stille bewindvoerder de schade beperken.

Nu nog heeft de stille bewindvoerder, die de beoogde curator is als het bedrijf daadwerkelijk failliet gaat, geen wettelijke bevoegdheden. Daar wil de Tweede Kamer dus verandering in brengen, bleek eerder deze week tijdens overleg in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie.

Een stille bewindvoerder wordt in de praktijk al geregeld door de rechter aangesteld bij een dreigende surséance van betaling of faillissement. Dat heeft verschillende voordelen.

Schade beperken

Zo wordt bij het aanstellen van een stille bewindvoerder nog geen ruchtbaarheid wordt gegeven aan de slechte gang van zaken. Zodra een surséance van betaling bekend wordt, lopen klanten en leveranciers weg en is er meestal geen redden meer aan. Een stille bewindvoerder heeft de tijd om te proberen de schade bij klanten, schuldeisers en werknemers te beperken.

Een stille bewindvoerder kan in samenwerking met de ondernemer ook een doorstart gemakkelijker maken. Tijd is vaak de grootste vijand van een bedrijf in surséance van betaling.

Door al in een vroeg stadium alles in kaart te brengen, is er meer tijd om toe te werken naar een doorstart. De rechter-commissaris kan vervolgens ook sneller instemmen met zo'n doorstart, omdat hij uiteraard al op de hoogte is van het stille bewind.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl