De stijging van huizenprijzen blijft ook in april hoog op jaarbasis. Voor een bestaande koopwoning moest gemiddeld 19,7 procent meer worden betaald dan in april vorig jaar.

Dat komt naar voren uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De gemiddelde prijsstijging is iets hoger dan de plus van 19,5 procent in maart. Maar in januari bedroeg de stijging nog dik 21 procent, wat het hoogste niveau was in decennia.

De gemiddelde verkoopprijs van een woning was 429.020 euro afgelopen april. Daarmee is een gemiddelde woning liefst 66.495 euro duurder dan in april 2021.

De huizenprijzen lopen nu al een hele tijd flink op, terwijl er minder woningen werden verkocht. Vorige maand telde het CBS circa 16.000 transacties, bijna 16 procent minder dan een jaar terug.

De sterke prijsstijgingen komen onder meer omdat het aanbod aan te koop staande huizen flink is geslonken. Daardoor zien huizenzoekers zich gedwongen om flink boven de vraagprijs te bieden om nog een huis te kunnen bemachtigen. Volgens kenners is de gekte op de woningmarkt voor een groot deel ook te wijten aan de lage hypotheekrentes. Daardoor kunnen mensen makkelijk veel geld lenen voor het kopen van een huis.

Lees ook: Pauze bij stijging hypotheekrente? Deze rentes zitten inmiddels boven de 3%

Hypotheekrentes lopen op

De laatste tijd lopen de hypotheekrentes evenwel weer op. "De laagste hypotheekrentes zijn sinds het begin van dit jaar ongeveer drie keer zo hoog geworden", constateerde financieel expert Amanda Bulthuis van vergelijkingssite Geld.nl onlangs. "En we zien die kapitaalmarktrentes nog steeds verder stijgen, dus ik verwacht dat ook de hypotheekrentes nog wel een tijdje omhoog blijven gaan", voegde ze daaraan toe.

Deze ontwikkeling lijkt voorzichtig voor verandering te zorgen. Cijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) wezen er vorige maand op dat huizen in het eerste kwartaal dit jaar voor het eerst in tijden weer iets goedkoper waren geworden dan drie maanden eerder.

Van belang hierbij is dat de NVM transactieprijzen meet op het moment dat de verkoopprijs wordt overeengekomen, terwijl het CBS de prijzen meet op het moment dat ze via de notariële akte in het Kadaster worden vastgelegd. Hierdoor lopen de prijsmetingen van de NVM doorgaans enkele weken vooruit op de cijfers van het CBS.

De makelaars houden er rekening mee dat het aanbod aan te koop staande huizen dit jaar daarbij weer licht zal stijgen.

LEES OOK: Bijna 3 op 4 huizen boven vraagprijs verkocht: bekijk wat er in jouw gemeente gebeurt