- De prijsstijgingen op de Nederlandse huizenmarkt worden steeds extremer, met een plus van 18 procent in augustus.
- Op jaarbasis is een gemiddelde woning liefst 66.000 euro meer waard geworden, bijna twee keer een modaal jaarsalaris.
- Intussen wordt het voor starters op de woningmarkt steeds lastiger om een huis te kopen.
Een huis bezitten is in Nederland lucratiever geworden dan werken. De waardestijgingen van koopwoningen zijn zo extreem, dat ze op jaarbasis inmiddels fors boven de waarde van een modaal inkomen uitkomen.
In augustus zijn koopwoningen 17,8 procent duurder geworden dan een jaar eerder, waarmee de huizenprijzen nog harder stegen dan in juli. Het gaat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) om de grootste prijsstijging sinds september 2000.
De gemiddelde transactieprijs lag in augustus op 402.308 euro en dat is liefst 66.000 euro meer dan in dezelfde maand een jaar eerder, toen de gemiddelde huizenprijs op 336.277 euro lag. Hiermee is de waardestijging van de gemiddelde woning in twaalf maanden tijd gelijk aan bijna twee keer een modaal jaarsalaris.
De afgelopen zes maanden stegen de prijzen van koopwoningen telkens met dubbelcijferige percentages tot nieuwe recordhoogtes. Een woning is nu gemiddeld 78 procent duurder dan in 2013, toen de huizenprijzen hun dieptepunt bereikten.
Lees ook: Huizen worden in 2021 en 2022 in totaal liefst 28% duurder, denkt Rabobank – dat is geen goed nieuws
Krapte op de woningmarkt: aantal transacties daalt
In augustus wisselden ook minder woningen van eigenaar. Het aantal woningverkopen daalde met 9 procent tot 17.257 transacties, maakte het CBS samen met het Kadaster bekend. Het gaat daarbij om bestaande huizen, nieuwbouw wordt niet meegerekend.
Een eigen woning wordt door de forse stijgingen voor steeds minder mensen betaalbaar. Daarmee is het een van de grootste politieke thema's voor een nieuw te vormen regering. Om het tekort aan woningen op te lossen stelt het demissionaire kabinet nog eens 1 miljard euro extra beschikbaar om de woningbouw aan te jagen, werd bekend op Prinsjesdag. Maar in zijn Troonrede zei koning Willem-Alexander dat de overspannen woningmarkt een probleem is dat niet snel op te lossen is.
Verschillende organisaties stelden in reacties op Prinsjesdag dat het extra miljard nog lang niet genoeg is om de woningnood tegen te gaan. Makelaarsvereniging NVM pleit voor harde prestatieafspraken tussen overheden. Directeur Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw waarschuwde dat het aantal opgeleverde huizen dit jaar zal blijven steken op 63.000, terwijl er jaarlijks zo'n 100.000 woningen bij zouden moeten komen. Volgens hem is er ook een gebrek aan bouwlocaties.
Maar anderen wijzen erop dat een gebrek aan huizen niet de voornaamste oorzaak is van de steeds sterkere stijging van de huizenprijzen.
Zo zijn ook de hypotheekrentes historisch laag en kunnen huizenkopers meer lenen bij de bank. Door lage rentes wordt een huis als belegging bovendien interessanter doordat obligaties weinig opleveren. Daarnaast pleiten critici, waaronder president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank, voor het sneller afbouwen van voordeeltjes voor huizenkopers zoals de hypotheekrenteaftrek.
[activecampaign form=24]