De huizenprijzen in de 20 grootste Amerikaanse steden zijn in april met 12,1 procent gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat is de sterkste stijging sinds maart 2006, zo blijkt uit de zogenoemde Case-Shillerindex die financieel dienstverlener Standard & Poor’s dinsdag heeft gepubliceerd.
Economen rekenden gemiddeld op een stijging met 10,6 procent. In maart klommen de prijzen met bijna 11 procent.
De prijzen lagen in april 1,7 procent hoger dan in maart. Hier werd gerekend op een toename met 1,2 procent. Uit een nieuwe schatting bleek dat de prijzen in maart op maandbasis met 1,9 procent stegen. Eerder werd voor die maand een stijging met 1,1 procent gemeld. Dat was op dat moment al de sterkste groei in de afgelopen 7 jaar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl