Starters die hun eerste huis willen kopen, hebben vaak het meeste last van de krappe woningmarkt. Op dit moment is hun situatie echter iets gunstiger dan anders, dankzij de vele voormalige huurwoningen die nu op de markt komen. Business Insider neemt door hoe de gemiddelde starter ervoor staat en wat het verschil is tussen singles en stellen.

Omdat starters geen oude woning verkopen en geen overwaarde in een koophuis hebben, moeten ze de woning grotendeels of volledig financieren met een hypotheek. Tenzij ze spaargeld kunnen inzetten of hulp krijgen van familie of vriend, wat niet voor iedereen is weggelegd.

Starters staan daarom bekend als de groep die het moeilijk heeft op de woningmarkt. Ze leggen het vaak af tegen doorstromers die wel overwaarde kunnen inzetten of beleggers met diepe zakken. Echter, mede dankzij die laatste groep ziet hun situatie er nu iets gunstiger uit.

Lees ook: In welk hokje pas jij op de woningmarkt? 12 types: van de starter en ‘het vluchtende gezin’ tot de pandjesbaas en de urban expat

Meer aanbod voor starter dankzij verkoop huurwoningen

Beleggers, waaronder grote institutionele beleggers met honderden woningen in het bezit en particuliere beleggers met een tweede woning voor de verhuur, doen hun panden massaal in de verkoop. Dit komt door een stapeling van maatregelen waardoor het minder rendabel is om te verhuren.

Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe huurwet die in juli 2024 is ingegaan en die ervoor zorgt dat meer woningen onder gereguleerde huur vallen, met maximale huurprijzen en huurverhogingen. Ook moeten verhuurders meer vermogensbelasting betalen over hun panden.

In het eerste kwartaal van 2025 was één op de vijf verkochte woningen een voormalige huurwoning; twee op de drie verkopen betroffen appartementen. Dit zijn vaak goedkopere woningen, kleiner, minder kwaliteit en met een slechter energielabel.

Een voormalig huurhuis kost gemiddeld 404.000 euro, bijna 70.000 euro minder dan de gemiddelde verkoopprijs op de huizenmarkt, schrijft financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep in zijn nieuwsbrief van deze week.

Goed nieuws voor starters, voor wie deze lager geprijsde woningen beter betaalbaar zijn. Het grotere aanbod valt samen met loonstijgingen ter compensatie van de hoge inflatie en met een tot nu toe redelijk stabiele hypotheekrente. Daardoor kunnen huizenkopers, en dus ook starters, meer lenen.

Forse groei van jonge huizenkopers tot 25 jaar

Dat starters hun slag slaan is te zien bij het aantal jonge huizenkopers dat hypotheken aanvraagt.

Financieel intermediair De Hypotheker heeft in het eerste kwartaal van 2025 het aantal hypotheekaanvragen van jonge huizenkopers zien stijgen. Het aantal aanvragers tot 25 jaar, waarvan 98 procent starter, is met 144 procent ruim verdubbeld ten opzichte van 2024.

Dit neemt niet weg dat hun aandeel in het totaal aantal hypotheekaanvragen met 7 procent nog relatief klein is. Een veel groter deel van 48 procent wordt vertegenwoordigd door de groep huizenkopers van 25 tot 35 jaar.

Ook deze groep, waarvan 78 starter en 22 procent doorstromer, vroeg afgelopen kwartaal meer hypotheken aan. Zij waren goed voor een groei van 26 procent ten opzichte van 2024.

Uit data van de De Hypotheker blijkt ook dat twee op de vijf huizenkopers tot 25 jaar hun eerste woning alleen kopen. Opvallend, aangezien het als alleenstaande met één inkomen veel lastiger is om een voet tussen de deur te krijgen in een oververhitte woningmarkt.

Bij de groep van 25 tot 35 jaar is een derde van de huizenkopers een single.

Financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep bespreekt in zijn nieuwsbrief van deze week de financiële positie tussen single starters en stellen die hun eerste woning kopen. Bekijk hieronder hoe ze ervoor staan

1. Stel leent gemiddeld 40 procent meer dan single

Een single starter vroeg in het eerste kwartaal van 2025 een hypotheek aan van gemiddeld 306.000 euro. Stellen zaten daar met gemiddeld 429.000 euro maar liefst 40 procent boven. Er is ook een fors inkomensverschil, aangezien het gaat om eenverdieners versus (meestal) tweeverdieners.

Een single starter verdient gemiddeld bijna 70.000 euro bruto per jaar, dus anderhalf keer modaal. Het gezamenlijk inkomen van stellen ligt gemiddeld op 103.000 euro bruto.

Het gemiddelde bedrag dat starters lenen ligt ver onder de gemiddelde huizenprijs die in het eerste kwartaal van 2025 uitkwam op 473.000 euro, volgens cijfers van makelaarsclub NVM. Om dit bedrag te kunnen lenen is een inkomen van zo'n 97.000 euro bruto nodig, als we uitgaan van 4 procent hypotheekrente.

De gemiddeld geleende bedragen van starters liggen wel onder de grens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) van 450.000 euro (2025). Met een NHG-hypotheek heb je een vangnet voor een eventuele restschuld, dat betekent minder risico voor de bank en een lagere rente.

2. Ongeveer een kwart van inkomen gaat naar hypotheeklasten

Een single starter betaalt gemiddeld 1.406 euro bruto per maand aan hypotheeklasten, volgens Van Bruggen Adviesgroep. De bruto maandlast van de hypotheek is het bedrag zonder de fiscale hypotheekrenteaftrek.

Stellen betalen gemiddeld 1.970 euro per maand. Daarmee gaat 24 procent van het bruto inkomen van singles naar de hypotheeklasten, bij stellen is dat 23 procent.

3. Starters slaan hun slag ondanks hogere hypotheekrente

De hypotheekrentes zijn in 2022 fors gestegen door het economisch herstel van de coronapandemie en het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. In het eerste kwartaal van 2022 stond de gemiddelde rente voor 10 jaar vast met NHG op 1,56 procent, om in hetzelfde jaar te stijgen naar zo'n 4 procent. In het eerste kwartaal van 2025 lag deze rente op 3,68 procent.

De bruto hypotheeklasten waren in 2022 zo'n 40 procent lager dan nu, volgens Van Bruggen Adviesgroep. Een single starter betaalde destijds gemiddeld 996 euro bruto aan maandlasten, tegen 1.406 euro nu.

Stellen betaalden 1.400 euro per maand, tegen 1.970 euro nu. Destijds waren zowel singles als stellen 19 procent van hun bruto inkomen kwijt aan hypotheeklasten. Zoals benoemd in het vorige punt is dat nu respectievelijk 24 en 23 procent.

De hogere maandlasten komen deels door de hogere huizenprijzen en hypotheekbedragen, maar de sterk gestegen rente is de grootste oorzaak. Ondanks die sterke stijging blijven starters hun kans grijpen op de woningmarkt.

Wachten op terugkeer van lage rentes heeft weinig zin, aangezien de huizenprijzen doorstijgen waardoor het voordeel van een lagere rente weer teniet wordt gedaan. Uitwijken naar de huurmarkt is ook niet zaligmakend, aangezien huren relatief duur is, zeker in de vrije sector. Bovendien is het ook moeilijk om een huurwoning te vinden.

LEES OOK: Zo veel betaal je voor 100 m2 koophuis in het eerste kwartaal van 2025: bekijk de verschillen per regio