Spyker dankt zijn naam aan de broers Jacobus en Hendrik-Jan Spijker uit Hilversum, die aanvankelijk koetsen en later ook auto’s ontwierpen en produceerden. De firma die zij in 1880 oprichtten, ging in 1925 ter ziele, maar in 1999 blies miljonair Victor Muller het merk nieuw leven in.

Onder Mullers leiding ging Spyker exclusieve sportwagens maken en maakte het een succesvolle gang naar de beurs. Winst leverden de bolides echter nooit op, en een mislukt avontuur in de Formule-1 kostte eveneens meer dan het opleverde.

Optimistisch

Topman Muller bleef, ondanks aanhoudende verhalen over financiële moeilijkheden bij Spyker, optimistisch. En vaak slaagde hij er ook daadwerkelijk in op de valreep een nieuwe geldschieter te vinden als het water zijn bedrijf aan de lippen stond.

Begin vorig jaar baarde Spyker opzien door het noodlijdende Zweedse merk Saab te kopen van de Amerikaanse autogigant General Motors. Marktkenners reageerden sceptisch; Saab is veel groter dan Spyker en beide bedrijven schrijven al jaren rode cijfers.

Vladimir Antonov

De critici kregen gelijk. Muller moest al snel erkennen dat Saab en Spyker elkaar weinig te bieden hebben en zag zich door geldnood gedwongen zijn grote liefde Spyker van de hand te doen. Vooruitlopend op de verkoop werd het bedrijf omgedoopt tot Swedish Automobile.

Afgesproken werd dat Vladimir Antonov, een omstreden Russische zakenman die Muller al vaker uit de brand had geholpen, Spyker zou kopen. Door de onzekerheid rond Swedish Automobile, dat de verliezen alleen maar verder ziet oplopen, werd die deal echter eind augustus opgeschort.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl