Tijd is een belangrijke factor, als je zelf een pensioenpot opbouwt voor later.
Wie laat begint met vermogen opbouwen, moet met een aantal dingen rekening houden.
Toch blijft het lonen om geld opzij te zetten voor aanvullend inkomen op je oude dag, ook als je nog maar 15 jaar of minder hebt te gaan voordat je de AOW-leeftijd bereikt.
Tijd is een belangrijke factor bij het opbouwen van vermogen, zeker ook als het om een eigen pensioenpot voor later gaat. Maar niet iedereen begint op tijd met sparen of beleggen voor z’n pensioen. Wat valt er nog te repareren als je laat begint?
Bouw je individueel een pensioenpotje voor later op, dan heb je grofweg twee mogelijkheden: je kunt beleggen en vermogen opbouwen dat belast wordt in box 3 van de inkomstenbelasting, of je kiest voor een fiscaal voordelige opbouw van vermogen (lijfrentebeleggingsrecht), waar vervolgens bepaalde verplichtingen aan vastzitten.
Zelf pensioen opbouwen: box 3 of fiscaal voordelige constructie
In box 3 betaal je jaarlijks boven de vrijstelling van bijna 31.000 euro per persoon belasting over spaargeld en beleggingen. Hier staat tegenover dat vermogen dat je in box 3 hebt staan tegen de tijd dat je met pensioen gaat, niet onderworpen is aan de inkomstenbelasting in box 1. Je kunt ook volledig zelf bepalen hoe en wanneer je dit vermogen aanspreekt.
De tegenhanger van box 3 is de opbouw van pensioen via een afgeschermde beleggingsrekening. Het geld dat je belegt is dan in de opbouwfase vrijgesteld van de vermogensbelasting in box 3. Daar staat tegenover dat je de plicht hebt om het opgebouwde vermogen in een uitkeringsproduct te stoppen als je met pensioen gaat.
Zo'n uitkeringsproduct wordt aangeboden door een verzekeraar of bank. Je krijgt hiermee gedurende een zelf te bepalen periode, bijvoorbeeld 20 jaar, een vaste uitkering per maand.
De uitkering is een bruto uitkering die wordt belast bij de inkomstenbelasting in box 1. Omdat je dan de AOW-leeftijd hebt bereikt, is het belastingtarief lager dan nu.
Fiscaal voordelig in deze opzet is ook dat je de bedragen die je inlegt in de opbouwfase als aftrekpost mag opvoeren bij de jaarlijkse aangifte van de inkomstenbelasting. Hiervoor geldt wel dat je een aantoonbaar pensioengat moet hebben. Hoe dat zit, kun je hier lezen.
Wie staat voor de keuze tussen vermogen voor later opbouwen via box 3 of via een fiscaal vriendelijke opbouw, krijgt vanaf 2022 waarschijnlijk te maken met een belangrijke verandering. Het kabinet-Rutte wil namelijk de belastingheffing in box 3 zo aanpassen dat de belastingdruk op sparen fors lager wordt. Daar staat tegenover dat beleggen veel zwaarder wordt belast. Lees hier hoe de plannen precies in elkaar zitten.
Beleggen in aandelen levert op de langere termijn een hoger rendement op dan sparen, zo is de historische ervaring. Maar tussentijds kan de beurs flink schommelen.
Om optimaal te profiteren van beleggen, is het prettig als je een lange tijdshorizon hebt van bijvoorbeeld 40 jaar. Eerder bekeek Business Insider hoe je op die manier een aardige pensioenuitkering voor jezelf kunt opbouwen.
Lees hierover: Zelf beleggen voor je pensioen in box 3 of via een fiscaal voordelige constructie: zo kom je uit op €2.100 pensioen per maand
Punt is wel: niet iedereen begint netjes op tijd met geld opzij zetten voor een eigen pensioenpot. Later beginnen heeft een aantal belangrijke gevolgen voor hoe je verantwoord vermogen kan opbouwen.
Wie zelf vermogen opbouwt voor z'n pensioen wil niet het risico lopen dat geld dat in aandelen zit plots veel minder waard wordt, vlak voor de pensioenleeftijd. Hoe dichter je tegen de pensioenleeftijd zit, hoe meer je dus gedwongen wordt om voor spaarconstructies te kiezen, waarbij het risico op vermogensverlies klein is.
Stel dus dat je nog vijftien jaar hebt tot je pensioen. Om je pensioenpot aan te vullen kies je voor sparen. Hoe pakt dit dan uit?
Rekenvoorbeeld: 15 jaar fiscaal gunstig sparen
Als je vijftien jaar lang bijvoorbeeld 400 euro per maand opzij zet, spaar je 4.800 euro per jaar. Kies je voor de fiscaal vriendelijke constructie, dan betaal je geen vermogensbelasting in box 3.
De inleg van in totaal 4.800 euro per jaar kun je, op het moment dat je een aantoonbaar pensioentekort hebt, als aftrekpost gebruiken bij de inkomstenbelasting in box 1. Dit fiscale voordeel kun je gebruiken om in het volgende jaar nog wat meer in te leggen. Dan is het mogelijk om bijvoorbeeld op een inleg van 550 euro per maand uit te komen.
Als je 550 euro per maand vijftien jaar lang belastingvrij spaart tegen een gemiddeld rendement van 2 procent per jaar, dan kom je uit op een eindbedrag van ongeveer 115.000 euro. Dat kun je hier uitrekenen met een tool van de site berekenhet.nl.
Dit bedrag moet je vervolgens in een uitkeringsproduct stoppen bij een verzekeraar of bank. Wat dat kan opleveren kun je onder meer nagaan met een tool van financiële vergelijker MoneyWise.
Wil je twintig jaar lang een uitkering op basis van 115.000 euro dan levert dit momenteel een bruto maanduitkering op van ongeveer 530 euro. Daar moet dan nog wel belasting over worden betaald, zodat je netto ongeveer 300 euro per maand overhoudt.
We vatten dit samen in de onderstaande punten:
- Inleg €400 per maand in geblokkeerde pensioenrekening is aftrekbaar in box 1 van de inkomstenbelasting. Als het fiscale voordeel ook wordt belegd kan de inleg naar €550 per maand.
- Inleg €550 per maand gedurende 15 jaar, vrijgesteld van vermogensbelasting in box 3, levert bij een rendement van 2% per jaar in totaal €115.000 op.
- Vermogen van €115.000 gaat in een uitkeringsproduct dat een bruto uitkering van €530 per maand oplevert gedurende 20 jaar.
- Netto uitkering na belastingheffing in box 1 is ongeveer €300
Sparen: straks nauwelijks belasting in box 3
Hoe kun je dit vergelijken met sparen via box 3? Belangrijk hier is om te beseffen dat, als het aan het kabinet Rutte ligt, sparen in box 3 vanaf 2022 zeer laag wordt belast.
Het nadeel versus de fiscaal vriendelijke constructie is dan vooral dat de inlegde premie niet als aftrekpost kan worden opgevoerd bij de inkomstenbelasting in box 1.
Stel je kiest ook voor een inleg van 400 euro per maand gedurende vijftien jaar.
Als je dit doorrekent volgens het nieuwe belastingregime dat het kabinet vanaf 2022 wil opleggen – kom je uit op een eindsom van ongeveer 84.000 euro. Dus ruim 30.000 euro minder dan in de fiscaal gefaciliteerde constructie.
De lagere vermogensopbouw in box 3 kun je compenseren doordat je in de uitkeringsfase geen inkomstenbelasting betaalt in box 1 als je het spaargeld aanspreekt.
Stel je besluit je persoonlijke pensioenpot in twintig jaar op te maken, waarbij je in de uitkeringsfase jaarlijks nog een rendement van 2 procent probeert te halen.
Via deze tool van berekenhet.nl kun je nagaan dat als je het totale vermogen op deze manier in iets meer dan twintig jaar opsoupeert, het mogelijk is om een netto uitkering van ongeveer 415 euro per maand te halen.
Per saldo kom je hiermee toch iets hoger uit dan met de fiscaal vriendelijke opbouw. Die levert weliswaar een bruto-uitkering van 530 euro per maand op, maar na de belastingheffing in box 1 blijft daar maar zo'n 300 euro van over.
Dus door de geringe belasting op spaargeld in box 3 die het kabinet Rutte voor ogen heeft, kan het volgende plaatje ontstaan:
- Inleg €400 per maand via box 3 gedurende 15 jaar.
- Bij rendement van 2% per jaar kom je, na bij beperkte belasting op spaargeld (plan Rutte vanaf 2022), op een totaal vermogen van afgerond €84.000 na 15 jaar.
- Als je op het vermogen in de uitkeringsfase 2% rendement per jaar haalt en het bedrag in 20 jaar opsoupeert, kun je een uitkering van ongeveer €415 per maand doen.
Kortom: wie laat begint met een aanvullende pensioenpot voor zichzelf, is vanuit risico-perspectief sneller gedwongen om te kiezen voor sparen. Als het kabinet Rutte er in 2022 inderdaad voor kiest om sparen fors lager te belasten in box 3, kan dat een aantrekkelijke optie zijn.