Stort je vakantiegeld op een spaarrekening van de Postbank en ontvang 2.500
extra rentepunten. Met die punten kun je vervolgens met korting een Nijntje
DVD-box of een dekbedovertrek van Feyenoord aanschaffen. Verkeerde club?
Breng dan je geld naar ANB Amro en ontvang een voetbal met de handtekeningen
van alle Ajax-spelers cadeau. Of nog leuker: ga ‘mazzelsparen’ bij de SNS
Bank en maak kans op verdubbeling van je inleg.

De banken zijn dol op ons spaargeld en Nederlanders zijn dol op gratis onzin.
We brengen ons geld dan ook graag naar de spaarbank. De Nederlandsche Bank
becijferde vorige week dat de gezamenlijke Nederlandse spaarrekening in
april op een nieuw record van 231 miljard euro is uitgekomen.

Maar sparen maakt nog niet spaarzaam. Wat Nederlanders met de ene hand
sparen geven ze met de andere hand nog sneller weer uit. Want we lenen nog
liever dan we sparen. Per saldo geeft de gemiddelde Nederlander daardoor
ieder jaar meer uit dan hij of zij netto verdient. Dat is al zo sinds 2003.
Vorig jaar bereikte de individuele spaarquote het absolute dieptepunt van
min 3,2 procent. Dat betekent dat van iedere honderd euro die een Hollandse
gezin verdiende er meer dan 103 werd uitgegeven! Negatief sparen, noemt de
econoom dat. Lenen, zegt de rest van de mensheid.

Nederland leeft dus op de pof. En daar komt de komende tijd geen verandering
in. Volgens de nieuwe prognose die het Centraal Planbureau vrijdag
bekendmaakte, zal de spaarquote dit jaar iets verbeteren naar min 2,75
procent om volgend jaar op een nieuw dieptepunt van 3,25 procent uit te
komen. Ter vergelijking: de spaarquote van de spilzuchtige Amerikanen kwam
in mei van dit jaar uit op min 1,4 procent. Als de Nederlander al spaart,
dan is dat omdat dat de overheid ons verplicht om een deel van het bruto
inkomen automatisch aan het pensioenfonds over te maken. Op eigen kracht
sparen is er niet meer bij.

Paradoxaal genoeg heeft het vermogen van de gemiddelde Nederlander
weinig van de spilzucht te lijden. Dankzij de steeds maar doorstijgende
huizenprijs en de mooie beursjaren van de afgelopen tijd voelen we ons
rijker dan ooit. En dat geld moet rollen. Geen wonder dat de hypotheekschuld
in april op een nieuw record van 535 miljard euro uitkwam. Dat is een kleine
zeven procent meer dan vorig jaar en maar liefst veertig procent meer dan
vijf jaar geleden. Het is de nationale hobby geworden: verzilver de
overwaarde van je huis ga direct door naar het winkelcentrum.

Niets mis mee, natuurlijk. Tenminste, zolang de huizenprijzen fors blijven
doorstijgen. Wanneer de huizenmarkt het rustiger aan gaat doen - en die
periode zal echt ooit aanbreken - moet de Nederlandse consument snel
terugschakelen naar een calvinistischer spaargedrag. De hand weer op de knip
en het mondje weer op zuinig. Leuk voor de spaarvarkens, maar niet voor de
economische groei. Begin deze eeuw zorgde de lichte afkoeling van de
huizenmarkt via die weg al voor meer dan halvering van de economische groei.
Dat kan de komende jaren zo weer gebeuren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl