Veel geld op je spaarrekening betekent niet automatisch dat je je voor altijd rijk mag rekenen.
Als je niet oplet kan spaargeld langzamerhand wegsmelten door een combinatie van lage spaarrentes en prijsstijgingen die de waarde van je spaargeld aantasten. En als je in je spaarpot een hoger bedrag dan 30.000 euro hebt, moet je ook elk jaar met de fiscus afrekenen.
De bovenstaande situatie beschrijft goed de hedendaagse realiteit. Variabele spaarrentes op vrij opneembare spaarrekeningen gaan richting de 0 procent. Bij grootbanken zoals ABN Amro, ING en Rabobank krijg je op internetspaarrekeningen slechts 0,03 procent rente. Sommige banken zoals Triodos zijn al overgegaan tot een nultarief.
De hoogste variabele spaarrente ligt momenteel op 0,35 procent, maar ook dat is niet veel in historisch perspectief. In de afgelopen vijf jaar was de gemiddelde spaarrente ongeveer 1 procent, volgens gegevens van de site Spaarinformatie.nl.
Tegelijkertijd trekt de inflatie sinds een jaar flink aan. De prijzen van een mandje van consumentenproducten dat het Centraal Bureau voor de Statistiek bijhoudt, stegen gemiddeld met 1,7 procent in 2018. Dat is de grootste stijging in de afgelopen vijf jaar.
Dit jaar is de kans groot dat inflatie nog verder gaat stijgen. Volgens de raming van Centraal Planbureau gaan de prijzen in 2019 met 2,4 procent omhoog, mede vanwege de verhoging van het btw-tarief.
Een ton spaargeld...
Om het effect dat deze krachten gezamenlijk op je spaargeld uitoefenen te illustreren, maakte Business Insider een rekenvoorbeeld. We nemen een spaarrekening waar vijf jaar geleden, op 31 december 2013, 100.000 euro op stond.
Vervolgens berekenen we hoe de maandelijkse waarde van 100.000 euro verandert door de tijd aan de hand van vier scenario's:
- Het spaargeld blijft op een vrij opneembare spaarrekening staan, met een variabele spaarrente.
- Het spaargeld wordt gestald op een spaardeposito met een vaste rente; het geld is niet vrij opneembaar gedurende minimaal 2 jaar.
- Het spaargeld wordt belegd in aandelen (de Europese Stoxx 600 Index)
- Het spaargeld wordt belegd in een Nederlandse woning (de huizenprijsindex van het Kadaster).
De waarde van het spaargeld wordt in reële termen gemeten. Ofwel we corrigeren voor het effect dat de inflatie heeft op de koopkracht van geld. Ook wordt er elk jaar rekening gehouden met de vermogensbelasting in box 3 (met de bijbehorende vrijstelling).
Dit is dan het resultaat:
Het je 100.000 euro vijf jaar lang op een spaarrekening met een variabele rente laten staan, dan is de reële waarde met ongeveer 4.000 euro gedaald.
Als je het dus te druk had om een beleggingsstrategie te bedenken of gewoon niet over je spaargeld hebt nagedacht, ben je na vijf jaar een paar duizend euro armer. Een bedrag waarmee je met het hele gezin heerlijk van de lentezon had kunnen genieten in de Alpen, of kunnen wegdrijven in een opblaasflamingo in Australië.
Het spaargeld inleggen als spaardeposito tegen een vaste rente was een veel beter idee geweest. Dan was je in vijf jaar tijd niet armer geworden, maar was de reële waarde van je vermogen met 674 euro gestegen. Niet veel, maar ten minste iets.
Beleggen in aandelen en vastgoed was achteraf gezien de meest aantrekkelijke optie vanuit het financieel oogpunt. Een belegging in de Europese Stoxx 600 Index had je reële vermogen met ruim 17.000 euro doen stijgen, en als je had meegelift met de gemiddelde stijging van de huizenprijs in Nederland, had je 18.000 euro extra vermogen gehad.
Let wel op: zeker voor aandelen geldt dat beleggen in beursgenoteerde bedrijven niet zonder risico is. In een periode van vijf jaar kunnen koersen flink schommelen en behoren verliezen ook tot de mogelijkheden. In die zin is beleggen in aandelen iets heel anders dan geld op een spaarrekening zetten.
Dus wellicht is het niet zo'n goed idee om met je gehele spaarbuffer te gaan gokken op deze manier. Hier kun je lezen hoeveel spaargeld je beter achter de hand kunt houden voor onvoorziene uitgaven.
Als je een deel van je spaargeld belegt in aandelen of vastgoed, kan dat voor een mooi extra rendement zorgen. Maar als je minder risico wilt lopen, wees dan wel bereid om voor de lange termijn te gaan. Zorg bijvoorbeeld dat je 15 jaar lang niet aan het geld komt dat je inlegt.