Door een wetswijziging kunnen meer dan een miljoen spaarders mogelijk fluiten naar te veel betaalde belasting op spaargeld, ondanks dat de Hoge Raad onlangs uitspraak in hun voordeel deed.

Dat meldt het Financieele Dagblad.

De Hoge Raad oordeelde vlak voor kerst dat het fictieve rendement dat wordt gebruikt om de belasting in box 3 op spaargeld en beleggingen te bepalen, in strijd is met Europees recht en dat ‘rechtsherstel’ geboden dient te worden.

Door de lage spaarrentes is de rentevergoeding op spaargeld de afgelopen jaren vaak lager geweest dan de fiscale heffing op spaargeld.

Maar ruim een miljoen spaarders kan te veel betaalde belasting niet terugvorderen, omdat de bezwaarprocedure in 2016 is aangepast in een groter pakket belastingmaatregelen, meldt het FD.

Spaarders liepen voorheen automatisch mee in de 'massaalbezwaarprocedure', waardoor ze niet individueel bezwaar hoefden te maken binnen de daarvoor gestelde termijn. Deze regeling gold voor de jaren 2013 tot en met 2016 nadat tienduizenden belastingbetalers bezwaar hadden gemaakt tegen de vermogensrendementsheffing in die jaren.

Individueel bezwaar maken binnen zes weken

Sinds 2017 is individueel bezwaar binnen zes weken na de belastingaanslag nodig om deel te nemen aan de massale bezwaarprocedure. Volgens het FD hebben 60.000 spaarders individueel bezwaar gemaakt voor het jaar 2017. Zij kunnen rekenen op lagere aanslag na de uitspraak van de Hoge Raad.

De kansen voor spaarders die tot 2016 belasting betaalden in box 3 zijn ook nog niet verkeken. De procedures tot 2016 liggen nog bij het Europees Hof voor de Rechten van de mens. De uitspraak geldt voor iedereen die belasting betaalde in box 3, zegt Cor Overduin, belastingadviseur bij Grant Thornton die optreedt namens de Bond voor Belastingbetalers, tegen het FD.

Spaarders die over 2017 en en 2018 niet individueel binnen zes weken bezwaar hebben gemaakt, vallen volgens hoogleraar belastingrecht Koos Boer 'juridisch buiten de boot'. Alleen de politiek kan bepalen hen te compenseren.

Aanpassing belastingheffing in box 3

Het kabinet Rutte IV wil de heffing in box 3 gaan aanpassen door de vermogensbelasting te baseren op het daadwerkelijke gemaakt rendement. Maar de invoering hiervan staat pas voor 2025 op de agenda.

Ook in 2022 gelden er drie schijven bij de vermogensbelasting in box 3 en gaat de fiscus ervan uit dat je met een groter vermogen een hoger rendement kunt behalen dan met een lager vermogen.

Het fictieve rendement gaat komend jaar wel iets omlaag, vanwege de lage spaarrente. Hierdoor betaal je minder vermogensbelasting. Dit moet je per schijf effectief betalen over je vermogen:

  • 0 tot 50.000 euro: 0 procent.
  • 50.650 tot 101.300 euro: 0,56 procent (tegen 0,59 procent nu).
  • 101.300 tot 1.013.000 euro: 1,35 procent (tegen 1,40 procent nu).
  • Voor elke euro daarboven: 1,71 (tegen 1,76 procent nu).

Net als bij de inkomstenbelasting gelden de tarieven alleen voor het deel van je vermogen dat binnen deze schijf valt.

Lees meer over sparen: