Spanje gaat zondag weer naar de stembus om een nieuwe volksvertegenwoordiging te kiezen. De politiek vreest opnieuw grote verdeeldheid onder kiezers.

Zeven maanden geleden stemden de Spanjaarden ook al. De centrumrechtse Volkspartij (PP) kreeg toen de meeste stemmen, maar haalde geen meerderheid in de 350 leden tellende Spaanse Tweede Kamer, het Congres van Afgevaardigden.

De PP van demissionair premier Mariano Rajoy en de sociaaldemocratische PSOE waren decennia lang de sterke partijen in Spanje, maar hebben hun greep op de politiek verloren. Ze krijgen tegengas van de links-radicale Podemos van Pablo Iglesias en de liberale partij Ciudadanos van Albert Rivera. Coalitievorming mislukte na de jongste verkiezingen, zodat de kiezer er opnieuw aan te pas moet komen.

Spanje is het eerste land in de Europese Unie dat na de brexit de gang naar de stembus maakt. De verwachting is dat Rajoy enigszins zou kunnen profiteren van die uitkomst, omdat hij zich als rustpunt in de politiek presenteert.

Tik voor de EU?

In de peilingen wint de PP, de partij van Rajoy, wat ten opzichte van de vorige verkiezingen. De partij wordt gevolgd door Podemos. De sociaal-democratische PSOE en de liberale partij Ciudadanos verliezen.

De PP zal vermoedelijk als grootste partij uit de bus komen. Maar dan zal er waarschijnlijk opnieuw moeten worden onderhandeld om tot een coalitie te komen - geen enkele partij is groot genoeg om alleen te reageren. De PP kwam er in de vorige ronde ook al niet uit, en de vrees bestaat dat dat opnieuw niet zal gebeuren.

Als Podemos - zoals de peilingen voorspellen - daadwerkelijk groter wordt dan de PSOE, mag die partij het daarna proberen. Ook die partij kwam er de afgelopen maanden niet uit in de coalitieonderhandelingen, maar Podemos zocht de afgelopen tijd meer toenadering tot de sociaal-democratische PSOE.

Als Podemos daadwerkelijk gaat regeren, zou dat een tik zijn voor de EU. Podemos voelt zich verwant aan het Griekse Syriza, en verzet zich tegen nieuwe bezuinigingen. Het Spaanse begrotingstekort is op dit moment fors hoger dan 3 procent, de norm die binnen de EU is afgesproken. Brussel wil dan ook graag dat Spanje verder in de uitgaven snijdt.

ANP/Z24

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl