- Spaarrentes zijn de afgelopen maanden licht gestegen, maar nog steeds te laag om de inflatie bij te benen.
- Wie ontevreden is over de spaarrente, kan overwegen te gaan sparen bij een andere bank, volgens president Christine Lagarde van de Europese Centrale Bank.
- Echter, ook de hoogste rentes op spaardeposito’s in Nederland zijn echter nog onvoldoende om de koopkracht van spaargeld waardevast te houden.
- Lees ook: Hypotheekrente stijgt duidelijk harder dan spaarrente, ziet DNB – dat is gunstig voor banken
Mensen die het er niet mee eens zijn dat hun bank een lage spaarrente biedt, hebben al langer de mogelijkheid om over te stappen naar een andere bank.
Daarop wees president Christine Lagarde van de Europese Centrale Bank (ECB) zondag in het tv-programma Buitenhof. Ze ging daarmee in op de ophef in Nederland over de relatief lage spaarrentes bij grote banken in Nederland.
“U kunt zeggen: als ik niet op een eerlijke manier gecompenseerd word dan ga ik naar de concurrent. En daar zijn er genoeg van”, verklaarde Lagarde in gesprek met presentator Twan Huys.
Hij confronteerde het hoofd van de ECB met de zeer langzame toename van de spaarrentes bij grote banken in Nederland, terwijl bijvoorbeeld ING en ABN AMRO wel grote winsten maken en de ECB zijn rentetarieven sinds halverwege vorig jaar al met meerdere procentpunten heeft opgevoerd in de strijd tegen de inflatie. Lagarde benadrukte dat het aan klanten zelf is om hun relatie met hun bank te bepalen.
Kleinere banken bieden in Nederland beduidend hogere spaarrentes dan de grootbanken, maar zelfs met de hoogste spaarrentes is het in Nederland niet mogelijk spaargeld waardevast te houden. Zo ligt de hoogste rente voor een 3-jarig spaardeposito op 3 procent, terwijl de inflatie in Nederland afgelopen april op 5,2 procent uitkwam.
Lees ook: Dit zijn de 12 hoogste spaarrentes in Nederland: let op de kleine lettertjes
Lagarde: ECB kijkt naar financiële stabiliteit
Ook gaf ze aan het goed te vinden dat minister van Financiën Sigrid Kaag onlangs banken heeft opgeroepen om hun spaarrentes meer te verhogen. In de ogen van Lagarde zou een dergelijke oproep wel meer bij de rol van Kaag passen, dan bij haar eigen rol als hoofd van de ECB.
"Ik bekijk het vanuit het oogpunt van financiële stabiliteit. We mogen er blij mee zijn dat de Europese banken de test van crises hebben doorstaan", zei Lagarde ook. Ze wees erop dat enkele Amerikaanse banken en ook Credit Suisse eerder dit jaar wel gered moesten worden. Volgens de ECB-president staan "onze banken" er nog steeds goed voor. "Ze zijn niet zo winstgevend als grote Amerikaanse banken, maar ze zijn stabiel en dat is geruststellend."
In het interview herhaalde Lagarde verder dat de ECB nog niet klaar is met het verhogen van de rente in de eurozone. Daarvoor is de inflatie volgens haar nog te hoog.
Er is ook discussie over hoeveel de lonen omhoog kunnen. De vakbonden hanteren de laatste tijd hoge looneisen om te zorgen dat werknemers worden gecompenseerd voor de sterke toename van de prijzen in bijvoorbeeld de supermarkt. Ze wijzen erop dat veel bedrijven grote winsten maken.
Lagarde snapt de opstelling van de bonden, maar legde uit dat bedrijven ook moeten kijken hoe ze met stijgende kosten omgaan en hoe ze een deel van hun marges wel of niet inzetten. "Het is aan de sociale partners om tot een overeenkomst te komen. Maar iedereen moet z'n steentje bijdragen. Niet alleen de consumenten, niet alleen de werknemers."