De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag op de laatste handelsdag van oktober stevig in de plus gesloten, waarbij de Dow-Jonesindex en brede S&P 500 nieuwe recordstanden bereikten. De onverwachte extra stimulans van de Japanse centrale bank werd net als in Europa ook op Wall Street enthousiast onthaald.

De Dow eindigde 1,1 procent hoger op 17.390,52 punten. De S&P ging 1,2 procent omhoog tot 2018,05 punten. De Nasdaq steeg 1,4 procent naar 4630,74 punten, het hoogste niveau sinds maart 2000.

De Bank of Japan besloot vrijdag het huidige steunprogramma, waarbij jaarlijks 60 tot 70 biljoen yen (507 miljard euro) aan extra liquiditeit in de markt wordt gepompt, te vergroten naar 80 biljoen yen. Het staatspensioenfonds gaf aan de komende tijd de helft van het vermogen te steken in aandelen uit binnen- en buitenland.

Consumenten VS

Daarnaast bleek dat Amerikaanse consumenten in september 0,2 procent minder hebben uitgegeven dan een maand eerder. Die daling kwam onverwacht. Economen rekenden op een minieme toename van de consumptie. De Universiteit van Michigan maakte bekend dat de index die het Amerikaanse consumentenvertrouwen meet in oktober is gestegen naar het hoogste niveau in 7 jaar.

Voorbeurs brachten Chevron en ExxonMobil hun kwartaalcijfers naar buiten. Beide oliebedrijven boekten meer winst dan analisten hadden verwacht. ExxonMobil ging 2,4 procent omhoog, net als Chevron.

Citigroup gaf aan dat zijn winst in het derde kwartaal lager is uitgevallen dan eerder deze maand werd gerapporteerd. De bank maakte donderdag nabeurs bekend door stijgende juridische kosten 600 miljoen dollar in mindering te brengen. Het aandeel liet desondanks een plus van 0,7 procent zien.

Cijfers LinkedIn vallen mee

De zakelijke netwerksite LinkedIn steeg 12,8 procent, na meevallende kwartaalcijfers. Aanbiedingensite Groupon won 22 procent, geholpen door een flink hogere omzet. De maker van actiecamera's GoPro tekende een winst op van 13 procent, dankzij positieve verwachtingen.

Koffieketen Starbucks zakte echter 2,3 procent onder druk van tegenvallende omzetcijfers.

De euro was 1,2534 dollar waard, tegen 1,2532 dollar bij het slot van de Europese handel. De prijs van een vat Amerikaanse olie stond 0,4 procent lager op 80,72 dollar. Brent werd 0,2 procent goedkoper op 86,01 dollar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl