Kredietbeoordeelaar S&P geeft betere kredietbeoordelingen aan pakketjes Amerikaanse hypotheekleningen dan de concurrentie. Inmiddels zou het marktaandeel van S&P in korte tijd zijn verdrievoudigd.
Dat meldt The New York Times op basis van onderzoek. Standard & Poor’s bestrijdt de conclusie van de krant, maar wil er verder niet op ingaan.
Kredietbeoordelaar S&P is op dit moment verwikkeld in een rechtszaak met de Amerikaanse overheid waarin het bedrijf zich moet verdedigen tegen beschuldigingen van het geven van te optimistische kredietbeoordelingen in de periode vóór het uitbreken van de kredietcrisis.
S&P stelt in die rechtszaak dat het zich ook in het verleden nooit door zakelijke belangen liet beïnvloeden bij het geven van beoordelingen. Het vergroten van marktaandeel zou dus geen invloed hebben op de beoordeling; toen niet, en nu ook niet.
In hetzelfde artikel in The New York Times wordt deze bewering weersproken door David Jacob, een gepensioneerde manager van de S&P-afdeling die hypotheekleningen beoordeeld. “Het is onzin om te zeggen dat marktaandeel er niet toe doet. (…) het is niet Gods werk, het is een business.” Jacob, zelf een groot voorstander van strengere criteria, vertrok in 2011 na een conflict over deze kwestie bij het bedrijf.
Mede-oorzaak financiële crisis
De hele kwestie ligt extra gevoelig vanwege de rol die de kredietbureaus hebben gespeeld tijdens de crisis. kredietbeoordelaars, waarvan Moody's, Standard & Poors en Fitch de belangrijkste zijn, stonden mede aan de wieg van de financiële crisis. De bedrijven hadden pakketjes leningen waarin ook Amerikaanse rommelhypotheken zaten, een AAA-rating meegegeven. Dat is de hoogst mogelijke beoordeling.
Deze leningen werden door beleggers als een veilige investering gezien. Toen steeds meer huiseigenaren niet meer aan hun verplichtingen konden voldoen en de pakketjes toch niet zo betrouwbaar bleken, veroorzaakte dat een domino-effect in de financiële wereld, culminerend in de val van Lehman Brothers en wereldwijde reddingsoperaties van grote banken door de overheid.
Ook tijdens de eurocrisis kwam er kritiek op kredietbeoordelaars. Ditmaal niet omdat ze te hoge beoordelingen gaven, maar omdat ze juist te streng zouden zijn en de kredietwaardigheid van eurolanden als Griekenland, Italië en België te laag inschatten, waardoor deze landen steeds meer rente moesten betalen op staatsleningen.
Lees ook:
Standard and Poors: hecht niet te veel waarde aan ons
‘Europees ratingbureau geen taak voor ECB’
Herstel markt verpakte leningen
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl