Volgens Louis van Gaal wordt hij na de zomer trainer van de grootste club ter wereld. Maar dat is Manchester United al jaren niet meer.
“Ik wilde altijd al in de Premier League aan de slag gaan. Het trainen van de grootste club van de wereld vervult me dan ook met trots.”
Dat zei de Nederlandse trainer Louis van Gaal nadat vorige week bekend werd dat hij de nieuwe trainer van Manchester United wordt.
De grootste club ter wereld, klopt dat wel? Qua fans wellicht, al lijkt het aantal van 659 miljoen aan de hoge kant. Maar zowel in sportief als commercieel opzicht is Manchester United niet de grootste club ter wereld. Er is maar één club die aanspraak maakt op die titel en dat is Real Madrid. Kijk maar mee.
Europees succes
Aan de jarenlange obsessie van Real Madrid om voor de tiende keer het grootste bekertoernooi in Europa te winnen, kwam zaterdag een einde. Na de verlenging kreeg Real de stadgenoten van Atlético op de knieën. La Décima (de tiende) is binnen.
Daarmee is Real Madrid op sportief gebied veruit de succesvolste club ter wereld. AC Milan moet het doen met zeven Europese eindzeges, Bayern München en Liverpool volgen met vijf.
En Manchester United? Dat was drie keer winnaar van de Europa Cup, voor het laatst in 2008 toen het Chelsea versloeg na strafschoppen. ManU stond ook in 2009 en 2011 in de finale, maar het had geen verweer tegen het dominante spel van Barcelona.
Op sportief vlak berust de uitspraak van Van Gaal dus op drijfzand. Maar ook financieel staat Manchester United niet aan de top.
Inkomsten van voetbalclubs
Adviesbureau Deloitte brengt sinds het seizoen 1996/1997 elk jaar de inkomsten van voetbalclubs in kaart. Tot en met het seizoen 2003/2004 voerde Manchester United de zogenoemde Money League aan. In dat voetbaljaar wist de huidige club van Robin van Persie 259 miljoen euro aan omzet te genereren.
Maar sindsdien is Real Madrid United voorbijgestreefd. Sterker nog: Barcelona en Bayern München zijn Manchester ook gepasseerd qua opbrengsten, blijkt uit de meest recente cijfers van vorig jaar.
Hoe komt het dat Manchester United achterop is geraakt? Dat ligt in ieder geval niet aan de inkomsten op wedstrijddagen, blijkt uit de onderstaande grafiek.
ManU, Real Madrid en Barcelona verdienen ongeveer evenveel aan de verkoop van kaarten en versnaperingen bij thuiswedstrijden.
Alleen Bayern München verdient een stuk minder aan tickets, doordat de toegangsprijzen relatief laag zijn. Voor 140 euro kun je alle competitiewedstrijden van Bayern bezoeken, terwijl een seizoenkaart bij Manchester United minimaal 650 euro kost.
Het prijsverschil is een uitvloeisel van de unieke manier waarop Duitse clubs gerund worden. Via de zogenoemde 50-plus-1-regel hebben fans altijd een meerderheid van de stemmen. Daardoor blijven de tickets betaalbaar.
Manchester United kwam in 2005 definitief in handen van de Amerikaanse zakenman Malcolm Glazer. Sindsdien zijn de kaartjes fors duurder geworden, net als bij andere clubs in de Engelse Premier League.
Commerciële inkomsten en tv-deals
Aan het stadion verdient Manchester dus genoeg, maar op commercieel vlak valt er nog het nodige te winnen. Daarbij gaat het met name om sponsordeals en de verkoop van merchandising.
Hoewel de commerciële inkomsten sinds 2009 gestaag toenemen, weten Real en Bayern hun naamsbekendheid beter uit te buiten.
Als je alleen kijkt naar sponsordeals en kaart- en shirtverkoop, dan bedraagt het verschil in inkomsten tussen Manchester en Real slechts 25 miljoen euro in het voordeel van de Spanjaarden.
De echte klapper voor Real (en ook Barcelona) is het geld uit de tv-rechten. Beide clubs krijgen het grootste deel van de tv-inkomsten in Spanje. Zij zijn immers veruit de grootste namen en zorgen voor het meeste entertainment, is de redenering. De overige 18 clubs in de hoogste Spaanse divisie moeten het met aanzienlijk minder doen.
Dat is een groot contrast ten opzichte van het Engelse en Duitse model, waar het geld eerlijker wordt verdeeld. Zonder de andere teams heb je immers geen volwaardige competitie.
Real en Barcelona voeren de Money League al sinds 2009 aan door de scheve verdeling van de tv-inkomsten in Spanje. Mede daardoor kunnen beide teams supersterren als Neymar en Gareth Bale voor grote bedragen aantrekken.
Maar er is hoop voor de rest van de Europese top. Volgend jaar gaat de Spaanse verdeling van de tv-inkomsten op de schop en mogen Real en Barcelona slechts 4 keer zoveel ontvangen als de kleinste club. Dat is nu nog 6,5 keer zoveel.
Daardoor zouden de Europese topclubs de komende jaren wat dichter bij elkaar kunnen komen qua inkomsten. En mag Louis zich wellicht toch de trainer noemen van de grootste club ter wereld.
Lees ook
Feyenoord financieel kampioen van Nederland
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl