Als je ooit weleens een date hebt gehad, dan heb je jezelf daarna ongetwijfeld een of meer van de volgende vragen gesteld: Was ze lief? Was hij slim? Was er een vonk? Was er chemie?
In gewone vriendschappelijke relaties wordt er zelden tot op dat detailniveau geanalyseerd, niet in het echte leven en niet in wetenschappelijk onderzoek. Hoewel er een schier onuitputtelijke hoeveelheid onderzoeken bestaat naar aantrekkingskracht tussen liefdespartners, zijn er relatief erg weinig over vriendschap.
Maar een onderzoek uit 2015 genaamd Friendship Chemistry: An Examination of Underlying Factors bekijkt de eerste klik tussen vrienden net zo intensief als in de regel gedaan wordt bij romantische relaties.
Het onderzoek, dat is gepubliceerd in het Social Science Journal, concludeert dat sommige mensen eerder vriendschappelijke chemie zullen ervaren. De onderzoekers noemen dat “een onmiddellijke verbinding tussen vrienden die haast vanzelf tot stand komt en de relatie heel natuurlijk maakt”.
Die mensen zijn aardig en vriendelijk, open voor nieuwe ervaringen, en vaak harde werkers en goed georganiseerd.
De onderzoekers kwamen tot deze conclusie na een experiment waarin ze 1.300 volwassen deelnemers vroegen of ze ooit vriendschappelijke chemie hadden ervaren.
Als ze ja antwoordden, werd de deelnemers gevraagd aan een specifieke vriend te denken met wie ze een klik hadden, om daar vervolgens een heleboel vragen over te beantwoorden. Als ze nee antwoordden, werd hen gevraagd waarom ze denken dat nooit ervaren te hebben. De onderzoekers hebben alle deelnemers ook gevraagd een uitgebreide persoonlijke vragenlijst in te vullen.
De onderzoekers wijzen erop dat de eigenschap 'hard werken en goed georganiseerd' mogelijk alleen als belangrijke factor naar boven kwam, omdat de deelnemers vooral studenten en hoogopgeleiden waren. Maar ze zeggen dat alle drie de gevonden eigenschappen te maken hebben met goede communicatievaardigheden, die daarmee chemie tussen vrienden mogelijk maken.
Vriendschappen bloeien op als iets persoonlijks wordt gedeeld
Er zijn ook aspecten van de relatie zelf – en niet de individuele eigenschappen – die het meer of minder waarschijnlijk maken dat een vriendschap opbloeit. Een van die factoren is jezelf blootgeven. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat mensen elkaar meer mogen nadat ze iets persoonlijks met elkaar gedeeld hebben. Daar zijn wel twee kanttekeningen bij te plaatsen, namelijk dat het delen wel wederzijds moet zijn en dat je niet te snel persoonlijk kunt worden.
Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat deelnemers met een Europese/witte etnische achtergrond vaker vriendschappelijke chemie voelen dan anderen. Dat komt mogelijk omdat andere groepen mogelijk vormen van discriminatie hebben ondervonden en zich daarom minder snel blootgeven.
Onderzoeksleider Kelly Campbell vertelde me dat als je te maken hebt gehad met discriminatie en "het idee hebt dat je wordt veroordeeld door een ander of dat ze je niet gaan begrijpen, je jezelf minder snel openstelt bij die eerste interactie. En dat doet al snel de deur dicht voor die vriendschappelijke chemie."
Tegelijkertijd is een gedeelde geschiedenis of levensstijl een van de meest belangrijke factoren voor een bloeiende vriendschap.
Campbell vertelde me dat ze een van haar beste vriendinnen heeft leren kennen op de universiteit en dat ze nauwelijks méér van elkaar konden verschillen. Eentje kwam uit Vancouver in Canada en de ander uit het diepe zuiden van de VS. De een was wit en de ander Afro-Amerikaans. De een was conservatief en de ander liberaal.
Maar uiteindelijk ontwikkelde zich een mooie vriendschap vanwege een van de factoren die uit haar latere onderzoek kwam, namelijk "humor en gewoon een vriendelijk nuchter mens zijn" en een leefstijl delen. Volgens Campbell was "elke dag gedurende vier jaar lang ongeveer hetzelfde voor ons beiden".