- De vraag naar zonnepanelen neemt explosief toe vanwege de energietransitie.
- Met de Solar Energy UCITS ETF van HAN ETF beleg je in fabrikanten van zonnepanelen en hun toeleveranciers.
- Je kunt hier hoge rendementen mee behalen, maar vlak de risico’s niet uit; vooral niet bij Chinese bedrijven.
- Business Insider geeft aan waar je op moet letten om te kunnen beoordelen of deze belegging bij je past.
ANALYSE – Fossiele energie heeft zijn langste tijd gehad, zoveel is zeker. Om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan, proberen landen wereldwijd de CO2-uitstoot fors terug te dringen.
Afgelopen week presenteerde eurocommissaris Frans Timmermans het zogeheten Fit for 55-pakket: een 12.000 pagina’s tellend pakket maatregelen, dat ervoor moet zorgen dat de CO2-uitstoot in 2030 55 procent lager ligt dan in 1990.
Een van de manieren om dit te bereiken is door meer energie te halen uit schone energiebronnen, zoals zon en wind. Over negen jaar moet 40 procent van alle energie in de EU daar vandaan komen.
Ook andere landen die het Klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend, waaronder de VS en China, storten zich op de energietransitie. Dit zal ongetwijfeld leiden tot een explosieve toename van het aantal zonnepanelen.
Het Internationaal Energie Agentschap voorspelde enkele maanden geleden dat de komende dertig jaar wereldwijd zo’n 5 biljoen dollar geïnvesteerd moet worden om energieneutraal te kunnen worden.
Hierbij wordt de zon naar verwachting met afstand de belangrijkste energiebron, gevolgd door wind. Er zijn ook andere vormen van duurzame energie in ontwikkeling, maar deze zijn nog niet zo betaalbaar en schaalbaar als zonne- en windenergie.
Beleggen in een ETF die zich toespitst op fabrikanten van zonnepanelen was tot voor kort niet mogelijk in Europa. Maar op 1 juni is hier verandering in gekomen: toen lanceerde HANetf de Solar Energy UCITS ETF (ISIN: IE00BMFNWC33) die een notering heeft op de beurs van Londen.
Waarin belegt het fonds?
De ETF volgt de EQM Global Solar Energy-index, die is samengesteld met bedrijven die een belangrijk deel van hun omzet uit de markt voor zonne-energie halen. Dit kunnen fabrikanten van zonnepanelen zijn, maar bijvoorbeeld ook producenten van grondstoffen, omvormers en energie-opslagsystemen. Ook zitten er enkele bedrijven in die elektriciteit leveren die wordt opgewekt met zonnepanelen.
De index bestaat uit 44 bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan het Chinese Jinkosola, de grootste fabrikant van zonnepanelen ter wereld. Of aan het aan de Nasdaq genoteerd Amerikaanse techbedrijf Enphase Energy, dat softwaregestuurde energieoplossingen levert.
Een andere belangrijke speler is Daqo New Energy Corp, een Chinese fabrikant van speciale soorten silicium, zoals monokristallijn en polysilicium.
Meer dan een kwart van de bedrijven komt uit de VS, ruim een derde komt uit China en Taiwan en ongeveer 20 procent uit Spanje en Duitsland.
De aandelen hebben een weging in het fonds die uiteen loopt van 0,74 tot 3,7 procent. Bedrijven die meer dan 60 procent van hun omzet uit zonne-energie halen drukken zwaarder op de index dan bedrijven die minder intensief in deze business zitten.
HANetf kiest voor fysieke replicatie. Dat houdt in dat het fondshuis alle aandelen van de onderliggende index daadwerkelijk koopt. Dat is vaak wat duurder, maar wel veiliger dan zogeheten synthetische ETF’s, die een index nabootsen met behulp van derivaten en daardoor een tegenpartijrisico met zich meebrengen.
HANetf is een relatief kleine speler op de ETF-markt. Het bedrijf is gespecialiseerd in thematische ETF’s die beleggen in megatrends en innovatieve sectoren. Zo biedt het bedrijf fondsen aan met een focus op cloud-technologie, e-commerce, medische cannabis, digitale infrastructuur en beleggingen volgens de sharia-wetgeving.
Wat levert het op?
Dat er een mooie toekomst in het verschiet ligt voor duurzame energie, staat buiten kijf. Schone energiebronnen als zon en wind stoten weinig tot geen CO-uit en raken bovendien nooit op.
Zonnepanelen en windmolens kunnen bovendien steeds beter de concurrentie aan met fossiele energie als olie en aardgas, omdat ze de afgelopen twintig jaar aanzienlijk goedkoper zijn geworden, door de ontwikkeling van nieuwe technieken. Wet- en regelgeving van landen die de klimaatdoelen willen halen, geeft de sector een extra steun in de rug.
Er zit dus zeker potentie in de markt voor zonnepanelen. Uit historische data blijkt dat de EQM Global Solar Energy-index, waaraan de zonne-energie ETF van Hanetf zich spiegelt, vorig jaar een rendement behaalde 251 procent. In 2019 liep deze index met 69 procent op. Dat zijn indrukwekkende percentages.
Maar de resultaten kunnen wel vrij grillig zijn. Zo staat de index dit jaar op 6,4 procent verlies en dook de graadmeter in 2018 ruim 28 procent in de min. Wie hierin belegt, moet dus wel tegen een stootje kunnen en ook een lange adem hebben om koersverliezen te kunnen wegpoetsen.
Naast koerswinst strijk je ook dividend op. Het dividendrendement van deze ETF bedraagt momenteel 0,59 procent. Dat is geen vetpot. Maar bedenk dat de kost hier voor de baat uitgaat. Leveranciers van zonnepanelen moeten fors investeren in onderzoek en ontwikkeling en uitbreiding van hun productiecapaciteit. Ze zullen dus minder geneigd zijn om winsten uit te keren aan de aandeelhouders.
Wat zijn de risico’s?
De markt voor zonnepanelen is een vechtmarkt. Dat brengt uiteraard risico’s met zich mee. Niet elk bedrijf zal de strijd overleven. En vanwege de felle concurrentie staan de prijzen van zonnepanelen, en daarmee de winstmarges, onder druk.
Daarnaast beleg je in veel Chinese bedrijven, wat de nodige politieke risico’s met zich meebrengt. De laatste maanden zien we dat Beijing hard ingrijpt bij succesvolle Chinese bedrijven, om uitwassen van het kapitalisme tegen te gaan. Je moet er dus op beducht zijn dat de Chinese overheid op elk moment de spelregels kan veranderen. Dat dit de beurskoersen onder druk kan zetten, is een no-brainer.
Ook loop je het risico op boycots van Chinese bedrijven. Zo heeft De VS afgelopen maand de invoer van belangrijke grondstoffen voor zonnepanelen vanuit China verboden, omdat de producenten gebruik zouden maken van dwangarbeid door Oeigoeren, een moslimminderheid. Hieronder vallen ook bedrijven waarin deze ETF belegt, zoals GCL-Poly en Daqo New Energy.
Verder loop je een valutarisico omdat de basisvaluta de dollar is.
Wat kost het?
Omdat de kosten een deel van je beleggingswinst afsnoepen, is het verstandig om hier goed op te letten. Een veel gebruikte maatstaf is de total expense ratio (TER). Dit is een optelsom van de kosten die het fonds jaarlijks inhoudt voor geleverde diensten, zoals handels-, bewaar- en marketingkosten.
De TER van deze ETF bedraagt 0,69 procent per jaar. Dat is niet spotgoedkoop, maar ook niet buitensporig.
Zijn er alternatieven?
Er is in Europa nog geen ander indexfonds dat zich specifiek toelegt op zonne-energie. Wel zijn er diverse ETF's beschikbaar die zich richten op duurzame energie in bredere zin, dus ook pp windenergie en waterstof.
Je kunt ook zelf rechtstreeks rendement behalen uit de zon, door zonnepanelen op je dak te leggen. Voor een set van tien panelen moet je volgens Milieu Centraal ongeveer 5.000 euro neertellen, inclusief installatie, omvormer en btw. Omdat je de btw grotendeels terug kunt vragen via de Belastingdienst, ben je netto circa 4.200 euro kwijt.
De panelen leveren voor circa 650 euro per jaar stroom, waardoor je de investering na ongeveer zeven jaar hebt terugverdiend. In de daarop volgende 18 jaar dat de panelen meegaan, bespaar je in totaal ruim 10.000 euro elektriciteit.
Is je dak ongeschikt voor zonnepanelen of wil je hier niet rechtstreeks in investeren, dan kun je ook via crowdfunding participeren in een zonnepark. Je verstrekt dan een lening waarover je rente krijgt. Na afloop wordt de hoofdsom teruggestort. Het rendement hierop is vaak lager, maar ook aanzienlijk minder grillig dan bij aandelen van fabrikanten van zonnepanelen.
Voors en tegens van beleggen in zonne-energie
De markt voor zonnepanelen is onmiskenbaar een groeimarkt. Een belegging in bedrijven die hiermee hun geld verdienen, kan hoge rendementen opleveren. Maar je loopt ook flinke risico's. Het is een vechtmarkt en je belegt in veel Chinese bedrijven, die kampen met een onvoorspelbare overheid. Hierdoor kunnen de koersen behoorlijk fluctueren.
De Solar Energy UCITS ETF kent wel een brede spreiding, met meer dan 40 bedrijven, verdeeld over de hele wereld. Maar omdat je in slechts in één markt belegt, is het wel verstandig om de blootstelling aan dit fonds beperkt te houden.
Vind je de risico’s te groot, dan kun je ook zelf zonnepanelen kopen. Dit vergt een forse investering, maar je verdient de kosten binnen enkele jaren terug via een lagere energierekening.
Lees meer over (beleggen in) duurzame energie:
- Waarom investeren in zonnepanelen nu extra voordeel oplevert – en wat er gebeurt als de salderingsregeling afloopt
- Geen dak, maar wil je toch zonnepanelen? Dit zijn 5 betaalbare alternatieven
- Nieuwe wereldwijde aandelen-ETF van Vanguard met lichtgroen tintje: dit moet je weten over de kansen, kosten en risico’s
- Nieuwe waterstof-ETF van VanEck: dit moet je weten over de kansen, kosten en risico’s