Als je een smartphone kapot laat vallen en een toestelverzekering hebt afgesloten, heb je dan recht op een gloednieuwe telefoon? Nee, oordeelt klachteninstituut Kifid deze week.
Een consument was naar het Kifid gestapt nadat verzekeraar ACE European Group zijn kapotte Sony Xperia Z5 had vervangen door een opgeknapt tweedehandsje.
Dat was volgens hem niet de afspraak. In de telefoonwinkel was hem verteld dat hij op een nieuw exemplaar kon rekenen bij een defect. Zijn Xperia Z5 was bovendien slechts elf maanden oud.
Het Kifid stelt dat de consument geen recht heeft op een nieuw toestel. Bij een toestelverzekering is de smartphone niet gedekt tegen de nieuwwaarde, maar tegen de vervangingswaarde. De verzekeraar is verplicht om het apparaat te vervangen “door eenzelfde type apparaat of een apparaat met gelijkwaardige specificaties”.
Daar heeft ACE aan voldaan door een refurbished exemplaar van de Sony Z3+ aan te bieden met hagelnieuwe onderdelen. Op het opgeknapte toestel kreeg de consument bovendien drie maanden garantie.
Bij een vergelijkbare zaak in 2016 oordeelde de rechter dat een iPhone die binnen de garantieperiode gebreken vertoonde wel vervangen moet worden door een volledig nieuw toestel. Er is echter een wezenlijk verschil tussen beide gevallen: bij de iPhone ging het om een defect, bij de Xperia Z5 heeft de consument waarschijnlijk de schade veroorzaakt.