Kunnen smartphones zo duur zijn dankzij abonnementen?

Dit artikel verscheen eerder in de wekelijkse Business Insider Tech-Update. Deze nieuwsbrief ook ontvangen? Schrijf je dan onderaan deze pagina in.

OPINIE – Je herkent dit patroon waarschijnlijk wel: elke twee jaar, als je je telefoonabonnement mag verlengen, kies je hier ook een nieuwe telefoon bij uit. Daardoor merk je eigenlijk niet veel van de kosten van het apparaat. Sterker nog, een exorbitante prijs is geen dealbreaker.

En dat gebeurt niet alleen in Nederland, ook in andere landen is dat normaal.

Je zou dus kunnen stellen dat deze manier van verkopen telefoonfabrikanten in staat stelt om de apparaten duurder en duurder te maken zonder dat klanten afhaken. Iets wat ondersteund wordt door de cijfers. Hieruit blijkt namelijk dat de verkoop van duurdere telefoons stijgt terwijl de goedkopere modellen juist minder verkocht worden. Met andere woorden: steeds meer mensen kiezen voor dure telefoons.

Dat is iets wat Steve Jobs misschien al wist ten tijde van de introductie van de allereerste iPhone. Op dat moment hadden Tim Cook en Jobs onenigheid over de introductieprijs. Jobs wilde dat de telefoon 499 dollar ging kosten en dat klanten hem gewoon zo moesten kopen. Cook dacht daar anders over. Hij wilde de iPhone in combinatie met een abonnement aanbieden, waardoor hij slechts 199 dollar zou kosten.

Jobs won de eerste keer van Cook, maar de jaren erna werd de telefoon toch gesubsidieerd door providers. Daarmee werd immers een groter publiek bereikt, precies wat Cook's argument was voor de prijsvoering.

Maar die constructie, die al langer gemeengoed was, geeft smartphonemakers eigenlijk een vrijbrief om de prijzen flink te verhogen.

Iets wat Apple dit jaar ook ruimschoots heeft gedaan. Cook verkondigde vorige week in de jaarlijkse iPhone-presentatie dan wel dat hij heel trots was dat Apple dit jaar de prijzen gelijk kon houden aan vorig jaar, maar hij vertelde er niet bij dat het alleen voor de VS en Canada geldt. In Nederland zijn de nieuwe iPhones met 10 procent of meer in prijs gestegen.

Daarnaast hebben we vrijwel alleen bij Apple een beeld van wat de productiekosten van een iPhone zijn. Die liggen doorgaans zo rond de helft van de verkoopprijs. Een relatief flinke marge waar Apple niet veel op inlevert als de telefoon door een derde partij verkocht wordt.

Deze marge zal bij andere fabrikanten niet heel anders zijn. In de smartphonewereld werkt iedereen op een vergelijkbare manier. Het is dan ook meer de vraag of we niet gewoon gewend zijn geraakt aan hoge prijzen en accepteren om veel te veel te betalen voor een smartphone.

Neem de volgende vergelijking als voorbeeld: een iPhone kost tegenwoordig bijna evenveel als een MacBook, in sommige gevallen zelfs meer. En dat terwijl je in vergelijking veel meer waar voor je geld krijgt als je een MacBook koopt.

Uit schattingen blijkt dat de marges op MacBooks inderdaad ietsjes lager liggen. Een MacBook Air M1 zou bijna 800 dollar kosten om te produceren . Deze wordt verkocht voor ongeveer 1.200 euro. Dat is een marge van 50 procent. Een iPhone 13 Pro kost ongeveer 570 dollar om te maken , en wordt verkocht voor rond de 1.150 euro. Een marge van ongeveer 100 procent.

Dus in eerste instantie zou je inderdaad zeggen dat Apple een ruime marge neemt op de iPhones. Maar als je dan ziet dat de MacBook Pro 14-inch zo’n 1.100 tot 1.200 dollar kost om te maken en voor meer dan 2.200 euro over de toonbank gaat, dan komt de marge akelig dicht in de buurt van die van de iPhone.

Maar waar de MacBook Pro bij een zeer selectief publiek aantrekkelijk is, is de iPhone voor de massa. En er is maar één manier waarop Apple's marge te behappen is voor deze massa, en dat is door de constructie waaronder telefoons op dit moment verkocht worden.

Dus ja, je zou kunnen stellen dat het kiezen van een nieuwe telefoon in combinatie met een abonnement fabrikanten in staat stelt om de prijs op te drijven zonder klanten te verliezen.

LEES OOK: De iPhone 14 Plus krijgt het zwaar