Slimme computertechnologie wordt steeds goedkoper. Met Doelbeleggen wil vermogensbeheerder Velthuyse & Mulder geavanceerde vermogenssoftware ook voor kleinere particulieren beschikbaar stellen.
Doelbeleggen met de Doelmeter. In eerste instantie klinkt dat weinig verrassend. Wie zich meldt bij een vermogensbeheerder met een zak geld doorloopt immers een standaardprocedure. De eerste vraag is dan: wat is uw beleggingsdoel?
Het beleggingsdoel komt doorgaans neer op een beoogd eindkapitaal voor bijvoorbeeld aanvullend pensioen, de aflossing van een hypotheeklening of de studie van kinderen. Op basis van de beleggingshorizon en het risicoprofiel van een belegger kan de vermogensbeheerder dan een beleggingsportefeuille suggereren.
Professionele software voor kleine particulier
“Met Doelbeleggen gaan we een stap verder”, zegt Tjade Groot, die het concept heeft ontwikkeld voor vermogensbeheerder Velthuyse & Mulder. “Wat je met de achterliggende software van de Doelmeter hebt, is een product dat voorheen alleen voor pensioenfondsen en zeer vermogende particulieren beschikbaar was, maar dan voor een veel bredere groep.”
Het product is namelijk toegankelijk voor particulieren met een vermogen vanaf 2.500 euro. Groot: “Dus ook bijvoorbeeld voor zzp’ers die zelf pensioen moeten opbouwen. We zien een steeds grotere groep die voor z’n pensioen of de aflossing van de hypotheek aan de slag moet met beleggen.”
Haalbaarheid
Het idee van Doelbeleggen is dat na het vaststellen van de startsituatie van de klant en het beoogde eindkapitaal, er een keuze wordt gemaakt voor de meest haalbare manier om het einddoel te bereiken. "Als blijkt dat je bij een bepaalde inleg er met sparen ook komt, is dat prima. Het gaat om de zinnigste oplossing voor de klant", zegt Groot.
Het grote verschil met veel standaardoplossingen van vermogensbeheerders is volgens Groot dat de klant een online dashboard heeft. Dat biedt permanent inzicht in hoe het zit met de haalbaarheid van het gestelde einddoel. "Als dat bijvoorbeeld tien jaar in de toekomst ligt, zul je zien dat de wilde koersbewegingen op de beurs van deze week heel weinig invloed hebben. Je leert dus verder te kijken dan de dagkoersen op de beurs."
Andere route
De Doelmeter houdt daarnaast niet statisch vast aan een eenmaal gekozen route voor het bereiken van een eindvermogen.
Groot: "Als gedurende de rit blijkt dat je bijvoorbeeld zoveel vermogen hebt opgebouwd dat het oorspronkelijke einddoel ruimschoots wordt overtroffen, signaleert de Doelmeter dat. Dan kun je in overleg met de vermogensbeheerder bekijken of het zinvol is een andere route te kiezen. Bijvoorbeeld door het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille aan te passen of iets te doen met de inleg."
Het omgekeerde geldt volgens Groot ook. Als de haalbaarheid van een doelkapitaal door een beursdip serieus in het geding komt, kan bijvoorbeeld een verhoging van de inleg soelaas bieden. "Het idee is dat de klant alerts vroegtijdig, op relevante momenten krijgt. Niet dat je één keer een beleggingsportefeuille inricht, er jaren niet meer naar kijkt en dan constateert dat er een groot gat is of juist een overschot."
Maar is het niet onrustig, als iemand bijvoorbeeld met een horizon van twintig jaar belegt, om dagelijks geconfronteerd te worden met analyses van de Doelmeter? "Daar kun je verschillend mee omgaan", zegt Groot. "Je kunt bijvoorbeeld drempelwaardes instellen, zodat je alleen alerts krijgt als de haalbaarheid van je einddoel zich buiten bepaalde bandbreedtes begeeft."
Kosten en fiscus
Voor de dienstverlening van Doelbeleggen rekent Velthuijse & Mulder een vergoeding van 0,75 procent van het vermogen per jaar. Daar komen nog de transactiekosten en de beheerkosten van de beleggingsproducten bij.
Groot: "Voor beleggen maken we gebruik van goedkope indexfondsen met lage beheerkosten, waardoor de totale kosten op ongeveer één procent per jaar uitkomen." Voor vermogensbeheer waarbij beleggingsportefeuilles door de beheerder worden aangekocht en aangepast is dat volgens Groot een scherp tarief.
Doelbeleggen heeft vooralsnog alleen een variant die onder box 3 van de inkomstenbelasting valt, geeft Groot desgevraagd aan. Dit betekent dat iemand die méér dan 21 duizend euro aan spaargeld en beleggingen heeft, jaarlijks 1,2 procent vermogensbelasting betaalt.
Voor aanvullend pensioen zijn er ook fiscale constructies, zoals banksparen en beleggen via een lijfrentebeleggingsrecht. Daarbij is het vermogen in de opbouwfase vrijgesteld van de vermogensbelasting in box 3. De inlegde premies mogen bovendien als aftrekpost worden gebruikt in box 1 van de inkomstenbelasting, als er een aantoonbaar pensioentekort is.
Bij fiscaal begunstigde producten is er wel een plicht om het eindkapitaal in een lijfrente-uitkeringsproduct te stoppen. Je kunt dus aan het eind van de rit niet vrij over het vermogen beschikken, zoals dat wel kan bij een product zoals Doelbeleggen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl