Wie kent ze nog? De ouderwetse filmrolletjes. Vijftien jaar geleden waren ze
nog doodnormaal. Na afloop van de vakantie brachten consumenten massaal
rolletjes naar de winkel om de foto’s te laten ontwikkelen. Hele plakboeken
werden volgeplakt.
Hoe anders gaat het nu. Digitale camera’s zijn wijdverbreid en hebben het
maken van foto’s veel makkelijker gemaakt. In plaats van een rolletje te
belichten, slaan de toestellen de foto’s simpelweg op een geheugenkaart op.
En als een foto mislukt is, zie je dat direct en niet pas na afloop van de
vakantie of het huwelijksfeest.
De eerste digitale camera’s waren prijzig. Maar na de introductie van
de eerste modellen, werden de camera goedkoper, kleiner en nog goedkoper. De
omslag vond ongeveer drie jaar geleden plaats. Toen vond de "big boom"
plaats, zegt Michael Blessing van Hewlett-Packard, een van de grotere
fabrikanten van digitale camera’s.
Consumenten stortten zich massaal op digitale camera’s, die voor een euro of
300 in de winkels lagen. Het gevolg is nu wel dat de groei in de verkoop van
digitale camera’s begint af te vlakken. "Maar dat is niet erg",
vindt Blessing , "want de markt is nog steeds enorm." Het
onderzoeksbureau IDC schat dat in 2007 de Europese markt met acht procent
groeit tot 114 miljoen exemplaren. In 2010 is de piek bereikt, aldus het
bureau.
Nog geen reden voor paniek, maar fabrikanten als HP, Nikon, Sony en Canon
moeten zich nu wel onderscheiden van de concurrent om de verkoop op peil te
houden. De concerns gooien technologische snufjes in de strijd. "En het
mooie is dat de prijs omlaag blijft gaan. De technologie wordt goedkoper en
de concurrentie is hevig," aldus Blessing, die bij HP in Europa
verantwoordelijk is voor digitale fotografie.
Wat zijn de laatste trends?
De afgelopen jaren was het aantal megapixels van doorslaggevend belang in de
keuze van de consument voor een bepaalde digitale camera. Fabrikanten
sprongen daar handig op in door jaarlijks weer vele nieuwe modellen op de
markt te brengen die nog scherpere foto’s konden maken. Nu zijn er zelfs
apparaten met twaalf megapixels.
De megapixel-race is echter grotendeels gelopen, stelt Blessing. Het
gemiddelde fototoestel heeft nu vijf tot acht megapixels en dat is volgens
de HP-manager meer dan genoeg voor de gemiddelde fotograaf. Sterker nog,
twaalf megapixels leveren slechtere foto’s op. "Je ziet ruis op
vooral donkere plekken."
Volgens verkoper Gabor Blom van de fotospeciaalzaak NEBO in Den Haag kunnen er
prima foto's worden gemaakt met drie megapixels. "Dit geldt zeker voor
het afdrukken van foto's van tien bij vijftien centimeter," zegt hij.
Voor foto's van 30 bij 45 centimeter of voor uitsnedes uit foto's zouden
meer pixels handig kunnen zijn. Maar twaalf megapixelcamera's zijn echt
overdreven, aldus Blom. "Ik heb er laatst wel een verkocht, maar die
jongen wilde denk ik stoer doen tegen zijn vrienden."
Technologie-expert en gadgetfreak Vincent Everts heeft zelfs voldoende aan
twee megapixels. Hij wijst erop dat mensen het overgrote deel van hun foto's
niet eens meer afdrukken. De foto's belanden ofwel op het internet, op de pc
of op de steeds meer in zwang rakende digitale fotolijstjes. Pixels zijn
hier niet meer interessant, aldus Everts.
HP produceert desondanks een klein aantal camera’s met een hoge resolutie.
Blessing: "Sommige mensen denken toch: groter is beter. Dus dat deel
van de markt willen we ook bereiken," aldus Blessing.
Consumenten letten volgens verkoper Blom tegenwoordig meer op de
grootte van het lcd-scherm. Gemiddeld is het schermpje op een digitale
camera 2,5 inch (6,3 centimeter), maar er zijn uitschieters naar 3,6 inch
(9,1 centimeter).
Belangrijk is verder dat de consument niet het gevoel heeft dat het toestel
'te laat' foto's neemt, ofwel dat de tijd tussen het moment dat er op de
knop wordt gedrukt en het moment dat de foto wordt geschoten niet te lang
is. Bij de goedkopere camera's kan daar nog wel eens een halve seconde
tussen zitten. Bij de duurdere versies speelt dat probleem amper meer, maar
consumenten vragen er wel naar, aldus Blom. Vincent Everts vindt dit niet zo
vreemd. "Het gaat hier om herhalingsaankopen. Mensen botvieren dan de
frustraties die ze hadden bij hun eerste digitale camera."
Soms zijn de nieuwe snufjes te mooi om waar te zijn. Zo is er nu meer
aandacht voor mensen die te veel trillen bij het nemen van een foto.
Stabilisatoren moeten dat tegengaan. En voor de echte liefhebber: camera's
met WiFi-verbinding. Foto's staan daarmee in een mum van tijd op de pc en
het internet.
Een aantal fabrikanten, waaronder HP, Sony en Pentax, brengt ook camera’s op
de markt met een aanraakscherm. Een dergelijk touch screen is overigens niet
voor de massa weggelegd, want niet iedereen houdt ervan. Volgens Blom is er
zelfs nauwelijks vraag naar. Het is in ieder geval in zijn zaak vlakbij het
Plein in Den Haag geen belangrijk verkoopargument. "Veel mensen denken
ook dat met een touchscreen alleen maar vieze vingers op het scherm komen."
Vincent Everts is daarentegen helemaal weg van een aanraakscherm. Hij is
sinds kort de trotse bezitter van een iPhone, die hij heeft opgehaald in de
Verenigde Staten.
Een andere trend is dat consumenten al op het toestel hun foto's kunnen
bewerken. Zo kent HP een programmaatje dat automatisch rode ogen wegwerkt,
of puistjes of rimpels verwijderd. Het is zelfs mogelijk om iemand slanker
te doen lijken. Blessing: "Dat heeft inderdaad niets meer met de
realiteit te maken. Mensen kunnen er gewoon mee spelen."
De opmars van platte HD-televisies is voor concurrent Sony reden om digitale
camera's met een speciale HD-uitgang te maken. Foto's van extra goede
kwaliteit op je televisie dus. "Het dia-avondje is daarmee terug,"
stelt communicatiemanager Hans den Heijer van Sony.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl