Wie slim gebruik maakt van aftrekposten, kan aardig wat geld besparen. Helaas zijn de aftrekmogelijkheden voor ziektekosten de laatste jaren flink versoberd. Zo zijn kosten voor woningaanpassingen niet langer aftrekbaar. Welke ziektekosten mag je nog wel in mindering brengen op je inkomen?

Wie gezond is en weinig zorgkosten maakt, kan nog maar weinig aftrekposten opvoeren. En als je al kosten in aftrek mag brengen, geldt ook nog een forse drempel, vooral voor hogere inkomens. Z24 zet de aftrekposten voor zorgkosten op een rij.

Aftrek onvergoede ziektekosten

Je mag de ziektekosten opvoeren van jezelf, je fiscaal partner en eventuele kinderen die jonger zijn dan 27 jaar en de kosten niet zelf kunnen dragen. Het gaat hierbij om kosten waarvoor je geen vergoeding krijgt.

Alle kosten die je terugkrijgt via je je (aanvullende) zorgverzekering of andere instanties, zoals bijzondere bijstand, vallen dus buiten de aftrek.

Ook de kosten die onder het eigen risico vallen mag je niet in mindering brengen. Dat geldt ook voor de premie voor je ziektekostenverzekering en het eigen risico van 360 euro. De wettelijke bijdrage aan het Centraal Administratiekantoor (CAK), voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding, thuiszorg of verblijf in een zorginstelling, valt eveneens buiten de aftrek.

Tandarts

Alle overige kosten mag je wel opvoeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een dure tandheelkundige behandeling, die niet of slechts gedeeltelijk wordt gedekt door je zorgverzekering. Of aan bezoekjes aan de logopedist, fysiotherapeut, homeopaat of acupuncturist, waarvoor je je niet aanvullend hebt verzekerd.

Medicijnen

Ook voorgeschreven medicijnen die je volledig uit eigen zak hebt betaald, mag je als aftrekpost opvoeren. Dit kunnen ook homeopathische medicijnen zijn. Let wel: het gaat alleen om medicijnen die als geneesmiddel worden gebruikt. Medicatie om een ziekte te voorkomen is niet aftrekbaar.

Dieet

Een afslankkuur bij de drogist mag je niet als aftrekpost opvoeren, maar de rekening van een dieet op voorschrift van een arts of diëtist wèl. Je mag hiervoor een vast bedrag aftrekken, afhankelijk van het type dieet. De hoogte hiervan kun je vinden in deze dieetlijst van de Belastingdienst.

Heb je dit dieet maar een deel van het jaar gevolgd, dan moet je deze aftrekpost naar rato opvoeren. Ben je bijvoorbeeld zes maanden op dieet geweest, dan mag je van het vaste bedrag uit de lijst dus de helft aftrekken.

Als je twee dezelfde diëten hebt gevolgd voor verschillende ziektebeelden, mag je éénmaal tot aftrek overgaan. Dit geldt ook als voor het zelfde ziektebeeld twee of meer diëten van deels dezelfde typering volgt. Je mag wel het hoogste bedrag kiezen. Maar volg je twee diëten met verschillende typeringen voor hetzelfde ziektebeeld, dan mag je het bedrag voor beide diëten aftrekken.

Hulpmiddelen: wel steunzolen, geen rollator

Voor medische hulpmiddelen moet je goed op de lijst van de Belastingdienst kijken, want lang niet alles mag je als aftrekpost in mindering brengen.

Steunzolen, een gehoorapparaat, een kunstgebit of een apparaat waarmee je met een vingerprik je bloedwaarden kunt meten, mag je als aftrekpost opvoeren, evenals alle kosten voor reparaties, onderhoud en de verzekering van deze hulpmiddelen. Maar bijvoorbeeld de kosten voor een rollator, looprek, krukken, een scootmobiel of rolstoel zijn dat niet meer.

Hulpmiddelen die het gezichtsvermogen vervangen, zoals een blindenstok, een blindengeleidenhond of specifieke aanpassingen aan de computer, zijn eveneens aftrekbaar. Maar middelen die jou helpen beter te zien, zoals een bril, contactlenzen of een ooglaserbehandeling zijn dat niet.

Heb je vorig jaar een gehoorapparaat gekocht waarvan een deel van de kosten niet werd vergoed, dan mag je het deel dat je zelf hebt betaald aftrekken. Voorwaarde is wel dat de meerprijs is ontstaan omdat je een duurder apparaat wilde hebben om functionele redenen (bijvoorbeeld omdat dat apparaat beter is of prettiger zit) en niet vanwege een persoonlijke voorkeur (bijvoorbeeld een andere kleur).

Woningaanpassingen

Nieuw in 2014 is dat je de kosten voor aanpassingen aan een woning, zoals een aangepaste doucheruimte, niet meer mag aftrekken. Andere aanpassingen, bijvoorbeeld aan je auto of computer, zijn wel aftrekbaar, mits deze vooral worden gebruikt door de zieke of invalide persoon waarvoor die aanpassingen zijn bedoeld.

Afschrijven

Sommige hulpmiddelen moet je over enkele jaren afschrijven. Je trekt de aanschafkosten dan niet in één keer af, maar uitgesmeerd over enkele jaren. Bij de aftrek moet je wel rekening houden met de restwaarde. Afschrijven is vaak nodig voor hulpmiddelen die na gebruik nog door andere mensen kunnen worden overgenomen. Hulpmiddelen die op maat zijn gemaakt of speciaal voor jou zijn aangepast, vallen hier meestal niet onder.

Zoals gezegd zijn de kosten voor een rolstoel of scootmobiel sinds 2014 niet meer aftrekbaar. Heb je zo'n vervoermiddel vóór dat jaar aangeschaft en nog niet helemaal afgeschreven, dan mag je het bedrag van de afschrijving in 2014 en de jaren erna nog gewoon blijven aftrekken, tot de afschrijving is afgelopen.

Vervoer: reiskosten arts of ziekenhuis

Chronisch zieken die vaak naar hun huisarts of het ziekenhuis moeten, spenderen aanzienlijk meer geld aan vervoer dan gezonde mensen. Deze extra kosten mag je aftrekken, met aftrek van eventuele vergoedingen van je zorgverzekeraar.

Maak je vanwege je ziekte extra vervoerskosten, dan mag je deze ook aftrekken, mits je aannemelijk kunt maken dat je meer kosten maakt dan iemand met een vergelijkbaar inkomen die niet ziek of invalide is.

Reiskosten voor familiebezoek

Ook de reiskosten voor ziekenbezoek aan huisgenoten zijn aftrekbaar. Dit geldt alleen als de patiënt in totaal langer dan een maand is verpleegd en als deze periode van toepassing is op dezelfde aandoening. De afstand tussen jullie woning en het ziekenhuis/verzorgingstehuis moet bovendien langer zijn dan tien kilometer. Voor autoritjes mag je 19 cent per kilometer aftrekken en voor tripjes per taxi of het openbaar vervoer de werkelijke reiskosten.

Gezinshulp

Wie extra gezinshulp krijgt, mag onder voorwaarden de kosten aftrekken. Verdien je meer dan 30.593 euro, dan mag je alleen de kosten opvoeren die boven een bepaalde drempel uitkomen. Deze bedraagt 1, 2 of 3 procent van je inkomen, afhankelijk van de hoogte van je zogeheten drempelinkomen: het resultaat van alle inkomsten en aftrekposten.

Zoals gezegd is de wettelijke eigen bijdrage aan het CAK voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding of thuiszorg niet aftrekbaar.

Kleding en beddengoed

Een andere aftrekpost zijn kosten voor extra kleding en beddengoed. Voor deze uitgaven mag je een vast bedrag aftrekken: 310 euro of - als je kunt aantonen dat de extra uitgeven hoger waren dan 620 euro - 775 euro.

Drempel

Heb je alle kosten bij elkaar opgeteld, dan is het nog steeds de vraag of je voor aftrek in aanmerking komt. Je mag namelijk alleen het deel van de uitgaven aftrekken dat uitkomt boven een bepaalde drempel. De hoogte van deze drempel hangt af van je drempelinkomen.

De lat ligt hoog, vooral voor hogere inkomens. Voor een inkomen onder de 7.457 euro ligt de drempel op 125 euro. Komt je drempelinkomen niet boven de 39.618 euro uit, dan bedraagt de drempel 1,65 procent van dat inkomen.

Verdien je meer dan 39.618 euro, dan geldt een drempel van 653 euro, vermeerderd met 5,75 procent van het bedrag boven de 39.618 euro. Heb je in 2014 bijvoorbeeld 50.000 euro verdiend, dan ligt de drempel op 1.249 euro (653 plus 596,96 euro). Alleen de zorgkosten die daar bovenuit komen mag je aftrekken.

Voor mensen met een fiscaal partner geldt voor een gezamenlijk inkomen onder 14.914 euro een drempel van 250 euro. Daarboven gelden dezelfde drempels als bij mensen zonder fiscaal partner. Je moet wel de zorgkosten en beide inkomens bij elkaar optellen.

Verhoging zorgkosten

Als je (gezamenlijke) drempelinkomen niet boven de 33.555 euro uitkomt, mag je het bedrag voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten verhogen met een bepaald percentage: 113 procent voor wie aan het begin van het jaar de AOW-leeftijd heeft bereikt en 40 procent voor wie nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt. Heb je een fiscaal partner en heeft een van beiden nog niet de AOW-leeftijd bereikt, dan mogen beide partijen een verhoging van 113 procent doorvoeren.

De uitgaven voor genees- en heelkundige hulp en de reiskosten ziekenbezoek tellen niet mee voor deze verhoging. Alle overige posten wel.

Uitvaart

De kosten voor uitvaart of crematie vormen geen aftrekpost voor ziektekosten. Je mag deze wel aftrekken van de erfenis. Wel moet je van deze kosten eventuele uitkeringen van een uitvaartverzekering aftrekken.

Lees ook:

Slimme aftrekposten 2014: giften, erfenis en kinderopvang

Slimme aftreposten 2014: de eigen woning

Z24 Bizniz Quiz: bij de aangifte 2014, wat weet jij van belastingen?

Belastingtip: hier let de fiscus extra op dit jaar

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl