Kinderopvang, alimentatie, schenkingen, giften… Wie goed voor anderen zorgt, wordt hierin tegemoet gekomen door de overheid. Welke kosten kun je aftrekken van je inkomstenbelasting? Lees het in deel 2 van de jaarlijkse serie van Business Insider over fiscale aftrekposten.
De overheid ondersteunt ouders op verschillende manieren, via kinderopvangtoeslag, het kindgebonden budget en belastingvrije schenkingen. Ook mag je betaalde kinderalimentatie opgeven als een schuld in box 3. Dit is wel voor het laatst: aan deze regeling is inmiddels een eind gekomen.
Verder ondersteunt de overheid giften aan goede doelen. Hiervoor gelden wel een drempel en een maximum, behalve als je kiest voor een periodieke gift.
Business Insider zet de aftrekposten voor familiezaken over 2016 op een rij, van alimentatie tot schenkingen en van erfenissen tot giften.
Partneralimentatie
Ben je gescheiden of uit elkaar gegaan, dan mag je de kosten voor partneralimentatie en andere onderhoudsverplichtingen aftrekken. Het is daarbij niet van belang of de regeling via de rechter of langs informele weg tot stand is gekomen, zolang deze maar door beide partijen is vastgelegd. In bepaalde situaties is ook een afkoopsom van alimentatie aan je ex-echtgenoot aftrekbaar. Advocaat- en -proceskosten om de alimentatie te verlagen of de alimentatieverplichting teniet te doen, zijn níet aftrekbaar.
Woonde je ex-partner afgelopen jaar in het huis waarvan jij (mede)eigenaar was, dan mag je ook het eigenwoningforfait (een woonbelasting) dat jij hebt aangegeven voor (jouw deel van) het huis aftrekken als alimentatie.
Zijn jullie al langer dan twee jaar uit elkaar en ben je nog steeds mede-eigenaar van het huis? Dan moet je de waarde van jouw deel van de woning en de bijbehorende schuld aangeven in box 3 (sparen en beleggen). In dat geval is toch een deel van het bedrag van het eigenwoningforfait als alimentatie aftrekbaar.
Kinderalimentatie
Over ontvangen kinderalimentatie hoef je geen belasting te betalen. Je hoeft dit dus niet aan te geven. De aftrek voor betaalde kinderalimentatie is twee jaar geleden vervallen. Dit betekent dat je dus niet de kosten mag aftrekken voor het levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
Wel mag wel de betaalde kinderalimentatie opgeven als een schuld in box 3. Hoe dat moet, lees je hier. Dit is overigens wel voor het laatst: in je aangifte over 2017 mag dat niet meer.
Kinderopvang
Wie zijn kind laat opvangen door een kinderdagverblijf of geregistreerde gastouder, heeft recht op kinderopvangtoeslag. De hoogte van dit bedrag hangt onder andere af van je inkomen, het afgenomen aantal opvanguren en het aantal kinderen dat wordt opgevangen.
Je hebt per kind in totaal recht op maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag. Heb je meer kinderen die kinderopvang krijgen, dan ontvang je voor het kind met de meeste opvanguren de laagste vergoeding. Voor de uurprijs geldt een maximum.
Gaat je kind naar een kinderdagverblijf, dan bedraagt de maximale uurprijs waarover je een tegemoetkoming krijgt 6,89 euro. Voor buitenschoolse opvang ligt de grens op 6,42 euro. Het maximale uurtarief voor gastouderopvang (zowel dagopvang als buitenschoolse opvang) bedraagt 5,52 euro. Betaal je meer dan deze maximumtarieven, dan is het bedrag boven die grens voor eigen rekening.
Opvang door een au pair valt buiten de kinderopvangtoeslag: deze kosten moet je volledig zelf betalen. Dit geldt ook voor kosten voor de peuterspeelzaal, tussenschoolse opvang en opvang door familie of vrienden.
Kindgebonden budget
Wie minderjarige kinderen heeft en onder een bepaalde inkomens- en vermogensgrens zit, maakt aanspraak op het kindgebonden budget. Dat is een tegemoetkoming in de kosten voor de zorg voor de kinderen. De bedragen voor het kindgebonden zijn in 2016 vanaf het tweede kind verhoogd: voor het tweede kind met 33 euro, voor het derde kind met 100 euro en voor het vierde kind met 177 euro. De bedragen zijn hierdoor voortaan gelijk vanaf het derde kind.
Wie recht heeft op kindgebonden budget, wordt hier doorgaans automatisch over ingeseind door de Belastingdienst. De inkomensgrens hangt af van het aantal kinderen. Ook de hoogte van je vermogen is van belang: is dat te hoog, dan vis je achter het net. Deze vermogensgrens lag in 2016 op het heffingsvrije vermogen van 24.437 euro voor elke ouder plus 82.504 euro voor jou en je partner gezamenlijk. Heb je geen toeslagpartner, dan ligt de grens dus op 106.941 euro. Heb je wel een toeslagpartner, dan is de grens wat hoger: 131.378 euro.
Alleenstaande ouders maken in 2016 aanspraak op maximaal 3.066 euro extra kindgebonden budget, afhankelijk van het inkomen. Dit extraatje vervangt de alleenstaande ouderkorting en de aanvulling op de minimumuitkeringen die voorheen werd verstrekt door de gemeente, het UWV en de Sociale Verzekeringsbank.
Daarnaast ontvangen ouders met een kind vanaf 12 jaar een extra bedrag aan kindgebonden budget als tegemoetkoming in de schoolkosten. Voor kinderen van 12 tot en met 15 jaar bedraagt deze verhoging maximaal 233 euro en voor kinderen van 16 en 17 jaar 415 euro.
Schenken aan je kind
Je mocht in 2016 aan je (pleeg)kind 5.304 euro belastingvrij schenken. Dit bedrag geldt per kind. Schenkingen van beide ouders worden bij elkaar opgeteld. Aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar mocht je in 2015 eenmalig maximaal 25.449 euro belastingvrij schenken.
Dit bedrag kon worden verhoogd tot 53.016 euro als de schenking besteed werd aan de eigen woning of de bekostiging van een heel dure studie.
Bij de eigen woning mag het gaan om financiering van de aankoop, aflossingen, onderhoud of afkoop van erfpachtcanon. Voor de studie geldt als voorwaarde dat deze minimaal 20.000 euro per jaar moet kosten, exclusief de kosten voor levensonderhoud. Ook bij deze vrijstelling geldt een leeftijdsgrens van 40 jaar voor het ontvangende kind.
Dit jaar is overigens de verhoogde eenmalige vrijstelling voor de schenkbelasting van 100.000 euro voor de eigen woning weer terug van weggeweest. Maar voor je aangifte over 2016 geldt dit dus niet.
Overige schenkingen
Voor overige schenkingen (dus niet van ouder naar kind, maar bijvoorbeeld van grootouder aan kleinkind) geldt over 2016 een algemene vrijstelling van 2.122 euro per schenker.
Kreeg je vorig jaar schenkingen van verschillende personen, dan heb je voor elke schenking een vrijstelling van 2.122 euro. Behalve als de schenkers je ouders of partners van elkaar zijn: in dat geval moet je de schenkingen wel bij elkaar optellen.
Giften
Met een schenking aan een goed doel maak je niet alleen een ander blij, maar ook jezelf. Donaties zijn namelijk fiscaal aftrekbaar van je inkomen in box 1, mits het goede doel door de Belastingdienst officieel is erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en je in ruil voor je gift geen tegenprestatie hebt ontvangen.
Alleen giften die hoger zijn dan één procent van je drempelinkomen, met een minimum van 60 euro zijn aftrekbaar. Elke euro daarboven mag je aftrekken. Er geldt ook een bovengrens. Bedragen hoger dan 10 procent van je belastbaar inkomen zijn niet aftrekbaar. De genoemde drempel geldt niet voor elke donatie afzonderlijk: je mag alle giften aan goede doelen bij elkaar optellen.
Werk je als vrijwilliger bij een ANBI, maak je aanspraak op een vrijwilligersvergoeding, maar zie je van dit geld af, dan mag je deze gemiste vergoeding aftrekken als gift. Ook niet-gedeclareerde kosten die je als vrijwilliger voor het goede doel hebt gemaakt, mag je meetellen als gift.
Doe je een gift aan een culturele ANBI, dan mag je bij de berekening van deze aftrekpost deze gift met 25 procent verhogen, met een maximum van 1.250 euro per jaar.
Periodieke giften
Er geldt geen drempel en maximumaftrek voor periodieke giften die minimaal vijf jaar worden gedaan. Deze giften hoeven niet bij een notaris te worden vastgelegd. Een schenkingsovereenkomst volstaat ook.
Erven
Aangifte erfbelasting staat los van de aangifte voor de inkomstenbelasting. Heb je een erfenis ontvangen, dan heb je recht op een vrijstelling. Voor gehuwden, geregistreerd partners of samenwonende stellen bedraagt deze 636.180 euro over 2016.
Kinderen en kleinkinderen zijn voor 20.148 euro vrijgesteld en ouders voor 47.715 euro. Voor overige erfgenamen, zoals vrienden, broers of zussen, bedraagt de vrijstelling 2.122 euro. Over het bedrag daarboven betaal je belasting.
De grens van de eerste schijf voor de erfbelasting is in 2016 iets verhoogd naar 121.902 euro. Over het bedrag bovenop de vrijstelling betalen kinderen in deze schijf 10 procent, kleinkinderen 18 procent en overige erfgenamen 30 procent. Voor de tweede schijf liggen de tarieven hoger: kinderen betalen over deze schijf 20 procent, kleinkinderen 36 procent en overige erfgenamen 40 procent.
De kosten voor uitvaart of crematie mag je aftrekken van de erfenis. Wel moet je van deze kosten eventuele uitkeringen van een uitvaartverzekering aftrekken.