De Belastingdienst gaat dit jaar extra scherp controleren op enkele zakelijke aftrekposten. Dat is een extra reden om met de stofkam door alle posten heen te gaan. In dit deel van de serie van Z24 over aftrekposten: de kosten voor je eigen bedrijf.

Vóór 1 mei moet je belastingaangifte over 2014 binnen zijn. Voor ongeveer 6 miljoen mensen is het formulier vooraf al ingevuld. Maar dat neemt niet weg dat je de gegevens goed moet controleren. Ook als je belastingadviseur de mist in gaat ben jij verantwoordelijk.

De Belastingdienst let in ieder geval extra scherp op enkele aftrekposten, waaronder zakelijke kosten en eventuele verliezen uit ‘resultaat overige werkzaamheden’ (als je er een bedrijf bij hebt). Z24 zet de belangrijkste aftrekposten voor ondernemers op een rij.

Auto

Gebruik je je auto minder dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden, dan geldt jouw wagen voor de inkomstenbelasting als een auto van de zaak. Rijd je meer kilometers privé, dan mag je kiezen of je de auto beschouwt als zakelijk of privévermogen.

Als je je privé-auto ook voor je bedrijf gebruikt, mag je voor elke zakelijke rit 19 cent per kilometer aftrekken. Dit bedrag geldt ook als je een auto huurt voor je bedrijf.

Als ondernemer betaal je voor zakelijke uitgaven btw. Deze mag je aftrekken van de btw die je zelf in rekening brengt: voorbelasting genoemd. Als je de auto volledig tot je bedrijfsvermogen rekent, mag je de btw over de aanschaf, het onderhoud en het gebruik aftrekken als voorbelasting, voor zover je de auto gebruikt voor omzet die met btw is belast. Als je de auto ook privé gebruikt, moet je over dit privégebruik btw betalen.

Maak je zakelijke ritten in een auto die tot je privévermogen hoort, dan kun je de btw over het onderhoud en gebruik aftrekken (dus niet op de aankoop), wederom voor zover je de auto gebruikt voor belaste omzet. Leidend hierbij is de verhouding tussen het aantal zakelijke kilometers ten opzichte van het totaal aantal verreden kilometers.

De keuze 'zakelijk of privé' mag overigens voor de inkomsten- en omzetbelasting verschillen. Dus als je ervoor kiest om je auto voor de inkomstenbelasting als zakelijk te beschouwen, mag je deze voor de btw onder privévermogen scharen en vice versa.

Ondernemersaftrek

Wie door de Belastingdienst wordt erkend als ondernemer, komt in aanmerking voor de zogeheten ondernemersaftrek en mag dan een bepaald bedrag aftrekken van de winst. Onder deze aftrekpost vallen diverse deelposten: de zelfstandigen- en startersaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek en de (eenmalig op te voeren) stakingsaftrek.

Voor sommige van deze aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek, geldt het zogeheten urencriterium. Dat betekent dat je in het betreffende jaar minimaal 1.225 uur aan je bedrijf hebt besteed. Ook moet je meer tijd aan je eigen bedrijf hebben besteed dan aan andere werkzaamheden, bijvoorbeeld voor een baas.

Die 1.225 uur geldt voor iedereen, ook als je in de loop van 2014 voor jezelf bent begonnen. Als je bijvoorbeeld op 1 april 2014 bent gestart, mag je dus niet een kwart van het urencriterium aftrekken.

Zelfstandigenaftrek

Voor de zelfstandigenaftrek geldt een vast aftrekbaar bedrag. Voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium en aan het begin van 2014 nog niet de AOW-leeftijd hadden bereikt, bedraagt dit 7.280.euro. Let wel: de aftrek mag niet hoger zijn dan de winst, behalve als je in aanmerking komt voor de startersaftrek.

Startersaftrek

De startersaftrek is specifiek bedoeld voor jonge ondernemingen en bedraagt 2.123 euro. Wie in aanmerking komt voor de startersaftrek, heeft recht op het volledige bedrag van de zelfstandigenaftrek.

Mkb-winstvrijstelling

Verder bestaat er nog de mkb-winstvrijstelling, die eveneens voor alle kleinere ondernemers geldt. Deze bedraagt 14 procent van de winst (minus de ondernemersaftrek).

Aftrek voor investeringen

Een andere mogelijk interessante aftrekpost betreft de investeringsaftrek: een bedrag dat je mag aftrekken van de winst als je hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen. Er zijn drie smaken: de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek.

... zoals de KIA

De KIA is het meest bekend. Deze is bedoeld voor ondernemers die vorig jaar tussen de 2.301 en 306.931 euro investeerden voor hun bedrijf. De hoogte van deze aftrek hangt af van het geïnvesteerde bedrag en bedraagt maximaal 28 procent. Het moet wel om bedrijfsmiddelen gaan die in aanmerking komen voor deze aftrekpost. Zuinige personenauto’s komen niet meer in aanmerking voor kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Alleen voor de aanschaf van een auto die vooral bestemd is voor beroepsvervoer over de weg, zoals een taxi of auto voor koerierswerk, kun je er nog een beroep op doen.

... en de EIA

De energie-investeringsaftrek (EIA) is bedoeld om investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen of duurzame energie te stimuleren. Deze aftrek bedraagt 41,5 procent over het jaar 2014. Ook hierbij moet het wel gaan om bedrijfsmiddelen die voor deze aftrek in aanmerking komen. Je moet per bedrijfsmiddel minimaal 2.500 en maximaal 118 miljoen euro hebben uitgegeven. Meer informatie hierover vind je op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

... En de MIA en VAMIL

De Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) tot slot richten zich op investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen.

Met de MIA kun je tot 36 procent van het investeringsbedrag op je fiscale winst in mindering brengen. Hoeveel dat precies is, hangt af van de milieueffecten en de gangbaarheid van het bedrijfsmiddel dat je hebt aangeschaft.

Met de VAMIL kun je een investering op een willekeurig moment afschrijven. Door sneller af te schrijven, kun je de fiscale winst verminderen en in dat jaar dus minder belasting betalen. Dit percentage is beperkt tot 75 procent voor investeringen na 2011. Vaak worden beide regelingen gecombineerd.

Kosten bij start onderneming

Alle kosten die je hebt gemaakt in de aanloop naar de start van de onderneming mag je aftrekken. Denk bijvoorbeeld aan kosten voor een marktverkenning en advies. Goederen die je al langer geleden hebt aangeschaft en voor je bedrijf gebruikt (zoals een auto die je voor je bedrijf gaat gebruiken) zijn daarentegen níet aftrekbaar. Je mag deze spullen echter wel bij de start van je bedrijf inbrengen tegen de dagwaarde. Ze maken dan deel uit van het ondernemingsvermogen.

Werkruimte

De meeste mensen met een kantoor aan huis kunnen de kosten hiervoor niet aftrekken van de inkomstenbelasting. Dit kan namelijk alleen als de werkruimte een zelfstandig deel van de woning is. Daarmee wordt bedoeld dat de werkruimte moet beschikken over een eigen ingang en eigen voorzieningen, zoals sanitair. Ook moet je in je kantoor een belangrijk deel (90 procent) van je inkomen verdienen en dat kantoor ook voor het leeuwendeel zakelijk gebruiken. In dat geval behoort je werkruimte in box 1 tot winst uit onderneming en niet meer tot de eigen woning.

Met deze tool kun je zien in hoeverre je de kosten van je werkruimte mag aftrekken.

Heb je een hypotheek op het gebouw, dan moet je het gedeelte dat betrekking heeft op de werkruimte onderbrengen als schuld op de balans.

Overige kosten

Andere kosten mag je aftrekken voor zover deze voor zakelijk gebruik zijn. Denk bijvoorbeeld een de aankoopbon voor een aktetas. Werkkleding mag je ook aftrekken, maar hiervoor gelden wel strenge eisen: het mag alleen gaan om kleding die zich uitsluitend voor je bedrijf leent, zoals een uniform, overall of kleding met een groot bedrijfslogo. De kosten voor overige kleding zijn niet aftrekbaar, evenals kosten voor persoonlijke verzorging.

Dezelfde systematiek geldt voor tijdschriften: een abonnement op een vakblad mag je wel aftrekken, maar voor overige tijdschriften niet. Zakelijke gesprekskosten zijn volledig aftrekbaar. Een telefoonabonnement niet, tenzij de aansluiting zich in jouw kantoorruimte bevindt.

Diners

Voor de kosten voor zakenlunches en -diners (inclusief fooien) of een bezoek aan een congres of seminar geldt voor de inkomstenbelasting een drempel van 4.500 euro: alleen de kosten daarboven zijn aftrekbaar. Op verzoek is het ook mogelijk om in plaats van deze drempel 73,5 procent van de kosten af te trekken.

Dividendbetalingen

Het tarief in box 2 (belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang, voor ondernemers die minimaal 5 procent van de aandelen van hun bv bezitten) is in 2014 eenmalig verlaagd van 25 procent naar 22 procent. Die verlaging geldt alleen voor de eerste 250.000 euro van het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. Deze verlaging is dit jaar weer teruggedraaid.

Lees ook

Belastingaangifte? Zo bespaar je als zelfstandige

Slimme aftrekposten 2014: giften, erfenis en kinderopvang

Slimme aftrekposten 2014: de eigen woning

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl