Om te skiën hoef je geen enorme reis te maken. Ook in Duitsland, België en Noord-Frankrijk is het mogelijk de latten onder te binden. Wat zijn de mogelijkheden en de kosten?
Een wintersportvakantie is niet goedkoop. Voor een weekje skiën moet je al snel rekenen op circa 600 euro per persoon. Een gezin met vier kinderen is dus ruim 2.000 euro kwijt.
En de kosten nemen alleen maar toe. Snowplaza.nl becijferde onlangs dat de prijzen van skipassen in de Alpen dit jaar met gemiddeld 4 procent zijn gestegen.
Wie dit te begrotelijk vindt of opziet tegen de lange reis, kan ook dichterbij huis gaan skiën. Dat is ook een optie als je eerst wil oefenen, als voorbereiding op een uitgebreide wintersportvakantie.
In ongeveer vier uur sta je al op een besneeuwde piste met liften. Zulke uitgebreide en steile afdalingen als in de Alpen vind je helaas niet, maar je komt hier en daar wel zwarte pistes tegen. Bovendien zijn sommige skigebieden redelijk sneeuwzeker, door de inzet van sneeuwkanonnen. Waar kun je terecht?
België: Ardennen
Wie haast heeft, moet in de Belgische Ardennen zijn. Dit skigebied ligt ongeveer 260 kilometer van Utrecht. Vanaf Maastricht ben je er zelfs in een uur. Het is wel het laagst gelegen skigebied in de regio, met een hoogte tot 650 meter. Dat maakt de Ardennen vooral geschikt voor gelegenheidsskiërs. Zeker van sneeuw ben je hier immers niet.
In de Belgische Ardennen liggen vooral blauwe pistes en een enkele rode. Omdat het een klein gebied is, zijn de kosten laag. Een skipas voor één dag in Baraque de Fraiture kost 12 euro. Voor kinderen ben je 10 euro per dag kwijt. Ski's huren kan voor circa 12 euro per dag. Een dagje skiën voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen kost hiermee ongeveer 100 euro, inclusief het huren van ski's.
Duitsland: Sauerland
Het Sauerland is onder Nederlanders het meest geliefde wintersportoord in de regio. Dit gebied ligt ongeveer 300 kilometer van Utrecht. In drie, vier uur rijden sta je dus op de piste. Vanaf Geleen ben je er zelfs al in zo'n twee uur.
Het ligt iets hoger dan de Ardennen: de toppen reiken tot ongeveer 890 meter. Echt sneeuwzeker is het Sauerland dus ook niet. Maar er is de laatste jaren wel flink geïnvesteerd in sneeuwkanonnen, waardoor je ook bij hogere temperaturen toch kunt skiën. Je kunt in het Sauerland ook les krijgen in een skischool.
Het meest bekende skidorp is Winterberg. Hier vind je 28 kilometer piste, waaronder 2 kilometer zwart. Er zijn ook funparken voor snowboarders. Een skipas voor één dag kost hier 35 euro (24 euro voor kinderen). Dat is een stuk meer dan in België, maar daar krijg je ook beduidend meer piste voor.
Willingen is met 18 kilometer piste iets kleiner en daardoor ook iets goedkoper: 28 euro voor een dagpas (18 euro voor kinderen). In Altastenberg betaal je 25 euro (16 euro voor kinderen).
Wil je met een gezin van vier personen een weekend naar Winterberg, dan ben je rond 500 euro kwijt, inclusief overnachting, gebruik van een skipas en vervoer.
Duitsland: Harz
Minder bekend, maar niet minder geschikt is de Harz, in Noord-Duitsland; ongeveer 350 kilometer vanaf de grens. Dit gebied is iets hoger dan het Sauerland, met bergtoppen tot 970 meter. Er valt meestal wat meer sneeuw dan in het Sauerland; ook omdat het gebied wat verder van zee af ligt.
De bekendste skidorpen zijn Braunlage Wurmberg, met 13 kilometer piste, gevolgd door Bocksberg en St. Andreasberg. Op de steile, zwarte Hexenrittpiste komen meer ervaren skiërs aan hun trekken. De kosten voor een skipas zijn vergelijkbaar met die in het Sauerland.
Duitsland: Zuid-Duitsland
Wie wat meer uitdaging wil, moet verder Duitsland in rijden. In Beieren (ongeveer 900 kilometer van Utrecht) liggen diverse pistes op bijna 2.000 meter hoogte.
Een mooi voorbeeld is Garmisch Partenkirchen, bekend van de Olympische Spelen uit 1936 en het jaarlijkse schansspringen op nieuwjaarsdag. Zugspitze ligt zelfs op bijna 3.000 meter hoogte en is daarmee redelijk sneeuwzeker. Hier vind je maar liefst 145 kilometer piste. Voor een skipas betaal je 46,50 euro per dag (23,50 euro voor kinderen).
Ook het Zwarte Woud en het Oostenrijkse Kleinwalsertal zijn binnen één dag te bereiken, maar de afstand is te lang voor een weekend weg.
Frankrijk: Vogezen en Jura
Dubbel zo ver als het Sauerland - dus op circa 600 kilometer afstand - liggen de Franse Vogezen. Hier vind je pistes tot ongeveer 1.300 meter hoogte. Er valt vaak meer sneeuw dan in het Sauerland, al worden ook hier in sommige plaatsen sneeuwkanonnen ingezet. Het is geen enorm skigebied. Bij Gerardmer vind je 41 kilometer piste, waarvan drie kilometer zwart. In La Bresse ligt 32 kilometer piste.
De kosten voor een skipas in La Bresse zijn redelijk vergelijkbaar met die in het Sauerland: 29,70 euro per dag voor volwassenen en 24,70 euro voor kinderen.
Nog iets verder weg - op ongeveer 800 kilometer afstand - kun je skiën in de Jura, waar bergen van bijna 1.700 meter zijn te vinden. Bekende plaatsen zijn Les Rousses, Monts Jura en Métabief Mont d'Or. In Monts Jura kost een dagpas 29 euro (23,50 euro per kind).
Conclusie
Wil je relatief dichtbij huis skiën, dan vind je de meest uitgebreide faciliteiten in het Sauerland. Verkies je wat meer rust (en kortere wachtrijen voor de sleeplift), dan is de Harz een goed alternatief.
Ga je de weg op, houd dan wel rekening met de verkeersregels. Zo moet je in Duitsland op winterbanden rijden bij winterse omstandigheden. In Frankrijk is het gebruik van winterbanden verplicht als dat met een verkeersbord wordt aangegeven. Doe je dit niet, dan riskeer je een boete en kun je bij een ongeluk aansprakelijk worden gesteld.
Vind je dit allemaal te veel gedoe, dan kun je natuurlijk ook je geluk beproeven op een indoor skibaan. Dan blijf je nóg dichter bij huis.