Woensdag debatteert de Tweede Kamer over het al dan niet doorzetten van de Wet onafhankelijk netbeheer, ook wel de splitsingswet genoemd. Eneco en Delta blijven weerstand bieden en hebben daarvoor sterke argumenten, stelt Siebe Schootstra van Energieoverheid.nl.
Belangrijkste argument voor de in 2006 opgetuigde Wet onafhankelijk netbeheer (Won) was het garanderen van betrouwbaarheid en leveringszekerheid van het gas- en elektriciteitsnet. Door een strikte scheiding tussen productie en netbeheer zouden inkomsten uit het netbeheer alleen voor investeringen in de netten gebruikt kunnen worden en zodoende niet blootgesteld worden aan commerciële risico’s van productie en levering. Dit is het ‘groepsverbod’.
Tevens werd bedacht dat netwerkbedrijven geen activiteiten mogen verrichten die strijdig kunnen zijn met het belang van netbeheer. Dit is het ‘verbod op nevenactiviteiten’. Eneco en Delta blijven zich verzetten tegen de splitsingswet en hebben sterke argumenten.
Juridische en economische splitsing energienetten
Europa staat meerdere vormen van splitsing toe, waaronder ook een afgezwakte vorm, waarbij op holdingniveau de activiteiten productie/levering en netbeheer juridisch verbonden blijven. Vanwege de hoge kosten voor toezicht heeft Nederland deze mogelijkheid niet overgenomen en bestaat in de Won alleen de volledige economische en juridische splitsing.
Maar tegelijkertijd heeft de Europese Unie al ten tijde van de overnames van Nuon en Essent door respectievelijk Vattenfall en RWE afgezien van verplichte splitsing voor energieproducenten met netten in eigendom. Nederland is nu het enige land in Europa dat eigendomssplitsing verplicht wil stellen, overigens inmiddels tien jaren na het voornemen.
Splitsing netten: buitenlandse energiereuzen krijgen vrij spel
Het groepsverbod of de eigendomssplitsing is dus geen verplicht onderdeel meer van EU-richtlijnen. De Won schiet nu haar doel voorbij. Was eerst bedacht dat door splitsing gelijkwaardige concurrentie zou ontstaan tussen energieleveranciers, nu zal bij splitsing juist oneerlijke concurrentie ontstaan, stellen Eneco en Delta.
Buitenlandse energieleveranciers die actief zijn op de Nederlandse markt bezitten via hun holdingstructuur eigen netwerkbedrijven en zijn geïntegreerde ondernemingen. Gesplitste Nederlandse energiebedrijven moeten dan knokken tegen veel kapitaalkrachtiger concurrenten.
Dit zal de marktpositie van bedrijven als Eneco en Delta zodanig verzwakken, dat een overname door een buitenlandse partij te verwachten is, zoals ook Essent en Nuon overkwam. Het marktaandeel van buitenlandse geïntegreerde energiebedrijven op de Nederlandse markt zal dan toenemen tot 80 procent. Daar heeft Nederland niets aan, vinden Eneco en Delta, en zij waarschuwen dat de concurrentiepositie van kleinere spelers als bijvoorbeeld de Nederlandse Energie Maatschappij daar zeker niet sterker van zal worden.
Kapitaalkrachtige investeerders versus detailhandelaren
Reden voor het verzwakken van de marktpositie van Eneco en Delta na splitsing is het droge feit dat de balans in stukken wordt geknipt. Wat overblijft na het afknippen van het omvangrijke en voor inkomsten betrouwbare netbeheer, is een balanstotaal dat nooit dezelfde creditrating zal krijgen. Dit heeft direct invloed op het verkrijgen van kredieten en de prijs daarvoor, maar ook voor de inkooppositie op de energiebeurzen.
De bedrijven beschikken nu nog over een handelsvloer waarmee grote contracten worden afgesloten, met garanties afgegeven door de banken. In afgeslankte vorm verliezen Delta en Eneco slagkracht en degraderen zij tot ‘retailers’ die alleen nog handelen in energie. Met banenverlies tot gevolg.
Voortschrijdend inzicht: geïntegreerde levering
Het zeker stellen van de betrouwbaarheid en leveringszekerheid van het gas- en elektriciteitsnet was een uitgangspunt. Zo stelde adviesbureau PwC vorig jaar vast dat de doelen van de Won ook zonder gedwongen eigendomssplitsing al zijn gerealiseerd. Daarbij komt nog de nieuwe wet STROOM, die per 1 januari 2016 regelt dat geen commerciële activiteiten gefinancierd mogen worden met winst uit netwerkactiviteiten.
Maar behalve dat de EU al veel eerder afzag van de verplichting tot splitsing, is de gedachte gegroeid dat juist de integratie van productie, levering en distributie het ideale uitgangspunt is.
Bedrijven als RWE en E.ON profileren zich met de combinatie productie en netwerk. ‘Die combinatie is het recept voor de toekomst’, gaf topman Peter Terium van RWE deze maand aan tegenover Het Financieele Dagblad. Met de toename van opwekking van hernieuwbare energie uit wind, zon en bodem en de opmars van lokale opwekking door particulieren en bedrijven is de capaciteit en instandhouding van het net, gekoppeld aan aanbodsturing, mogelijk een goede reden voor het in stand houden van geïntegreerde bedrijven.
Investeringen in duurzame energie
Kleinere energieleveranciers zoals Greenchoice, de eerder genoemde Nederlandse Energie Maatschappij en Budget Energie kunnen maar beperkt investeren in kapitaalintensieve duurzame energie. Delta en Eneco worden na splitsing ook daartoe veroordeeld.
Eneco zal haar investeringen moeten beperken en dat zal leiden tot de situatie dat investeringen in grote projecten voor hernieuwbare energie alleen nog door buitenlandse partijen gedaan zal worden. De vraag is dan of dergelijke projecten op Nederlandse bodem wel het rendement bieden waar men naar zoekt.
Uitkomst zal zijn dat de ontwikkeling van duurzame energieopwekking vertraagd zal worden. Woensdag zal blijken welke positie de Tweede Kamer inneemt.
Siebe Schootstra is hoofdredacteur van de sites EnergieBusiness.nl, EnergieOverheid.nl en EnergieVastgoed.nl.
Lees ook
Duurzame energie uit zon en wind groeit veel harder dan Internationaal Energie-Agentschap beweert
Dit moet je weten over de nieuwe testfabriek van Tesla in Tilburg
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl