Bij de roulatie van het topbestuur die energiegigant Shell de afgelopen
maanden in gang zette, ontbrak nog één puzzelstukje. Wie zou de positie van
financieel bestuurder overnemen van de beoogde topman Peter Voser?

Donderdag maakte Shell bekend dat de keuze is gevallen op de Brit Simon Henry.
Daarmee is afbouw van de Nederlandse hegemonie bij de energiegigant
compleet.

Per 1 juli stapt bestuursvoorzitter Jeroen van der Veer op, terwijl de
Nederlandse baas van de tak voor raffinage en pompverkoop Rob Routs in
januari al met pensioen ging. Het nieuwe bestuur van Shell wordt straks
geleid door de Zwitser Voser.

Zwitser aan de top
Voser’s team telt verder twee Britten en twee Amerikanen. Nieuwkomer Henry
wordt Voser’s financiële rechterhand. Oud-gediende Malcolm Brinded, eveneens
Brits, blijft voorlopig de divisie voor opsporing en winning van olie en gas
leiden.

Naast Voser zijn de sleutelposities binnen het Shell-bestuur zodoende
weggelegd voor de Britten in het bestuur. De chief financial officer (CFO)
is de nummer twee binnen het bestuur. En de tak voor exploratie en productie
is veruit de belangrijkste activiteit van Shell. Afgelopen jaar was dit
onderdeel met een winst van 20 miljard dollar goed voor ongeveer tweederde
van het totale jaarresultaat.

De Amerikanen Linda Cook en Mark Williams bestieren de 'lichtere' divisies, te
weten de groeimarkt voor vloeibaar gas en de raffinage- en pompverkoop.

Nederlandse commissarissen
En waar blijven de Nederlanders? Naar goed Shell-gebruik wordt de huidige
Shell-topman van der Veer na zijn aftreden commissaris bij het bedrijf. Van
der Veer vervangt oud Shell-gediende Maarten van den Bergh als commissaris.

Samen met Van der Veer vormen Akzo Nobel-topman Hans Wijers en oud-premier Wim
Kok straks het Nederlandse smaldeel binnen de raad van commissarissen.

De wisseling van regime is even slikken voor de Nederlanders binnen Shell,
maar geheel onverwacht komt de omschakeling niet.

In de nasleep van de crisis rond de opgeblazen olie- en gasreserves uit 2004,
was sprake van een Nederlandse coup. Jeroen van der Veer werd topman, het
hoofdkantoor van het concern verhuisde volledig naar Nederland, en oud-ING
topman Aad Jacobs werd tijdelijk president-commissaris. Daar stond tegenover
dat Shell formeel een Britse vennootschap werd.

Angelsaksische dominantie
Van der Veer benadrukte tijdens zijn periode als topman steevast dat het
bedrijf bij de selectie van topposities alleen kijkt naar vaardigheden, niet
naar nationaliteit. Op zich niet vreemd voor een bedrijf dat afgelopen jaar
met ruim honderdduizend medewerkers in 110 landen een winst van 26 miljard
dollar boekte. En in 2008 de derde plek bezette op de Forbes-lijst van
grootste bedrijven ter wereld.

Maar de internationalisering van het topbestuur vormt wel een breuk met de
traditie van de twintigste eeuw, waarbij Nederlandse en Britse
Shell-topmannen elkaar zorgvuldig afwisselden.

Met de komst van de Zwitser Voser als hoogste baas lost Shell de belofte van
internationalisering deels in. Maar onderliggend is dat minder het geval.

De huidige bezetting van sleutelposities markeert een omslag van Nederlandse
naar Angelsaksische dominantie. Belangrijke vraag voor de komende jaren is
of er voldoende Nederlands talent bij de subtop opduikt. Alleen dat kan de
nationaliteitsbalans weer in evenwicht brengen.

Shell in Nederland
Praktisch verandert er door de wisseling van de Shell-top voor Nederland niet
al te veel. Shell draagt met het hoofdkantoor in Den Haag, de hoofdzetel van
de divisie voor exploratie en productie in Rijswijk, het technologiecentrum
in Amsterdam, de raffinage- en chemie-activiteiten in Rotterdam en het
aandeel in de Groningse gasproducent NAM serieus bij aan de werkgelegenheid
en kennisontwikkeling in Nederland.

Aan het trio Van der Veer, Kok en Wijers, om ervoor te zorgen dat die positie
behouden blijft.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl