- Met het vertrek van het hoofdkantoor uit Nederland verbreekt Shell de historische balans tussen het Nederlandse en het Britse smaldeel van het energieconcern.
- Shell kiest er de facto voor aandeelhouders optimaal te laten profiteren van de gunstige fiscale behandeling van dividenden in het Verenigd Koninkrijk.
- De keuze voor aandeelhouderswaarde op de korte termijn doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van de milieu-ambities van Shell.
- Lees ook: ‘Binnen 10 jaar moeten investeringen in hernieuwbare energie 3 keer zo hoog zijn om klimaatdoelen te halen’
ANALYSE – Helemaal onverwacht is het niet. Maar de keuze van Shell om Nederland de rug toe te keren, toont wel waar de prioriteiten van het olie- en gasbedrijf in eerste instantie liggen: aandeelhouderswaarde op de korte termijn voor het Britse smaldeel van de multinational.
Maandag maakte Shell bekend dat het bedrijf volledig Brits wordt. Het hoofdkantoor verhuist van Den Haag naar Londen, waarbij ook topman Ben van Beurden vanuit Londen gaat werken.
Belangrijk is verder dat de structuur met twee soorten aandelen voor Nederland en het Verenigd Koninkrijk wordt verlaten: er komt één aandeel dat onder het Britse belastingrecht valt.
Dit laatste betekent dat aandeelhouders van Shell altijd profiteren van de Britse vrijstelling voor de dividendbelasting. In de huidige constructie is het zo dat buitenlandse aandeelhouders die aandelen Shell in Nederland bezitten, fiscaal gezien een nadeel hebben, omdat ze in Nederland wel dividendbelasting betalen en in het VK niet.
Over deze kwestie is de afgelopen jaren veel te doen geweest in Nederland. Een voorstel van het kabinet-Rutte om de dividendbelasting in Nederland af te schaffen sneuvelde in 2018. Shell gaf daarna aan na te denken over een volledige overstap naar het VK met het hoofdkantoor en de fiscale structuur.
De beslissing om een volledig Brits bedrijf te worden heeft stevige implicaties, al probeert Shell de pijn voor Nederland te verzachten door te stellen dat de beslissing geen gevolgen heeft voor de operationele activiteiten in Nederland.
Geloofwaardigheid van duurzaam imago op het spel
Shell breekt met de historische balans tussen het Nederlandse en het Britse smaldeel bij het bedrijf. Tot begin deze eeuw opereerde het olie- en gasconcern met een duale structuur met aparte Nederlandse en Britse juridische entiteiten. Vanaf 2005 besloot Shell juridisch een Britse plc te worden, maar het hoofdkantoor bleef in Nederland.
Dat laatste betekende dat Shell ook een belangrijke politieke lobbyist bleef in Den Haag. Het bedrijf heeft hierbij wel steeds meer te maken gekregen met kritiek op het tempo van aanpassingen bij de energietransitie.
Aan de ene kant heeft Shell zich wel gecommitteerd aan investeringen van enkele miljarden per jaar in initiatieven voor hernieuwbare energie. Tegelijk gaat de bulk van de investeringen nog altijd naar fossiele projecten voor olie en gas.
Afgelopen mei boekte lobbyclub Milieudefensie een belangrijke symbolische overwinning bij de Nederlandse rechter: Shell werd gesommeerd om zijn inspanningen voor de reductie van CO2 zo op te voeren dat er een netto reductie van 45 procent wordt gerealiseerd in 2030. De keuze om kort na deze rechterlijke uitspraak te vertrekken uit Nederland zal de geloofwaardigheid van Shell geen goed doen.
Shell gaat voor Britse aandeelhouderswaarde
Shell rechtvaardigt zijn historische beslissing met een verwijzing naar de financiële flexibiliteit die de vereenvoudiging van de fiscale structuur geeft. De praktische consequentie is dat vooral de belangen van internationale aandeelhouders worden gediend, aangezien die fiscaal gezien in Nederland minder gunstig uit zijn dan in het VK. Ofwel: een keuze voor Angelsaksische aandeelhouderswaarde op de korte termijn.
Shell claimt met grotere flexibiliteit bij overnames en het doen van investeringen ook beter gepositioneerd te zijn om een leidende rol te nemen in de energietransitie. In de praktijk is er echter weinig evidentie dat de financiële slagkracht van Shell om overnames te doen serieus wordt beperkt door de huidige financiële structuur.
Wel is het zo dat het eenvoudiger wordt om geld terug te sluizen naar aandeelhouders in de vorm van inkoop van eigen aandelen, als er geen fiscale verschillen zijn tussen verschillende soorten aandelen bij Shell. Maar dat soort 'financiële flexibiliteit' heeft geen enkele relatie met de energietransitie en is louter gericht op het behagen van aandeelhouders bij gebrek aan rendabele investeringsperspectieven.
Juist in Nederland voelt Shell forse druk om zijn milieu-inspanningen te verbeteren. De terugtrekkende beweging uit het land waar Shell al 114 jaar een hoofdzetel heeft, wekt op z'n minst de indruk dat Shell de strijd om zijn imago in Nederland een duurzame draai te geven, heeft opgegeven.
LEES OOK: Shell moet snel een paar miljard investeren om duurzame doelen te halen – het stak $2 miljard in groene energie en $120 miljard in fossiele brandstoffen