Zondag 25 februari lanceert de Amsterdamse startup Seal zijn ICO. Met het uitgeven van een eigen cryptomunt hoopt CEO Bart Verschoor 33 miljoen euro op te halen om zijn idee te verwezenlijken: de echtheid van producten garanderen.
ICO staat voor ‘Initial Coin Offering’. Veel startups proberen met een eigen digitale munt financiering aan te trekken voor hun bedrijf. Alleen al in 2018 is er zo een miljard dollar opgehaald.
ICO’s zijn omstreden, omdat er voor beleggers veel risico’s aan verbonden zijn. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) waarschuwt al langere tijd voor misleiding en de onzekerheden die eraan kleven.
Seal, dat is opgericht door Bart en zijn broer Joris Verschoor, hoopt nu door middel van de Seal-munt tientallen miljoenen op te halen.
Seal is een platform gebaseerd op blockchaintechnologie, waarmee de authenticiteit van bepaalde producten kan worden gewaarborgd. Hier vallen waardevaste producten onder, zoals verzamelobjecten en limited editions, maar ook luxegoederen.
Op de producten wordt een chip bevestigd waarmee je met een app het product kunt scannen. Zo zie je vervolgens alle informatie over het product.
Daarnaast kun je in de blockchain aangeven dat je de rechtmatige eigenaar bent van het product. Wanneer jouw product wordt gestolen en een heler probeert het door te verkopen, kan de nieuwe koper zien van wie het product is en of het staat gemarkeerd als gestolen of verloren.
Eerste pilot met Italiaanse wijngaard
Op dit moment is Seal bezig een eerste test te draaien met een Italiaanse wijngaard die exclusieve wijnen maakt. "En dat is nog een heel karwei", zegt Bart Verschoor, "want hoe zorg je ervoor dat de chip daadwerkelijk op het product zit?"
"In het geval van wijnen kun je de authenticiteit van de inhoud niet bewaren, maar wel van de fles", legt Verschoor uit. "Maar dan zou iemand de fles kunnen legen en er bij wijze van water in stoppen. Dus moet je met oplossingen komen. Vandaar dat wij hebben besloten om de chip op de dop te zetten die kapotgaat wanneer je de fles openmaakt."
Ondanks dat Seal pas met zijn eerste pilot bezig is en zichzelf nog eigenlijk niet bewezen heeft, is Verschoor vastberaden om 33 miljoen euro op te halen.
Verschoor: "Die pilots zijn vooral nodig om productaanpassingen te doen. Want de producten moeten worden aangepast zodat de chips daarop bevestigd kunnen worden. Daarnaast hebben wij meerdere gesprekken met merken lopen. En de reacties zijn positief. Vervalsing is een groot probleem en niemand heeft de puzzel nog opgelost."
Er wordt volgens de Seal-oprichter veel geroepen in ICO-land. "Iedereen lanceert een eigen cryptomunt zonder enige substantie erachter. Wij geloven meer in de kwaliteit en het idee wat het vertegenwoordigt."
Uitdagingen voor Seal
Maar hoe gaat Seal het doen met al die miljoenen chips die dagelijks naar die producenten moeten? Verschoor blijft optimistisch: "Het concept gaat er sowieso komen. Het bedrijf die dit voor elkaar weet te krijgen wordt misschien zelfs groter dan Google. Dat lijkt een logistieke nachtmerrie, maar het valt mee. Chipfabrikant NXP zit op een uur rijden van ons. Zij kunnen de dagelijkse volumes van tientallen miljoenen chips gewoon draaien en opsturen naar de fabrieken."
Er zijn meer uitdagingen. Alleen al in de kledingindustrie zijn er honderden merken actief. Om van andere sectoren nog maar te zwijgen. Hoe denkt Seal al die merken te bereiken en ze ervan te overtuigen een Seal-chip in hun producten te laten plaatsen?
Verschoor wil daar niet te licht over denken. "De focus ligt op bedrijven zoals HP en Salesforce die speciale partner programma's hebben wat interessant voor hen en voor ons is. Op dit moment betalen merken miljoenen per jaar aan antivervalsingsmaatregelen. Met behulp van Seal-chips valt er juist geld aan te verdienen."
Want wanneer een product via de blockchain van Seal wordt verkocht betaalt de consument een kleine fee aan het merk. "Van die fee gaat een klein deel naar ons. Een heleboel van de producten waar wij op focussen hebben een levensduur van 5, 10 of soms wel 50 jaar. En omdat het waardevaste producten zijn ontstaat er een tweedehandsmarkt. Iedere keer dat het product opnieuw wordt verkocht verdient het merk er dus iets aan."
Concurrentie van Walton en VeChain
Seal is niet het enige bedrijf die zich richt op het waarborgen van (luxe)goederen en het chippen van producten. De twee grootste concurrenten zijn Walton en VeChain. Beide bedrijven hebben al meerdere succesvolle pilots gedraaid. De twee bedrijven zitten voornamelijk in China. VeChain heeft een marktwaarde van bijna 3 miljard dollar en Walton van 550 miljoen dollar.
Walton maakt gebruik van RFID-chips en focust zich voornamelijk op de kledingindustrie. Daarna wil het bedrijf gaan uitbreiden naar andere industrieën zoals bijvoorbeeld supermarktproducten. VeChain daarentegen richt zich net als Seal op luxegoederen zoals dure kleding en exclusieve wijnen, maar hoopt uit te breiden naar zuivelproducten en zelfs de auto-industrie. De bedrijven zitten dus wel in elkaars vaarwater.
Verschoor: "Seal is veel klantgerichter dan bijvoorbeeld Walton. Overigens is het probleem veel groter dan men denkt. Het merendeel van de namaakproducten komt uit China. Wij laten hier in Europa een beetje het kaas van ons brood eten en dat moet gewoon stoppen. Dat is ook een goed argument tegen Walton of Vechain. Er is een gebrek aan vertrouwen bij Westerse merken als het gaat om China. Daarom dient dit probleem te worden opgelost door een Europese of Amerikaanse partij."
Een ding is zeker: Bart Verschoor en zijn team zijn ambitieus. "In de toekomst hopen we natuurlijk dat alle waardevolle producten via ons netwerk lopen en dat Seal uiteindelijk een cryptovaluta wordt waarmee producten betaald worden direct in Seal-tokens. Misschien dat we uiteindelijk zelfs in het rijtje van Booking.com en Elastic terechtkomen."