- Ongeveer 2,4 miljard mensen koken op hout en houtskoolvuurtjes of kerosinekachels.
- Dit is goed voor 2 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en schaadt de bossen en de volksgezondheid.
- “Schoon koken” kan het klimaat helpen, maar vergt veel meer financiering, aldus een door de VN gesteunde lobbygroep.
- Lees ook: Nederland heeft klimaatdoel voor reductie CO2 in 2021 net niet gehaald, mede door warme winter
Bij een modern fornuis denk je misschien niet meteen aan het beschermen van bossen, maar in grote delen van de wereld beschikken mensen er niet over en dat heeft grote impact op het milieu. Een lobbygroep die gesteund wordt door de Verenigde Naties wil daar verandering in brengen in de hoop miljarden dollars te kunnen vrijmaken voor een weinig bekende klimaatoplossing.
Zo’n 2,4 miljard mensen in ontwikkelingslanden hebben geen toegang tot “schone keukens”, maar bereiden hun voedsel op hout, houtskoolvuurtjes en inefficiënte kerosinekachels. De uitstoot van koolstofdioxide is even hoog als die van de hele luchtvaartindustrie – ongeveer 2 procent van de globale uitstoot – en de blootstelling aan deze smog is zeer schadelijk voor degenen die koken, vaak vrouwen en kinderen.
En dan is er nog de schade aan de natuur: Meer dan een derde van het hout dat wordt gekapt voor brandstof groeit niet terug, wat bossen aantast en een bedreiging vormt voor de groeiende investeringen in klimaatoplossingen waarbij naar natuur wordt gekeken, volgens een deze week verschenen rapport van de Clean Cooking Alliance.
“Het gebrek aan toegang tot “schoon koken” is het meest onderbelichte gezondheids- en milieuprobleem ter wereld”, aldus Jillene Connors Belopolsky, stafchef en hoofd externe betrekkingen van de alliantie. “Het wordt van oudsher gezien als een vrouwenprobleem.”
De alliantie spoort aan tot het gebruik van fornuizen die voldoen aan de internationale normen voor binnenluchtkwaliteit, waaronder fornuizen die werken op vloeibaar petroleumgas, biogas of ethanol. Elektrische fornuizen en snelkookpannen staan ook op de lijst.
Hoewel vloeibaar petroleumgas een fossiele brandstof is, vervuilt het minder dan hout en steenkool en is het de meest kosteneffectieve oplossing voor Afrika ten zuiden van de Sahara, waar de overgrote meerderheid van de huishoudens geen toegang heeft tot schoon koken en elektriciteit, aldus Belopolsky.
Landbouwgemeenschappen bieden ook een kans in de regio omdat dierlijk en plantaardig afval kan worden omgezet in biogas en ethanol.
Gebrek aan financiering uit rijke landen
Maar het opschalen van schoon koken wordt belemmerd door gebrek aan financiering uit rijkere landen en de particuliere sector, zoals het geval is met de meeste klimaatinspanningen in laag geïndustrialiseerde landen die worden geconfronteerd met de ernstigste gevolgen van de opwarming van de aarde, maar het minst hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis.
De investeringen schommelen rond de 130 miljoen dollar per jaar, veel minder dan de 4,5 miljard dollar die volgens schattingen nodig is.
Door schoon koken onder de paraplu van natuurbescherming te brengen, kunnen meer middelen worden vrijgemaakt. Ongeveer 133 miljard dollar gaat naar bosbescherming en -herstel, duurzaam landbeheer en andere op de natuur gebaseerde projecten, en er gaan stemmen op om dat bedrag dit decennium te verdrievoudigen. Als een fractie daarvan naar schoon koken zou gaan, zou dat een grote impact kunnen hebben, aldus Belopolsky.
De Clean Cooking Alliance adviseert ontwikkelingslanden om schoon koken op te nemen in hun klimaatactieplannen en zegt dat investeerders en bedrijven moeten onderzoeken hoe de overgang naar schoner koken hun investeringen in natuurbescherming minder riskant kan maken.
"Je kunt mensen niet vertellen dat ze de natuurlijke hulpbronnen om hen heen niet mogen gebruiken om hun gezin te voeden zonder een betaalbaar alternatief te bieden", zei Belopolsky.
Volgens haar heeft het investeren van miljarden dollars in het beschermen en herstellen van bossen en het toepassen van regeneratieve landbouwpraktijken geen zin, als de gemeenschappen die rond deze projecten wonen niet schoon kunnen koken en hout moeten kappen. "Dat is contraproductief en een risico voor de investeringen in die projecten."
Deze boodschap lijkt aan te slaan. Tussen 2017 en 2020 is de omzet die clean cooking-bedrijven maakten met de verkoop van CO2-compensaties 21 keer gegroeid.
In 2020 waren Zwitserland en Peru de eerste landen die een koolstofcompensatie-overeenkomst sloten in het kader van het klimaatakkoord van Parijs, waarin ook projecten voor schone koks waren opgenomen. Zwitserland zorgde voor de financiering en is uiteindelijk van plan de emissiereducties mee te tellen voor zijn klimaatdoelstellingen.