• Business Insider Nederland houdt je volledig op de hoogte met een serie over de belangrijkste fiscale en ander financiële veranderingen per 1 januari 2021.
  • De kinderopvangtoeslag gaat komend jaar iets omhoog.
  • Inkomens boven 68.507 euro mogen minder partneralimentatie aftrekken.
  • De schenkingsvrijstelling stijgt en erfgenamen moeten weer belastingrente betalen als de aangifte te laat is.

Nog een paar dagen en dan is 2020 voorbij. Per 1 januari 2021 verandert er het nodige voor je persoonlijke financiën.

Business Insider Nederland houdt je volledig op de hoogte met een serie over de belangrijkste fiscale en ander financiële veranderingen voor het nieuwe jaar. In dit deel kijken we naar veranderingen die betrekkingen hebben op familiezaken.

Lees ook deel 1 over veranderingen bij de zorgverzekering en zorgkosten, deel 2 over auto en reizen per trein, deel 3 over veranderingen bij de vermogensbelasting in box 3 en deel 4 over de fiscale veranderingen voor je huis.

In 2021 komen er een aantal meevallers voor ouders. De kinderopvangtoeslag en kinderbijslag gaan komend jaar iets omhoog. Ook het kindgebonden budget neemt toe. Daar profiteren vooral grote gezinnen van.

Schenken wordt een stuk voordeliger, want de jaarlijkse schenkingsvrijstelling gaat met maar liefst 1.000 euro omhoog.

Bekijk hieronder de belangrijkste financiële veranderingen voor familiezaken in 2021:


Kinderopvangtoeslag iets omhoog

Werkende ouders die hun kind naar de kinderopvang brengen, krijgen een deel van de kosten vergoed, via de kinderopvangtoeslag. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling.

Komend jaar gaat de maximum uurprijs (het door de overheid bepaalde uurtarief waarover de Belastingdienst kinderopvangtoeslag uitkeert) omhoog naar 8,46 euro voor opvang op een kinderdagverblijf. Nu is dat nog 8,17 euro.

Voor gastouderopvang komt het bedrag uit op 6,49 euro, voor zowel dagopvang als buitenschoolse opvang (tegen 6,27 euro nu). Voor buitenschoolse opvang stijgt het maximale uurtarief van 7,02 euro naar 7,27 euro.

Betaal je meer dan het maximum uurtarief, dan moet je het extra bedrag uit eigen zak betalen.

Je hebt per kind in totaal recht op maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand. Heb je meer kinderen die opvang genieten, dan krijg je voor het kind met de meeste opvanguren de laagste vergoeding.

Voor de kinderopvangtoeslag gelden geen inkomens- of vermogensgrenzen, maar de hoogte hangt wel af van je inkomen.

Hoe meer je verdient, hoe minder kinderopvangtoeslag je krijgt. Komend jaar worden niet alle inkomens volledig geïndexeerd, waardoor sommige ouders eerder in een hogere inkomensklasse vallen en dus minder toeslag krijgen.

Ben je benieuwd waar je volgend jaar recht op hebt? Dat kun je checken in deze tabel.


… en verruiming van de doelgroep

In 2021 komen meer ouders in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Je hebt nu alleen recht op deze tegemoetkoming als beide ouders werken of een opleiding volgen. Maar vanaf 1 januari kun je ook kinderopvangtoeslag krijgen als een van de twee ouders niet kan werken vanwege een langdurige ziekte. Deze ouder moet wel een permanente zorgindicatie hebben in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Verder komt er een verruiming voor zwangere vrouwen die hun baan zijn kwijtgeraakt. Volgens de huidige regels heb je na het verliezen van je baan nog drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. Maar omdat zwangere vrouwen enkele weken voor en na de bevalling niet mogen werken, gaat de teller straks pas lopen na het zwangerschapsverlof.


Meer kindgebonden budget

Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van de overheid in de kosten van kinderen. Komend jaar gaat dit bedrag omhoog.

Vooral grote gezinnen, met drie of meer kinderen, profiteren hiervan, want zij krijgen er nog een extra schep geld bij. Het maximumbedrag vanaf het derde kind gaat namelijk omhoog van 297 euro, naar 919 euro per jaar.

Of je voor kindgebonden budget in aanmerking komt, hangt af van je inkomen en je vermogen. Je vermogen mag komend jaar niet hoger zijn dan 118.479 euro (of 149.819 als je een toeslagpartner hebt). Het jaarinkomen mag maximaal 70.000 euro zijn (of 99.000 euro met toeslagpartner). Zit je hierboven, dan val je buiten de boot.

Op deze website kun je checken of je hier recht op hebt en of je in aanmerking komt voor toeslagen.

Alleenstaande ouders krijgen een extra bedrag: de alleenstaande ouderkop. Deze komt in 2021 uit op 3.240 euro.


Kinderbijslag iets omhoog

De kinderbijslag gaat voor alle ouders komend jaar fractioneel omhoog. Dit zijn de bedragen per kwartaal:

  • Kind van 0 tot en met 5 jaar: 223,37 euro (tegen 221,49 euro nu)
  • Kind van 6 tot en met 11 jaar: 271,24 euro (tegen 268,95 euro nu)
  • Kind van 12 tot en met 17 jaar: 319,10 euro (tegen 316,41 euro nu)

Voor die verhoging moet je nog wel even geduld hebben: de nieuwe bedragen worden pas vanaf april 2021 uitgekeerd.


Inkomensafhankelijke combinatiekorting gaat omlaag

Ouders van kinderen tot 13 jaar die werk en de zorg voor hun kinderen combineren, hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Het maximale kortingsbedrag gaat komend jaar eenmalig omlaag naar 2.815 euro. Dat is nadelig voor ouders die meer dan 30.000 euro verdienen.

Deze eenmalige maatregel wordt ingevoerd omdat volgens een uitspraak van de Hoge Raad meer co-ouders recht hebben op dit belastingvoordeel. Het kabinet wil die extra kosten compenseren met een lagere korting.


Alimentatie aangepast aan de inflatie

Ieder jaar worden de alimentatiebedragen voor kinderalimentatie en partneralimentatie aangepast aan de inflatie, dus ook in 2021. Dit bedrag wordt dan geïndexeerd met 2 procent.

Heb je een inkomen van 68.507 euro of hoger, dan worden alimentatiekosten die je als aftrekpost kunt opvoeren iets minder gunstig. Het maximale aftrekpercentage daalt namelijk van 46 procent naar 43 procent. Hierdoor nemen je netto alimentatiekosten toe.

Je kunt proberen om de partneralimentatie aan te passen maar check wel of dit ook consequenties heeft voor eventuele toeslagen.


AOW-leeftijd blijft gelijk

De AOW-leeftijd wordt ook komend jaar bevroren op 66 jaar en 4 maanden. Pas daarna gaat deze weer omhoog.

Lees ook: Feitelijke pensioenleeftijd stijgt tot iets boven de 65 – je krijgt pas een AOW-uitkering met 66 jaar en 4 maanden


Wie grote bedragen schenkt, moet daarover belasting betalen. Maar een deel van het bedrag is vrijgesteld. Deze vrijstellingen gaan komend jaar met ruim 1.000 euro omhoog.

Ouders mogen komend jaar 6.604 euro belastingvrij schenken aan hun kind. Voor overige schenkingen geldt een vrijstelling van 3.244 euro.

... en lichte verhoging eenmalige vrijstelling

Daarnaast mogen ouders aan hun kind tussen de 18 en 40 jaar eenmalig een hoger bedrag belastingvrij schenken. Dit is komend jaar 26.881 euro.

Wordt het bedrag aangewend voor een dure studie (van minimaal 20.000 euro per jaar), dan kan onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van een hogere eenmalige vrijstelling van 55.996 euro.

Vloeit de schenking naar een eigen woning, dan geldt een nóg hogere eenmalige vrijstelling van 105.302 euro. Van die laatste vrijstelling kunnen ook niet-kinderen gebruik maken, mits zij in de bovengenoemde leeftijdscategorie vallen.


Erven: hogere vrijstelling

Ook de vrijstelling voor de erfbelasting wordt naar boven bijgesteld. De hoogte van deze vrijstelling hangt af van de relatie die jij met de overledene had.

Voor partners stijgt deze vrijstelling in januari naar 671.910 euro. Voor kinderen en kleinkinderen bedraagt de vrijstelling straks 21.282 euro, voor ouders is dat 50.397 euro en voor overige erfgenamen 2.244 euro.

Ontvang je een erfenis of een schenking, dan ben je voor het bedrag boven de vrijstelling belasting verschuldigd. Er gelden voor iedereen twee schijven: voor de eerste 128.751 euro boven de vrijstelling betaal je een lager percentage dan voor het bedrag dat hierboven komt.

Voor partners en kinderen bedragen deze tarieven respectievelijk 10 procent en 20 procent. Voor kleinkinderen is dit 18 en 36 procent en voor overige ontvangers 30 en 40 procent. Deze percentages blijven in 2021 ongewijzigd.


Aangifte te laat? Belastingrente betalen

De afgelopen drie jaar heeft de Belastingdienst geen belastingrente berekend over te laat ontvangen aangiftes voor de erfbelasting, omdat er achterstanden waren in de verwerking van de formulieren. Omdat die achterstanden inmiddels zijn weggewerkt, gaat de fiscus weer rente heffen als je er niet op tijd bij bent.

Heeft de Belastingdienst de aangifte binnen acht maanden na de overlijdensdatum ontvangen en is deze in een keer goed óf heb je binnen die acht maanden een voorlopige aanslag aangifte erfbelasting aangevraagd, dan hoef je geen rente te betalen. Anders wel. Dit geldt alleen voor overlijdens vanaf 1 januari 2021. De hoogte van de belastingrente is niet mals: 4 procent.


Giften als aftrekpost

Wie geld doneert aan een goed doel, kan een deel van dit bedrag aftrekken, mits het totale bedrag aan giften hoger is dan 1 procent van het verzamelinkomen (de totale inkomsten van jou en je partner, min eventuele aftrekposten), met een minimum van 60 euro.

Elke euro boven deze grens is aftrekbaar. De bovengenoemde drempel geldt niet voor periodieke giften die minimaal vijf jaar worden gedaan. Deze bedragen zijn al jaren hetzelfde.

Lees meer over de belangrijkste financiële veranderingen in 2021: