De zeven Galaxy S-telefoons die Samsung sinds de eeuwwisseling heeft uitgebracht illustreren hoe de smartphone is geëvolueerd. Maar de ontwikkeling stagneert. De Zuid-Koreanen zetten daarom nu in op virtual reality.
Samsung speelt dit jaar op veilig. In 2015 kreeg de Galaxy S-reeks een flinke opfrisbeurt: de plastic behuizing maakte plaats voor een metalen design. Daarmee schudde de Zuid-Koreaanse technologiereus eindelijk het juk van zich af dat het topmodellen maakt die goedkoop aandoen.
Dit jaar borduurt Samsung — nog steeds marktleider op de smartphonemarkt — op dat succesvolle ontwerp voort. De Galaxy S7, die zondag werd gepresenteerd op Mobile World Congress in Barcelona, lijkt sprekend op zijn voorganger. De vooruitgang zit ‘m in de details: het toestel is waterdicht, de batterij gaat langer mee en de opslag is uit te breiden met een sd-kaart.
In vergelijking met vorig jaar is de nieuwste telg uit Samsung’s succesreeks niet veel veranderd. Maar kijk je verder terug, dan zijn er grote verschillen met de eerste Galaxy S-telefoon die in 2010 op de markt kwam. Dat is tegelijkertijd een treffende illustratie van hoe smartphones in de afgelopen zes jaar zijn veranderd.
(klik voor vergroting)
Wat als eerste opvalt, is de grootte van het scherm. De Galaxy S had er eentje met een diameter van 4 inch, relatief groot voor die tijd. Ter vergelijking: de iPhone 4 die in dat jaar werd gepresenteerd had een touchscreen van 3,5 inch.
De schermen zijn sindsdien alleen maar groter geworden, tot 5,1 inch op de laatste drie S-modellen van Samsung.
Ook de resolutie van de touchscreens is verbeterd. Waar de Galaxy S nog een scherm van 800 bij 480 pixels had, heeft de S7 er 2560 bij 1440. Dat zijn 577 pixels per inch, de standaard om de pixeldichtheid van een scherm uit te drukken.
Toen Apple de term Retina Display claimde met de iPhone 4 zei Steve Jobs dat het menselijk oog op een afstand van dertig centimeter individuele pixels niet meer kan onderscheiden bij 300 ppi of meer. Die drempel is Samsung sinds de Galaxy III over.
(klik voor vergroting)
Een groter scherm betekent een grotere telefoon. De Galaxy S7 is dan ook twee centimeter langer en een halve centimeter breder dan de Galaxy S.
Wat opvalt is dat Samsung er de afgelopen jaren in is geslaagd zijn topmodel iets kleiner te maken, ondanks dat het scherm even groot is gebleven. De randen rondom het scherm, de zogenoemde bezels, zijn geslonken.
Dat is duidelijk te zien als je kijkt naar hoeveel procent van de voorkant van een telefoon bestaat uit scherm. Bij de Galaxy S in 2010 was dat net iets meer dan 55 procent, bij de S7 is het 72 procent.
Ook onder de motorkap is er het nodige veranderd. De S7 heeft acht keer zoveel werkgeheugen als de Galaxy S, de accu is dubbel zo groot en de chip bevat inmiddels acht processoren in plaats van één.
Leuk is ook dat de opkomst van de selfie, door Van Dale in 2013 verkozen tot woord van het jaar, terug te zien is. De Galaxy S had aan de voorzijde een camera van 0,3 megapixels, zes jaar later is een exemplaar 5,0 megapixels de standaard.
Toch komt een ding naar voren als je de specificaties en ontwerpen naast elkaar legt: de standaard smartphone is min of meer af. De stappen die nu worden gezet zijn minder groot dan een half decennium geleden.
Innovatie in accessoires
Dat weet ook Samsung. Daarom probeert het Zuid-Koreaanse bedrijf zich te onderscheiden met iets anders: virtual reality. Samsung liet zondag niemand minder dan Facebook-oprichter Mark Zuckerberg opdraven om te vertellen over de Samsung's Gear VR, een bril zonder eigen scherm waarin je een smartphone kunt schuiven. De Zuid-Koreanen toonden eveneens een nieuwe camera om beelden in 360 graden mee op te nemen.
Concurrent LG bewandelt hetzelfde pad en onthulde zondag een VR-bril, 360 graden-camera en een camera-robot. Bovendien is het nieuwste topmodel uit te breiden met accessoires via een kliksysteem aan de onderkant. Zo kun je een grotere accu met fysieke cameraknoppen toevoegen of een hifi-accessoire voor beter geluid.
Dat ontstreept nog maar eens dat de hardware van smartphones zo goed als uitontwikkeld is. De echte innovatie zit niet meer in de telefoons, maar in de accessoires.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl