Premier Mark Rutte is vier jaar geleden, in tegenstelling tot wat hij vorige week in de Tweede Kamer verkondigde, wel degelijk op de hoogte gebracht van een deal tussen de Belastingdienst en een onderneming over de dividendbelasting.
Dat schrijft hij aan de Tweede Kamer.
PvdA-fractieleider Lodewijk Asscher vroeg Rutte vorige week tijdens het vragenuurtje of hij, zonder op specifieke gevallen in te gaan, weet had van dergelijke vaststellingsovereenkomsten, waarbij bedrijven van de fiscus vooraf duidelijkheid krijgen over hoeveel belasting zij moeten afdragen. Daarop antwoordde de minister-president ontkennend.
Rutte geeft nu toe dat dit “voorbarig” was. Uit navraag die hij deed, blijkt namelijk dat het ministerie van Financiën wel over een aan de premier gericht stuk beschikt waarin zo’n belastingdeal met een bedrijf omschreven staat. Om welke onderneming het gaat, is niet bekend. Het kabinet stelt zich tot dusver op het standpunt dat het daar geen mededelingen over mag doen.
Asscher neemt in een reactie geen genoegen met de lezing van Rutte dat zijn antwoord voorbarig zou zijn. “Bedoeld is: onjuist, verkeerd”, twittert hij. SP-leider Lilian Marijnissen spreekt van een “gênante vertoning”. Het enige antwoord dat de premier vorige week gaf op een spervuur aan vragen over een vermeende belastingdeal met Shell “blijkt nu niet waar”.
Dit voorjaar moest Rutte ook al eens door het stof omdat memo's over de dividendbelasting, waarvan hij het bestaan aanvankelijk had ontkend, toch bleken te bestaan. De Tweede Kamer debatteert dinsdagavond opnieuw met de premier over de voorgenomen afschaffing van de belasting die bedrijven betalen over de winstuitkering aan hun aandeelhouders.