Coalitiepartners D66 en ChristenUnie zijn blij dat premier Mark Rutte de druk op werkgevers opvoert om lonen te verhogen. De minister-president zei afgelopen weekeinde tijdens een VVD-bijeenkomst dat door het kabinet beloofde lastenverlichtingen voor bedrijven alleen doorgaan als werknemers meer gaan meeprofiteren van de gestegen winsten.
“Dat zijn hele mooie teksten”, vindt ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers. “Taal naar mijn hart. De lonen moeten omhoog, zo niet dan heeft dat consequenties.”
D66-voorman Rob Jetten wijst erop dat hij al langer pleit voor sterkere loonstijgingen. “Ik ben blij dat het langzame broertje van D66 ook op dit punt is bijgetrokken.” Jetten legt de bal evenwel niet alleen bij de private sector, maar ook bij de overheid. Bijvoorbeeld defensie en het onderwijs zijn volgens hem “publieke sectoren waar de lonen kunnen stijgen”.
CDA-vicepremier Hugo de Jonge leest de woorden van Rutte als “een aanmoediging in de richting van het bedrijfsleven” om meer bij te dragen aan de koopkrachtontwikkeling. Hij spreekt van een “logisch pleidooi”, omdat de lonen ook volgens hem te langzaam stijgen.
VVD-premier Rutte pleit voor hogere lonen
Als grote bedrijven hun stijgende winsten niet serieus gaan delen met hun werknemers, zal geplande lastenverlaging voor bedrijven niet doorgaan. Die waarschuwing uitte premier Mark Rutte zaterdag op het ‘VVD Festival’ in Aalsmeer.
“Iets bevalt me niet”, zei Rutte. De middenklasse - “mensen met een normaal salaris” - staat steeds meer onder druk, hun buffers raken op, zei de premier. “We hebben de lasten verlaagd. Maar stijgingen in de CAO blijven uit.”
Volgens de premier komen grote bedrijven daarmee een decennia oude maatschappelijke afspraak niet na. “De winsten klotsen tegen de plinten, maar alleen de lonen van de topmannen stijgen. Dat vind ik niet acceptabel!”
Er zit voor het bedrijfsleven nog lastenverlaging aan te komen, bijvoorbeeld in de vennootschapsbelasting. Maar dat is wat Rutte betreft dus allerminst een uitgemaakte zaak.
Voor de mensen wier lonen weinig of niet zijn gestegen en die hun financiële buffers zien verdwijnen, had Rutte een afsluitende boodschap: "U heeft een bondgenoot in de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie." Zijn boodschap kon op luid applaus van de verzamelde partijleden rekenen.
In een reactie laten VNO-NCW en MKB-Nederland weten dat werkgevers momenteel wel "ruim" loonsverhogingen geven. "De cao-lonen stijgen tegen de 3 procent gemiddeld. Lang geleden dat wij deze stijgingen hadden", aldus de ondernemingsorganisatie in een verklaring.
De werkgevers zeggen wel zich net als de VVD zorgen te maken over de koopkracht van de middengroepen. Zij stellen echter dat het kabinetsbeleid, zoals het verhogen van de btw en de energierekening, de oorzaak is van de lagere koopkracht.
Loonstijging gaat richting 3%
Onderstaande grafiek uit de cao-kijker van AWVN laat zien dat in het cao-seizoen van 2019 nieuwe cao's structureel werken met een loonstijging van meer dan 2,5 procent.
Bij de overheid en in de zorg stijgen de cao-lonen het sterkst, in de landbouw is de toename relatief beperkt.
De hoeveelheid cao's die werkgevers met vakbonden overeenkomen, verschilt sterk van maand tot maand. Toch lijkt er de laatste tijd bij de afgesproken loonsverhoging duidelijk een stijgende trend waar te nemen. Volgens AWVN komt dat door de aangetrokken economie.
Overigens was de afgesproken loonstijging nog ver verwijderd van de looneis van vakbond FNV, die dit jaar bij onderhandelingen inzet op plussen van 5 procent.
Hoewel er dus wel degelijk sprake is van forse loongroei, is het effect op de koopkracht beperkt. Dit komt door de snelle stijging van de prijzen van goederen en diensten.
Mede door de verhoging van het lage btw-tarief naar 9 procent begin dit jaar is de Nederlandse inflatie fors opgelopen. De gemiddelde prijsstijging van het mandje van goederen en diensten dat het Centraal Bureau voor de Statistiek bijhoudt, bedroeg in mei bijna 2,5 procent.
De inflatie ligt dus ongeveer hetzelfde niveau als de stijging van de cao-lonen, waardoor het koopkrachteffect van van de loongroei zeer gering is.