- Het Russische leger zou in de afgelopen drie weken 130 tanks bij het Oekraïense plaatsje Voehledar zijn verloren.
- In de grootste tankveldslag van de oorlog tot nu toe werden fouten gemaakt die al eerder tot grote verliezen van materieel hebben geleid.
- Volgens een geopolitiek expert is het nieuwste Russische offensief een “halfbakken” poging om het tij van de oorlog te keren.
- Lees ook: Rusland heeft maar één tankfabriek die 20 tanks per maand produceert, terwijl de vraag 10 keer zo hoog is door de oorlog in Oekraïne
Het grootste tankgevecht van de oorlog in Oekraïne lijkt uitgelopen op een pijnlijke misstap voor Moskou.
Volgens het Oekraïense leger verloor Rusland bij de gevechten rond de zuidoostelijke stad Voehledar recentelijk zeker 130 pantservoertuigen. De Russische strijdkrachten gebruikten dezelfde tactiek – tanks in een rechte colonne vijandig gebied inrijden – die vorig jaar rond Boetsja desastreus bleek.
“Het is opmerkelijk dat Rusland dezelfde fouten herhaalt”, vertelt hoogleraar en Rusland-historicus Simon Miles van de Duke University Sanford School of Public Policy. “Ik had gedacht dat Moskou wel geleerd zou hebben van deze pijnlijke misstappen tijdens het begin van de oorlog.”
Foto’s en video’s van de drie weken durende veldslag bij Voehledar, de plek van het in januari gestarte Russische offensief, laten zien hoe gepantserde voertuigen tegen elkaar vechten en worden opgeblazen.
Blunders in Boetsja
Zowel Oekraïne als Rusland bereidden de afgelopen maanden nieuwe offensieven voor. Voor beide kampen zijn tanks steeds belangrijker geworden, zowel strategisch als symbolisch.
Voor zijn offensief maakt Rusland, dat al veel voertuigen heeft verloren in het al meer dan een jaar durende conflict, volgens The New York Times steeds meer gebruik van tanks die gemaakt zijn tijdens de Koude Oorlog. Oekraïne wacht momenteel op leveringen van moderne tanks van westerse bondgenoten. Die zullen naar verwachting de komende maanden hun entree maken in de strijd.
Lang voor het militaire falen bij Voehledar waren de zware verliezen die Russische tankbrigades lijden al duidelijk zichtbaar. Een jaar geleden zorgden haperende aanvallen op Boetsja, een voorstad van de hoofdstad Kiev, voor een vertraging van de Russische opmars. De mogelijkheid voor een snelle Russische overwinning verdween daardoor.
In februari 2022 reden meer dan honderd Russische tanks in een lange colonne richting Boetsja. Hier richtten soldaten een bloedbad aan onder de inwoners en pleegden zij een maand lang (vermeende) oorlogsmisdaden.
Het tankkonvooi, dat volgens de Oekraïense strijdkrachten bestond uit zeker tien bataljons die achter elkaar reden, slaagde er niet in Kiev te veroveren. Oekraïense aanvallen zorgden ervoor dat de Russische troepen een chaotische aftocht moesten blazen.
Volgens tactische en militaire experts stoelde het oorspronkelijke Russische aanvalsplan op snelheid en het verrassingselement. Maar dat laatste bleek fataal voor het succes van de invasie van Oekraïne. Doordat het Kremlin de beslissing om aan te vallen tot op de laatste minuut uitstelde, waren Russische troepen onvoorbereid en slecht uitgerust. Zo ontbraken de juiste communicatiemiddelen en geschikte winterkleding.
De lange tankcolonne richting Kiev liep vast op de modderwegen naar Boetsja. De voertuigen moesten noodgedwongen uitwijken naar beter aangelegde wegen, waar ze kwetsbaar waren voor Oekraïense verdedigers en communicatieproblemen zorgden voor opstoppingen.
Op het hoogtepunt was de file - van duizend tanks, 2.400 gepantserde voertuigen en tienduizend soldaten - 56 kilometer lang. Oekraïense strijdkrachten boekten vroege successen in het conflict door bruggen en stuwdammen op te blazen op het pad van de colonne. Dit zorgde ervoor dat de Russische voertuigen steeds weer omgeleid werden naar wegen waar ze kwetsbaar waren voor antitankwapens.
De vastgelopen Russische troepen rond Boetsja moesten zich in maart 2022 noodgedwongen terugtrekken. Snel daarna verwoestten Oekraïense troepen twee tankbataljons en 370 legertrucks bij het Hostomel-vliegveld. Deze Russische verliezen waren een grote symbolische en tactische dreun voor de oorlogsmachine van het Kremlin.
Niet geleerde lessen
De slag om Voehledar lijkt voor Rusland even slecht verlopen te zijn als het offensief rond Boetsja. Ook hier stuurde het Russische leger een colonne tanks vooruit. Die bleken een makkelijk doelwit te zijn voor Oekraïense troepen. Die konden ongezien en van een veilige afstand de voertuigen beschieten en vernietigen.
Net zoals bij Boetsja slaagden Russische troepen er niet in om hun doelwitten te veroveren bij Voehledar, en maakten ze dezelfde dure fouten die schaarse tanks kostten.
Rusland-historicus Miles ziet deze Russische blunders als onderdeel van een "halfbakken" offensief in het oosten van Oekraïne. Volgens de hoogleraar komen deze misstappen voort uit het toenemende ongeduld van Poetin.
Afgelopen januari ontsloeg de Russische president de militaire leider Sergei Surovikin, omdat hij het niet eens zou zijn geweest met diens strategie in Oekraïne.
De generaal zou het leger hebben willen inzetten als defensieve macht tegenover het geplande Oekraïense offensief, in afwachting van vers getrainde soldaten. Juist om dezelfde fouten te voorkomen die wederom in Voehledar tot grote Russische verliezen hebben geleid: het lanceren van een premature aanval zonder de steun van een reservemacht in de achterhoede.
Ondertussen bevinden de Oekraïense strijdkrachten zich in een betere positie om Russische aanvallen te absorberen en hun eigen offensief te lanceren. Zeker als de beloofde wapens van Amerikaanse en Europese bondgenoten ook daadwerkelijk worden geleverd.
"Ik denk dat het ongeduld van Poetin Rusland veel gaat kosten", zegt Miles. "Het offensief is zo slecht voorbereid dat het Russische leger op geen enkele effectieve manier gebruik kan maken van het slagveld, en daarnaast veel te kwetsbaar blijft voor Oekraïense strijdkrachten."