- Rusland probeert met de aanleg van een spoorlijn naar de veroverde Oekraïense stad Marioepol zijn logistieke aanvoerlijnen naar de frontlinie te versterken.
- Dat melden inlichtingendiensten van het Britse ministerie van Defensie.
- Oekraïense troepen oefenen extra druk uit in de regio Zaporizja op het Russische leger, maar er is nog geen beslissende doorbraak.
- Lees ook: Rusland probeert het conflict in Israël te benutten voor een propaganda-offensief om de westerse steun voor Oekraïne te ondermijnen, stelt denktank
Rusland heeft in 2022 een aangesloten landcorridor weten te bezetten in Oekraïne die loopt van de Krim, langs de zuidkust van Oekraïne naar delen van Oost-Oekraïne. Voor de verdediging van dit gebied is het cruciaal dat Russische aanvoerlijnen voor munitie en troepen intact blijven.
Rusland is in dit verband bezig met de aanleg van een nieuwe spoorlijn naar de Oekraïense stad Marioepol, die afgelopen jaar werd ingenomen, zo meldt het Britse ministerie van Defensie. Britse inlichtingendiensten concluderen dat de lijn gebruikt kan worden om troepen aan het front in Zaporizja sneller te bevoorraden.
Een belangrijk doel van het Oekraïense leger is om de aaneengesloten corridor van door Rusland bezet gebied tussen de Krim en het oosten van het land te doorbreken. Hiermee wil Oekraïne in eerste instantie Russische aanvoerlijnen van en naar de Krim afsnijden.
In september zijn Oekraïense troepen erin geslaagd om extra druk uit te oefenen bij de frontlinie in de regio Zaporizja.
Rusland laat de nieuwe spoorlijn naar Marioepol aanleggen door civiele bouwbedrijven. Er wordt waarschijnlijk de afweging gemaakt dat het dan complexer is om een aanval uit te voeren op de bouwers, stellen de Britse inlichtingendiensten. Ook kunnen de Russische strijdkrachten hun eigen middelen zo elders inzetten.
Treinen worden door Rusland gebruikt om munitie, materieel, brandstof en militairen aan te voeren voor de strijd in Oekraïne. Het spoornetwerk in bezette delen van Oekraïne zou nog grotendeels bruikbaar zijn, al zijn treinen wel kwetsbaar voor aanvallen en sabotage.
Westerse steun aan Oekraïne mogelijk onder druk
Het Oekraïense tegenoffensief heeft deze zomer beperkte successen opgeleverd en blijft sterk afhankelijk van westerse militaire steun. Op dat vlak zijn de strategische onzekerheden de afgelopen weken toegenomen.
Zo is sinds begin oktober onduidelijk wat de Verenigde Staten op korte termijn kunnen leveren, vanwege onenigheid tussen Democraten en Republikeinen over de financiering van de Amerikaanse overheid. Daarbij is een noodregeling getroffen van 45 dagen, maar daar valt steun aan Oekraïne niet onder.
Een andere onzekere factor is de steun van Polen, waar zondag parlementaire verkiezingen worden gehouden. De extreemrechtse anti-Oekraïense oppositiepartij Konfederacja kan zijn aantal zetels flink gaan uitbreiden.
Vanwege een graanruzie en in een poging om aan de macht te blijven stelt regeringspartij PiS zich de laatste tijd ook harder op tegen Oekraïne. Premier Mateusz Morawiecki zei vorige maand geen nieuwe wapens meer naar Oekraïne te sturen en president Andrzej Duda vergeleek Oekraïne met “een drenkeling die alles vastgrijpt om boven water te blijven” en daarmee anderen mee de diepte in kan sleuren.