De grote Amerikaanse kredietbeoordelaars voelen zich niet meer thuis in Rusland, sinds ze Rusland de ‘junkstatus’ hebben gegeven op de obligatiemarkt. Rusland slaat terug met een eigen ratingbureau.
Volgens het internationale persbureau Bloomberg hebben Moody’s Investors Service en Fitch Ratings in de afgelopen weken aangegeven van plan te zijn om volledig te stoppen met het uitgeven van kredietbeoordelingen in Rusland.
Rusland wil namelijk regels invoeren waarbij de filialen van de Amerikaanse ratingbureaus in Moskou onder toezicht komen te staan van de Russische overheid.
De grote Amerikaanse ratingbureaus vrezen voor hun onafhankelijkheid en zijn ook beducht voor een schending van de internationale sancties tegen Rusland. Het derde, grote Amerikaanse kredietbureau Standard & Poor’s (S&P) liet weten nog in gesprek te zijn met de Russische centrale bank over hoe het bureau lokaal aanwezig kan blijven onder de nieuwe regels.
Russisch ratingbureau
Het jonge, Russische kredietbureau ACRA staat al klaar om de leegte op te vullen die de in New York gevestigde ratingbedrijven achter zullen laten. Het bureau begint naar verwachting in de tweede helft van het jaar met publicatie van zijn ratings voor Russische bedrijven en overheden.
Het Russische ministerie van Financiën en de centrale bank willen ACRA gaan inzetten als vervanging voor de Grote Drie uit de Verenigde Staten, aldus Bloomberg.
Rusland opende de aanval op de buitenlandse kredietbeoordelaars nadat ze de kredietstatus van het land vorig jaar verlaagden naar het zogenoemde junkniveau. Dit betekent niet dat een land meteen failliet dreigt te gaan, maar wel dat de risico's zodanig zijn dat instituten zoals pensioenfondsen niet meer in het schuldpapier van een land of bedrijf mogen beleggen.
Het was voor het eerst in meer dan tien jaar dat Rusland werd afgewaardeerd tot 'junk'. Het land veroordeelde de afwaardering als "politiek gemotiveerd".
Sancties tegen Rusland
De Russische centrale bank ontvouwde in juli vorig jaar al plannen voor een ratingbedrijf dat immuun is voor "geopolitieke risico's", nadat S&P en Moody's de waardering van Rusland terug schroefden tot junk. De afwaardering was volgens de ratingbureaus het gevolg van de sterk gedaalde olieprijzen en de sancties die Rusland kreeg opgelegd vanwege de Oekraïnecrisis.
In de weken na de Russische annexatie van de Krim twee jaar geleden, werden oligarchen met nauwe connecties met Poetin geconfronteerd met Amerikaanse sancties. Die sancties zorgden ervoor dat de buitenlandse ratingbureaus hun ratings moesten intrekken op de banken die door deze zakenlieden werden gecontroleerd. Het Russische ministerie van Financiën kon daardoor niet meer beoordelen hoe veilig de deposito's waren.
"Het kwam voor dat we geen idee hadden van de kredietkwaliteit van de banken," liet vice-minister van Financiën Alexey Moiseev vorige maand in een interview weten, waarin hij uitlegde waarom Rusland behoefte heeft aan een alternatief voor de grote drie ratingbedrijven.
De kredietbeoordelingen van internationale bedrijven worden al lange tijd gebruikt door particuliere investeerders in Rusland om hun risico's te beheren en door de Russische centrale bank om de financiële sector te reguleren.
ACRA-topman is een Amerikaan
Het Russische ministerie van Financiën en de Russische centrale bank willen in het vervolg ACRA gebruiken om de kredietkwaliteit van investeringen te meten.
Het ratingbureau heeft op 29 februari een aanvraag voor een vergunning ingediend om te opereren in Rusland. De raad van bestuur van ACRA wordt geleid door de Amerikaan Karl Johansson, die de Russische regering adviseerde toen hij werkzaam was bij Ernst & Young in Moskou.
Ekaterina Trofimova, een voormalig bankanalist voor Rusland en de voormalige Sovjetstaten bij S&P, zal leiding geven aan de nieuwe onderneming.
Zevenentwintig aandeelhouders, waaronder Sberbank, Raiffeisenbank en Severstal PAO, zullen elk een belang houden van 3,7 procent in ACRA. Volgens Johansson heeft ACRA geen politieke agenda en hebben de 23 analisten van het bedrijf een "zeer diepe kennis van de Russische industrie".
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl