Een paar dagen vrij nemen bij de geboorte van een kind is heel gewoon voor jonge vaders in Nederland. Maar van langdurig ouderschapsverlof wordt slechts zeer beperkt gebruik gemaakt.
Dat blijkt uit woensdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over verlofregelingen voor vaders.
Ongeveer negen op de tien vaders neemt bij de geboorte van een kind een aantal dagen vrij. Dat kan via kraamverlof of extra vakantiedagen. Onderstaande grafiek laat zien dat per saldo ruim de helft van de jonge vaders tot maximaal tien dagen vrij neemt.
Heel anders ligt dat bij ouderschapsverlof. In 2017 maakte van de werkende vaders met kinderen tot 8 jaar 11 procent gebruik van deze regeling. Dat komt neer op 70.000 personen.
Volgens het CBS waren er ook 66.000 vaders die ouderschapsverlof naar eigen zeggen goed konden gebruiken, maar dat niet opnamen. De vaakst genoemde redenen zijn de nadelige financiële gevolgen, minder carrièreperspectieven of de onmogelijkheid ouderschapsverlof te combineren met het werk.
Werknemers met kinderen jonger dan 8 jaar hebben het recht om een tijd lang verlofdagen op te nemen. Voor die dagen word je niet doorbetaald, maar afspraken in de arbeidsovereenkomst over bijvoorbeeld je functie blijven hetzelfde. Ouderschapsverlof moet minimaal twee maanden voor de ingang ervan worden aangevraagd.
Je mag in totaal 26 keer het aantal uren dat je per weekt werkt opvragen als ouderschapsverlof. Voor een 40-urige werkweek komt dit neer op 130 dagen. Officieel mag de werkgever dit niet weigeren.
Per onderwijsniveau zijn er duidelijke verschillen in het opnemen van ouderschapsverlof. Van de hoogopgeleide werkende vaders, neemt 13 procent ouderschapsverlof op. Bij vaders met een middelhoog opleidingsniveau is dat 10 procent, terwijl bij laagopgeleide mannen 5 procent ouderschapsverlof opneemt.