Voor China zou een zwakkere dollar niet slecht zijn, maar de fundamentele ontwikkeling van de Amerikaanse economie lijkt eerder te wijzen op een sterkere dollar, signaleert Ron van der Does.

Afgelopen week liet de Amerikaanse centrale bank de rentetarieven (Fed Funds) ongewijzigd. Wel werd uit de gepubliceerde toelichting duidelijk dat onder bestuurders de verwachtingen voor het aantal renteverhogingen voor 2016 is gedaald van vier naar twee.

In een eerste reactie verloor de dollar na de Fed-vergadering aanzienlijk terrein. De Amerikaanse munt daalde tegenover de euro naar een niveau van 1,1340 (meer dollars per euro). Ten opzichte van de Japanse yen zakte de dollar naar een niveau van 110,80 (minder yens per dollar) om daarna te stabiliseren.

Goed bekeken is de reactie enigszins merkwaardig, want de beslissing van de Fed om geen haast te maken met renteverhogingen was allesbehalve onverwacht.

Wie voorafgaand aan de Fed-vergadering aan valutahandelaren had gevraagd of zij nog steeds uitgingen van vier renteverhogingen voor dit jaar zou waarschijnlijk van niemand een bevestigende reactie hebben gekregen. Zelfs aan twee verhogingen werd getwijfeld en derhalve werd maar één wijziging ingeprijsd in de futuremarkt.

Wie dus beweert dat de wijziging in de renteverwachting als een verrassing kwam, heeft in mijn optiek de afgelopen maanden de markt niet gevolgd.

Advies banken: sterkere dollar

Amerikaanse zakenbanken bleven na het Fed-besluit benadrukken dat de dollar de komende maanden sterker wordt. Het is algemeen bekend dat juiste deze banken substantiële short posities aanhouden in de euro/dollar (dus speculeren op een daling van de euro). Een verzwakking van de dollar speelt hen daarbij niet in de kaart.

Wel was de toelichting van de Fed voor een aantal banken reden hun vooruitzichten voor de dollar bij te stellen. Waar de meeste banken een jaar geleden nog uitgingen van een spoedige test van de pariteit (1:1) voor het valutapaar euro/dollar, hebben een aantal partijen dit vooruitzicht bijgesteld naar iets hogere niveaus.

De Amerikaanse zakenbanken houden echter stellig aan hun overtuiging vast en voorzien nog steeds een daling van de euro naar op zijn minst naar 1,0500 dollar per euro.

Rentebeleid VS en Europa

Na de verzwakking die volgde op het Fed-besluit, is de dollar begin deze week weer enigszins hersteld ten opzichte van de euro. Wat daarbij meespeelde was dat Fed-bestuurders Williams en Lockhart deze week verklaarden dat de economie in de VS een renteverhoging in april kan dragen. Dat is in feite twee maanden eerder dan waar de financiële markten van uitgaan.

Het aantrekken van de dollar ging gepaard met een terugkerend besef dat het uiteenlopende rentebeleid tussen Europa en de VS een factor is die de dollar zal ondersteunen.

China en Trump

Tegen een aantrekkende dollar pleiten twee argumenten. Begin deze maand, ten tijde van de G20-top in Shanghai, kreeg ik de indruk dat op die bijeenkomst was besloten de dollar te verzwakken. Uiteraard zouden president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank en Haruhiko Kuroda van de Bank of Japan hier een bittere pil voor moeten slikken, maar het zou in ieder geval de onrust op de financiële markten kunnen wegnemen.

Bovendien zou het niet vreemd zijn als een land als China op een verzwakking van de dollar had aangedrongen. Bij een verzwakking van de dollar ten opzichte van andere wereldmunten, zou de Chinese munt met de dollar kunnen meebewegen en zou wellicht een devaluatie van de Chinese yuan ten opzichte van de dollar voorkomen kunnen worden.

Wat een devaluatie van de Chinese munt tegenover de dollar kan veroorzaken hebben wij namelijk vorig jaar gezien en dit kon wel eens als schrikbeeld hebben gewerkt voor de G20-landen.

Een andere factor die de dollar zou kunnen verzwakken is het vooruitzicht van een verkiezingszege van Donald Trump. Tot op heden is deze onzekerheid maar zeer beperkt tot de valutamarkten doorgedrongen, maar gesprekken met Amerikaanse valutahandelaren leren mij dat men sceptisch staat tegenover de kracht van de Amerikaanse economie bij een overwinning van Trump.

Fundamentele cijfers

Desalniettemin houd ik mij vast aan de economische cijfers zoals deze op dit moment worden aangereikt. Het is weliswaar nog niet het geval dat de gemiddelde lonen in een stijgende trend bewegen, maar de Amerikaanse arbeidsmarkt is daarentegen al enige maanden sterk te noemen. Dat zal op een zeker moment toch leiden tot hogere lonen en daarbij behorende hogere inflatiecijfers.

Fed-bestuurder Lockhart gaf  maandag in zijn commentaar aan vertrouwen te hebben dat Amerikaanse inflatie op middellange termijn weer richting 2 procent zal gaan. Daar hoort een hogere Amerikaanse rente bij die de dollar in de kaart zou moeten spelen.

Ron van der Does is valuta-expert en marktanalist bij IG Nederland. Deze column bevat geen aanbeveling of een advies tot het doen van transacties voor welk financieel instrument dan ook. IG aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor handelingen die worden gedaan naar aanleiding van deze analyse en is ook niet verantwoordelijk voor de consequenties.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl