Zo’n sympathieke man, Jean-Claude Trichet. En nu gaat hij weg. Trichet wordt
helaas gepercipieerd als de slechtste centrale bankier die Europa ooit heeft
gekend.

Afgelopen week gaf hij zijn laatste speech en zoals gewoonlijk ging de markt
even onderuit. Wij kunnen ons niet heugen dat dat ooit anders was. In 2008
raakte hij lichtelijk in paniek door de stijgende olieprijs en met zijn
spreekwoordelijke focus op inflatie verhoogde hij de Europese rente met een
kwartje, net genoeg om de toch al wankele Europese economie in een recessie
te duwen.

PIjnlijk afscheid Trichet
Zijn focus is de laatste drie jaar niet wezenlijk veranderd. Toen hij onder
dwang van de recessie de rente toch verlaagde naar één procent, heeft hij
hem daar maar gelaten. Nu staat Europa aan de rand van de volgende recessie
en hebben we inmiddels een inflatie van drie procent. En daarnaast een
landencrisis waarin de ECB vergat om leiderschap te tonen en achter de
feiten aan holt.

Deze grafiek
(1)
is meer dan duidelijk, hij is pijnlijk. Desondanks wensen we
Jean-Claude het beste.

Paniekindicator: positief signaal
Maar tijdens al dat gedoe over de landencrisis en de komende recessie hebben
een paar indicatoren al een sluiproute genomen naar betere tijden. Citibank
heeft ooit een sentiments-indicator ontwikkeld, die ze heel mooi het
Panic/Euphoria Model noemen: zie deze
grafiek (2)
.

Het is een contraire indicator, die de schommelingen in de stemming van
beleggers fraai in beeld brengt. Tot op heden heeft het ding goed gewerkt.
De Amerikaanse S&P-500 Index is de laatste maanden zo’n 15 procent
gedaald en de grafiek is nu in Panic-gebied en geeft aan dat er een 90
procent kans bestaat dat we de komende twaalf maanden fors hogere
aandelenprijzen gaan zien. De toppen van de markt in 2000 en 2008 zijn
trouwens ook perfect te zien.

Aandelen goedkoop
Een andere, meer fundamentele indicator, is deze deze
grafiek (3)
. Die geeft het verschil aan tussen het rendement op de
aandelen van de S&P-500 en de 10-jarige Amerikaanse staatsobligaties.
Dat verschil is op dit moment op een niveau gelijk aan de dip van 2008 en de
oliecrisis van 1974. De risicopremie op aandelen is dus op een niveau dat
daar best wat vanaf kan.

Dat betekent dat obligaties in waarde zullen dalen of aandelen in waarde
zullen stijgen. Mede gezien de fervente bemoeienis van de centrale banken
met de rentevoet is het laatste het meest waarschijnlijk. In de afgelopen
veertig jaar was de stijging van de S&P-500 Index na een koopsignaal van
deze grafiek gemiddeld 26 procent. En niet alleen in de VS, maar ook in
Europa zitten de waardebeleggers op dit moment likkebaardend voor hun
monitor.

This time is different...
Tenzij het dit keer echt allemaal anders is. Het kan natuurlijk zijn dat oude
waarderingen voor aandelen voorgoed de prullenbak in kunnen en dat deze toch
al extreme markt nog veel extremer wordt. Dat betekent dat een aantal
waardebeleggers exit is, en dat wij het voorlopig over iets anders zullen
hebben.

Een schrale troost is dat Warren Buffett dan ook te vroeg heeft gekocht. Ook
een waarde-manager en ook zo’n sympathieke man. Alleen gaat die niet weg.
Die blijft nog wel even.

Lees ook:

Rob Putter: gapend gat op banenmarkt VS

Banengroei Amerika valt stil

Rob Putter: Japan-scenario wordt zichtbaar

Rob Putter is zelfstandig vermogensadviseur voor financieel adviesbureau Uniquest.
De informatie in deze column bevat geen individueel beleggingsadvies of
aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Volg de markten op Z24 Beurs

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl