Regeringspartij D66 wil dat miljonairs meer belasting gaan betalen. De vermogensbelasting voor spaarders met een kleinere beurs mag juist wel wat lager, zegt D66-voorman Rob Jetten.
De kloof tussen mensen aan de bovenkant en aan de onderkant van de samenleving is de afgelopen decennia gegroeid, constateert Jetten in een lezing ter ere van de negentiende-eeuwse linkse politicus Arnold Kerdijk.
Welgestelden schenken hun kinderen moeiteloos tonnen en geven hun zo “een voorsprong in het leven”. Zij hebben zo meer kansen dan kinderen die het minder getroffen hebben, en dat zit Jetten dwars. Hij wil dat niet afkomst, maar verdienste telt.
Jetten wil alle kinderen daarom voortaan laten delen in de privileges van bevoorrechte leeftijdsgenoten. Zij moeten op school muziekles, huiswerkbegeleiding en sporttraining kunnen krijgen. “En een gezonde maaltijd voor wie dat thuis niet krijgt.”
De kloof tussen rijk en arm is ook zichtbaar in de groeiende verschillen tussen loonstrookjes, stelt de D66-voorman. Topmensen in het bedrijfsleven moeten uit “verlicht eigenbelang” beseffen dat ze de poldereconomie opblazen als zij zich verrijken terwijl werknemers achterop raken. Ook de ongebreidelde macht van grote internetbedrijven moet worden ingetoomd om “het kapitalisme van zichzelf te redden”.
Jetten volgde in oktober Alexander Pechtold op als leider van de D66-fractie in de Tweede Kamer. Of hij ook partijleider wordt, maakt de partij vermoedelijk volgend jaar uit.