De huizenmarkt heeft grote invloed op hoe rijk Nederlanders per saldo zijn. Stijgende huizenprijzen hebben dan ook gezorgd voor een aardige stijging van het gemiddelde vermogen van huishoudens.
Het doorsnee vermogen van Nederlandse huishoudens is in 2018 opnieuw flink gestegen ten opzichte van een jaar eerder. De toename met 10.000 euro naar 38.400 euro kwam vooral door de stijging van de waarde van woningen, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De vermogens zijn nog niet op het niveau van 2008. Toen hadden huishoudens in doorsnee ruim meer dan 40.000 euro aan vermogen. Daarbij worden door het CBS ook schulden meegewogen, voor zover die zichtbaar zijn.
De vermogensongelijkheid nam in 2018 verder af ten opzichte van een jaar eerder. Ook dat had te maken met de woningmarkt. Tussen 2011 en 2014 nam de vermogensongelijkheid toe door de daling van de huizenprijzen tijdens de economische crisis. Die trof vooral de vermogens van minder vermogende huizenbezitters, omdat rijkere huishoudens doorgaans naast een woning ook andere substantiële bezittingen hebben.
Het nettovermogen waar het CBS naar kijkt is het saldo van aan de ene kant de waarde van de eigen woning en bezittingen zoals spaargeld en beleggingen, en anderzijds de hypotheekschuld en andere schulden van een huishouden.
Van belang hierbij is dat het CBS het vermogen dat werknemers in pensioenfondsen hebben opgebouwd niet meetelt. Dat scheelt aanzienlijk bij de schatting van de vermogensongelijkheid, omdat Nederlandse pensioenfondsen samen een vermogen hebben van zo'n 1.400 miljard euro.
Gemeenten met de rijkste en minst rijke huishoudens
Bloemendaal was in 2018 de meest vermogende gemeente. Door de bank genomen hadden huishoudens daar een vermogen van 337.000 euro. Dat is bijna 9 keer zo veel als landelijk.
Verder staan er in de top tien van meest vermogende gemeenten veel Brabantse dorpen, zoals Oirschot en Hilvarenbeek. Dat komt omdat daar verhoudingsgewijs veel rijke ouderen wonen.
De steden zijn minder vermogend, met Rotterdam als minst vermogende gemeente met in doorsnee 4.300 euro netto vermogen per huishoudens. Ook Schiedam, Den Haag én Amsterdam zitten bij de gemeenten met de laagste doorsnee vermogens per huishouden.
Dat laatste klinkt misschien vreemd, gelet op de enorme stijging van huizenprijzen in Amsterdam de afgelopen jaren. Maar Amsterdam kent ook een zeer grote sector voor sociale huurwoningen waar mensen met een gemiddeld veel lager vermogen wonen.