• Kinderen van rijke ouders eindigen vaker zelf hoog op de vermogensladder, terwijl kinderen van arme ouders moeilijker vooruitkomen.
  • Driekwart van de kinderen in Nederland heeft meer vermogen dan hun ouders op dezelfde leeftijd, mede door stijgende huizenprijzen.
  • Ouders die hun woningwaarde zagen stijgen met meer dan €500.000, hielpen hun kinderen aanzienlijk hoger op de vermogensladder.
  • Lees ook: Cash in huis als noodoplossing? Nederlanders doen nauwelijks meer iets met contant geld

De financiële positie van ouders speelt een steeds grotere rol in de toekomstige rijkdom van hun kinderen, concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een nieuw onderzoek.

Het CPB vergeleek de vermogenspositie van ouders en kinderen van 2006 en 2022.

De analyse laat zien dat kinderen van vermogende ouders vaker zelf ook hoog op de vermogensladder eindigen, terwijl kinderen van minder kapitaalkrachtige ouders moeilijker vooruitkomen. Deze groeiende ongelijkheid in vermogensopbouw kan volgens het CPB kansenongelijkheid versterken.

Sterke samenhang tussen vermogen van ouders en kinderen

Het onderzoek toont aan dat kinderen van ouders die tot de rijkste 1 procent behoren, op 40-jarige leeftijd gemiddeld tot de 20 procent meest vermogenden van het land horen.

Voor kinderen van ouders uit de top 0,01 procent geldt zelfs dat zij tot de rijkste 4 procent van de bevolking behoren.

Ook kinderen van ouders uit de onderste inkomensgroepen hebben de afgelopen jaren vaak aanzienlijke vooruitgang geboekt, maar dit gaat minder hard.

Invloed van de huizenmarkt op rijkdom ouders en kinderen

Een belangrijk kanaal voor vermogensoverdracht is het eigen woningbezit. Ouders die hun woningwaarde tussen 1992 en 2022 met meer dan 500.000 euro zagen stijgen, hielpen hun kinderen om hoger te eindigen op de vermogensladder. Dit laat zien hoe belangrijk huizenbezit is voor de financiële toekomst van de volgende generatie​.

De precieze redenen voor deze ontwikkeling zijn volgens het CPB niet volledig duidelijk. Wel kunnen rijke ouders vaker extra kansen bieden, zoals betaalde bijlessen, wat kan leiden tot betere onderwijsresultaten.

CPB-onderzoeker Arjan Lejour benadrukt dat dit de ongelijkheid verder vergroot. “Het verschil wordt versterkt doordat kapitaalkrachtige ouders meer middelen hebben om hun kinderen te ondersteunen,” stelt hij.

Het CPB wijst op mogelijke maatregelen om kansenongelijkheid te verkleinen. Zo kan het onderwijs meer aandacht besteden aan ondernemerschap en financiële vaardigheden. Ook pleit het rapport voor het verkennen van beleid zoals gratis bijles en een hogere overdrachtsbelasting bij schenkingen.

Eerder onderzoek van het CPB liet al zien dat ondernemers gemiddeld rijker zijn geworden dan werknemers. Dit onderstreept het belang van vaardigheden en ondersteuning bij het opbouwen van vermogen, een gebied waar beleidsmakers volgens het CPB meer aandacht aan zouden kunnen geven.

LEES OOK: Cashen met bitcoin of andere crypto’s? Let op ‘peildatumarbitrage’