- Eerder stoppen met werken, vroeger met pensioen: om dat te bereiken moet je vermogen hebben om uitgaven te kunnen bekostigen.
- Wie volledig wil rentenieren, moet minimaal miljonair zijn. Maar je kunt ook streven naar een extraatje als aanvullend pensioen.
- Business Insider Nederland bespreekt wat handige vuistregels zijn, als je deels wilt leven van je spaargeld en beleggingen.
- Lees ook: Vroeg met pensioen als je in de dertig of veertig bent: adepten van de FIRE-beweging over hoe ze inkomsten genereren en worstelen met zingeving
Wie eerder wil stoppen met werken om van een vroeg pensioen te genieten, heeft inkomsten uit vermogen nodig voor de dagelijkse uitgaven. Je moet dan uit het rendement van je vermogen een uitkering aan jezelf kunnen doen. Maar hoeveel vermogen is daarvoor nodig? En wat voor rendement moet dat opleveren?
In een eerdere analyse besprak Business Insider Nederland wat ervoor nodig is om jezelf 2.500 euro netto per maand te kunnen uitkeren. Vermogensplanner René Bruel van ABN AMRO MeesPierson leverde hiervoor een aantal handige basisregels.
Leven van je vermogen: dit heb je nodig aan rendement
Uitgangspunt is een gemiddeld bruto rendement op het vermogen van 6 procent per jaar. Daarvan moet 2 procentpunt gereserveerd worden om het vermogen waardevast te houden met het oog op de inflatie. En 2 procentpunt is nodig voor belastingen en beleggingskosten. Dan houd je een netto rendement van 2 procent per jaar over.
Op basis van deze uitgangspunten kun je jezelf met een vermogen van 1,5 miljoen euro netto 30.000 euro per jaar uitkeren, ofwel 2.500 per maand.
Het bij elkaar brengen van 1,5 miljoen euro is echter een enorme opgave, als je bijvoorbeeld alleen de mogelijkheid hebt om vanuit je salaris geld opzij te zetten om te beleggen. Je moet dan een forse erfenis hebben, de loterij winnen of een succesvol eigen bedrijf opzetten om een groter vermogen te vergaren.
Dit neemt echter niet weg dat de vuistregels die vermogensplanner Bruel formuleert handig blijven. Bijvoorbeeld als je in aanvulling op de AOW-uitkering van de staat jezelf met een eigen vermogenspot een bepaald bedrag wilt uitkeren, bijvoorbeeld 1.000 euro per maand netto.
Er zijn dan wel een paar punten om op te letten: de hoogte van het doelvermogen en de beoogde uitkering, de manier waarop je het vermogen opbouwt, de beleggingsmix, en tot slot alternatieven voor de uitkeringsduur en het intact houden van het vermogen.
1) Uitkering aan jezelf: zoveel vermogen heb je nodig
Als je uitgaat van een netto uitkering uit het vermogen van 2 procent per jaar, dan kun je vrij eenvoudig berekenen wat je nodig hebt om jezelf een bepaald bedrag per maand te geven.
Dat hebben we in de tabel hieronder gedaan voor maandbedragen van 500 euro tot 2.500 euro
Te zien is dat je voor verschillende uitkeringen als aanvulling op je pensioen een vermogen van tussen de 300.000 euro en 1,5 miljoen euro nodig hebt.
Het uitgangspunt is hierbij dat het vermogen belast wordt in box 3 van de inkomstenbelasting. Daarnaast is van belang om te beseffen dat je rekening moet houden met de inflatie als je het vermogen in de komende decennia opbouwt.
Stelt dat je bijvoorbeeld 600.000 euro aan vermogen wilt opbouwen voor een netto uitkering van 1.000 euro per maand. Als je daar 30 jaar over doet, dan heeft die 1.000 euro per maand over drie decennia een andere koopkracht. Bij een inflatie van 2 procent per jaar staat 1.000 euro per maand over 30 jaar bijvoorbeeld gelijk aan 552 euro nu.
2) Inleg voor opbouw vermogen voor extra pensioen
Als je vermogen opbouwt en mikt op een bruto rendement van 6 procent per jaar (dus exclusief de belasting in box 3 voor sparen en beleggen), dan kun je met deze tool van berekenhet.nl uitrekenen wat je per maand moet inleggen.
Je moet dan wel een tijdshorizon kiezen, waarbij geldt: hoe langer je de tijd hebt, des te langer kan het vermogen renderen en des te lager wordt de inleg per maand.
In de tabel hieronder hebben we een tijdshorizon van 30 jaar genomen voor de inleg per maand. De bedragen zijn voor de eenvoud afgerond.
Te zien is dat je bij een bruto rendement van 6 procent per jaar toe kunt met een inleg van 350 euro per maand om op ruim 3 ton vermogen uit te komen. Wil je meer dan 9 ton vermogen opbouwen, dan moet je 950 euro per maand inleggen.
Dit geeft meteen ook aan dat het voor de meeste werkenden lastig is om bijvoorbeeld uit het salaris voldoende opzij te zetten om meer dan 6 ton aan vermogen op te bouwen.
3) Beleggingsmix bij 6 procent bruto rendement
Als het lukt om een bepaald vermogen op te bouwen en je wilt daarmee jaarlijks bruto 6 procent rendement halen, om netto 2 procent uit te keren, dan speelt ook de beleggingsmix nog een rol.
Aandelen leveren op de lange termijn een hoger rendement, maar kennen op de korte termijn sterkere waardeschommelingen. Met sparen en beleggen in obligaties haal je doorgaans minder rendement, maar dit is wel stabieler.
Beleggingsexpert Hendrik Oude Nijhuis wees er in een column voor Business Insider onlangs op dat je het liefst een relatief stabiel vermogen hebt, op het moment dat je dat wilt gebruiken voor uitkeringen aan jezelf voor extra pensioen.
De verdeling van de vermogensmix tussen obligaties/sparen en aandelen speelt hierbij een rol. Als je een groter deel reserveert voor sparen/obligaties levert dat stabiliteit op. Maar om in totaal bruto 6 procent per jaar rendement te maken, is dan wel een hoger rendement op de aandelenbeleggingen nodig. We illustreren dit in de onderstaande tabel.
Uitgangspunt is dat je met het vastrentende deel van je vermogen 3,7 procent rente per jaar kunt krijgen. Dat kan bijvoorbeeld momenteel met een 2 jarig-spaardeposito in Nederland. We geven vervolgens drie situaties waarin het vastrentende deel respectievelijk 40 procent, 60 procent en 80 procent van de beleggingsportefeuille uitmaakt.
Te zien is dat als je uit 40 procent van de portefeuille een vast rendement van 3,7 procent haalt, je op het meer risicovolle deel (aandelen) met 60 procent van de beleggingen een jaarrendement van 7,5 procent moet halen, om gemiddeld op 6 procent uit te komen.
Hoe hoger het vastrentende deel in de portefeuille, des te hoger het benodigde rendement op het risicovolle deel. Als 80 procent van het vermogen een rendement van 3,7 procent oplevert, moet de overige 20 procent bijvoorbeeld ruim 15 procent renderen om op 6 procent bruto uit te komen voor het gemiddelde.
Dit is dus iets om rekening mee te houden bij de afweging tussen risico en rendement en de vraag of een bruto rendement van 6 procent voor jouw specifieke situatie realistisch is.
4) Alternatieven: aanvulling op je pensioen voor kortere periode en interen op je vermogen
De bovenstaande voorbeelden gaan ervan uit dat je het opgebouwde vermogen intact wilt houden. Maar je kunt er ook voor kiezen om jezelf voor een beperkte periode uit je vermogen een aanvullend pensioen uit te keren en het vermogen daarbij op te souperen.
Het benodigde vermogen voor een bepaalde uitkering is dan een stuk lager. Als je bijvoorbeeld 300.000 euro in tien jaar wilt opmaken, kun je jezelf 30.000 per jaar uitkeren gedurende die periode, ofwel 2.500 euro per maand.