- De rente op spaardeposito’s, waarbij spaargeld voor langere tijd vaststaat, is de afgelopen maanden bij verschillende Nederlandse banken omhoog gegaan.
- Zo heeft NIBC de spaarrente op een depositorekening met een looptijd van 5 jaar verhoogd van 0,3 procent naar 1 procent per jaar.
- Ondanks de verhogingen is het nog altijd niet mogelijk om met de inkomsten uit spaargeld de hoge inflatie bij te benen.
- Lees ook: Inflatie ook in april op bijna 10% in Nederland: prijzen voedingsmiddelen stegen hard, energie iets minder
De rentes op de spaardeposito’s, waarbij spaargeld voor langere tijd vaststaat, zijn de afgelopen maanden door banken in Nederland met flinke stappen verhoogd. Zo heeft NIBC in april de spaarrente op een deposito met een looptijd van 5 jaar verhoogd van 0,3 procent naar 1 procent per jaar.
Ook ABN AMRO, Rabobank en DHB Bank bieden de spaarders die hun geld voor langere tijd vastzetten hogere rentes.
In de tabel hieronder is de hoogste spaarrente voor looptijden tot en met vijf jaar weergegeven, op basis van een inventarisatie van spaarplatform Raisin voor banken die actief zijn in Nederland.
Veel spaarders merken nog niets van deze verhogingen, omdat de Nederlandse banken de rente op vrij opneembare spaarrekeningen voorlopig nog laag houden. En het gros van het spaargeld is op dergelijke rekeningen gestald.
Dat de rente op vrij opneembare rekeningen extreem laag blijft - je kunt maximaal 0,05 procent rente krijgen - komt door het beleid van de Europese Centrale Bank, die de rentes al tijden kunstmatig omlaag duwt en commerciële banken een boeterente laat betalen van een half procent, als ze zelf spaargeld in Frankfurt stallen.
Dit maakt commerciële banken terughoudend in het verhogen van de rentes voor spaarders, ondanks de torenhoge inflatie die de koopkracht van spaargeld uitholt.
Banken buiten Nederland verhogen wel al hun spaarrentes
In andere EU-landen komen banken hun spaarders wel al tegemoet, nu de ECB de rente in juli hoogstwaarschijnlijk gaat verhogen, zo merkt spaarplatform Raisin op.
De Duitse tak van de ING, Diba, kondigde afgelopen week aan de grens voor het betalen van negatieve rente te verhogen. Er wordt pas een negatieve rente van 0,5 procent berekend vanaf een vermogen van 500.000 euro, in plaats van 50.000 euro.
Een optie voor Nederlandse spaarders zou daarom kunnen zijn om buiten de deur te kijken en te profiteren van iets minder lage rentes bij Europese banken.
De Italiaanse bank Banca Progetto biedt bijvoorbeeld een rente van 1,25 procent op een depositorekening met een duur van twee jaar, signaleert Raisin.
Ook de Zweedse bank Klarna biedt voor die looptijd een scherp tarief van 1,12 procent, gevolgd door de Estlandse BigBank die 1,10 procent biedt op een depositorekening van twee jaar.
Hogere spaarrentes wegen niet op tegen stijgende inflatie
Maar zelfs met spaarrentes van iets meer dan 1 procent blijft het zo dat het onmogelijk is om met de inkomsten uit spaargeld, in binnen- en buitenland, de hoge inflatie bij te benen.
Volgens de jaarprognose van het Centraal Planbureau komt de gemiddelde prijsstijging in Nederland dit jaar uit op 5,2 procent en voor 2023 rekent het CPB op een inflatie van 2,4 procent. De ontwaarding van spaargeld gaat dus nog altijd een stuk harder, vergeleken met de hoogste depositorentes die nu worden geboden.
Spaarders met een vrij opneembare spaarrekening zullen echt nog even moeten wachten voor ze weer rente over hun geld zullen gaan ontvangen. Die rente zal waarschijnlijk pas omhoog gaan als de ECB de beleidsrente een aantal malen heeft verhoogd.