- Het kabinet-Rutte IV legt zich niet vast op een verdere beperking van de hypotheekrenteaftrek of de verplaatsing van de eigen woning naar box 3.
- Wel worden spaargeld en beleggingen in box 3 vanaf 2025 belast tegen het daadwerkelijk behaalde rendement.
- De eenmalige schenkingsvrijstelling van ruim een ton voor de eigen woning verdwijnt.
- Lees ook: Regeerakkoord Rutte IV: basisbeurs komt terug, lastenverlichting van 3 miljard voor huishoudens en kinderopvang nagenoeg gratis
De afgelopen maanden was er veel te doen over de eventuele aanpak van fiscale voordelen voor huiseigenaren, waarbij onder meer De Nederlandsche Bank ervoor pleitte om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen en de eigen woning fiscaal te verhuizen naar box 3 voor vermogen. Maar dat blijkt een brug te ver.
In het kersverse regeerakkoord van het kabinet Rutte IV komt het woord hypotheekrenteaftrek niet voor. De enige hint dat er misschien iets gebeurt met deze fiscale aftrekpost komt van de opmerking dat het nieuwe kabinet de ambitie heeft om “het belastingstelsel te vereenvoudigen en te hervormen.”
Maar concreet gezien is er niets vastgelegd over fiscale maatregelen rond de eigen woning.
Box 3: spaargeld en beleggingen belast naar werkelijk rendement
Wel wil Rutte IV een andere belangrijke knoop doorhakken: de veel bekritiseerde belastingheffing op spaargeld en beleggingen in box 3 gaat op de schop.
De fiscus werkt nu met een zogenoemd fictief rendement op spaargeld en beleggingen, maar dit heeft ertoe geleid dat vooral spaarders de afgelopen jaren te maken hebben gekregen met een belasting op hun vermogen, terwijl spaarrentes steeds verder zijn gedaald en inmiddels rond de nul procent liggen op vrij opneembare rekeningen.
Vanaf 2025 wil het kabinet Rutte IV daadwerkelijke behaalde rendementen in box 3 belasten. Bovendien komt er een aparte heffing op verhuurd vastgoed.
Dat laatste is bedoeld om tegenwicht te bieden aan de invloed van beleggers op de huizenmarkt. De extra opbrengst van het belasten van het rendement op verhuurd onroerend goed wordt geraamd op 200 miljoen euro en zal worden gebruikt om de vrijstelling op vermogen in box 3 te verhogen naar 80.000 euro (de huidige vrijstelling is 50.000 euro).
Spaargeld en beleggingen worden in het nieuwe stelsel tegen het daadwerkelijke rendement belast, maar voor vastgoed zal in eerste instantie nog worden gewerkt met een fictief jaarlijks vast te stellen rendement.
Jubelton verdwijnt: geen schenkingsvrijstelling van een ton meer voor eigen woning
Een andere maatregel voor de huizenmarkt is de afschaffing van eenmalige schenkingsvrijstelling van ruim 100.000 euro voor de aanschaf van een eigen woning.
Op deze zogenoemde jubelton is veel kritiek omdat die starters met vermogende ouders of andere gulle gevers zou bevoordelen op de huizenmarkt. De afschaffing van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning wordt per 2024 ingevoerd.
Overdrachtsbelasting voor beleggers naar 9%
Tot slot gaat de overdrachtsbelasting voor beleggers of particulieren die niet in een aangekochte woning gaan wonen, verder verhoogd van 8 procent naar 9 procent. Ook dit is bedoeld om meer ruimte op de woningmarkt te scheppen voor niet-beleggers. Deze maatregel gaat per 2023 in.